Clara Feyoena van Sytzama
€600,00 incl. btw
(1729-1807) Dichter
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Een jaar na de geboorte van Clara Feyoena van Sytzama overleed haar moeder. Haar vader hertrouwde met een vrouw die door Clara als wreed werd omschreven. Na de dood van deze stiefmoeder in 1738 werd Clara opgevoed door gouvernante Alida Tegneus. Zij was bepalend voor Clara’s latere leven als dichter. Haar eerste gedicht verscheen in 1741. Vijf jaar later verscheen op naam van Clara de poëziebundel Bellingeweerder uitspanningen waarin de oranjegezindheid van de familie duidelijk wordt. Zelf zou Clara de gedichten later als ‘kreupele verzen’ omschrijven, te haastig door haar vader verzameld. Na het overlijden van haar eerste liefde trouwde Clara met Isaac Reinder van Raesfelt. Hij was voornamelijk geïnteresseerd in de jacht, paarden en honden. Ze woonden in de buurt van Hardenberg, een plaats met weinig intellectuele uitdaging voor Clara. Waarschijnlijk begon Clara weer met dichten na het ontstane contact met Arnoud Vosmaer, directeur van de natuur- en kunstkabinetten van de stadhouder. Rond 1774 schreef ze haar bundel Heemse, een hofbosch- en veldzang. Gedichten verscheen in 1794. In deze bundel kijkt Clara terug op haar eerste liefde. In 1774 werd Clara lid van het Haagse dichtgenootschap Kunstliefde Spaart Geen Vlijt. In 1781 trad ze toe tot het Leidse taal- en dichtlievend genootschap Kunst Wordt Door Arbeid Verkregen. Ze overleed in 1807. Het verpleegtehuis Clara Feyoenaheem in Hardenberg herinnert nog altijd aan het leven van deze dichter. Materiaal: foto, tekst van Sytzema, Friese vlag Fotograaf: onbekende maker
Quick Comparison
Settings | Clara Feyoena van Sytzama remove | Annie M.G. Schmidt remove | Ellin Maria Agnes Robles remove | Belle van Zuylen remove | Maria Louise van Hessen-Kassel remove | Thea Beckman remove |
---|---|---|---|---|---|---|
Name | Clara Feyoena van Sytzama remove | Annie M.G. Schmidt remove | Ellin Maria Agnes Robles remove | Belle van Zuylen remove | Maria Louise van Hessen-Kassel remove | Thea Beckman remove |
Image | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
SKU | ||||||
Rating | ||||||
Price | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw |
Stock | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | ||
Availability | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | ||
Add to cart | ||||||
Description | (1729-1807) DichterInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingEen jaar na de geboorte van Clara Feyoena van Sytzama overleed haar moeder. Haar vader hertrouwde met een vrouw die door Clara als wreed werd omschreven. Na de dood van deze stiefmoeder in 1738 werd Clara opgevoed door gouvernante Alida Tegneus. Zij was bepalend voor Clara’s latere leven als dichter. Haar eerste gedicht verscheen in 1741. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Vijf jaar later verscheen op naam van Clara de poëziebundel Bellingeweerder uitspanningen waarin de oranjegezindheid van de familie duidelijk wordt. Zelf zou Clara de gedichten later als ‘kreupele verzen’ omschrijven, te haastig door haar vader verzameld. Na het overlijden van haar eerste liefde trouwde Clara met Isaac Reinder van Raesfelt. Hij was voornamelijk geïnteresseerd in de jacht, paarden en honden. Ze woonden in de buurt van Hardenberg, een plaats met weinig intellectuele uitdaging voor Clara. Waarschijnlijk begon Clara weer met dichten na het ontstane contact met Arnoud Vosmaer, directeur van de natuur- en kunstkabinetten van de stadhouder. Rond 1774 schreef ze haar bundel Heemse, een hofbosch- en veldzang. Gedichten verscheen in 1794. In deze bundel kijkt Clara terug op haar eerste liefde. In 1774 werd Clara lid van het Haagse dichtgenootschap Kunstliefde Spaart Geen Vlijt. In 1781 trad ze toe tot het Leidse taal- en dichtlievend genootschap Kunst Wordt Door Arbeid Verkregen. Ze overleed in 1807. Het verpleegtehuis Clara Feyoenaheem in Hardenberg herinnert nog altijd aan het leven van deze dichter. Materiaal: foto, tekst van Sytzema, Friese vlag Fotograaf: onbekende maker [/expander_maker] | Anna Maria Geertruida Schmidt (1911-1995) SchrijverInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingAnna Maria Geertruida Schmidt werd door iedereen Zus genoemd. Ze werd geboren in Kapelle (Zeeland) als dochter van een predikant. Haar jeugd was weinig gelukkig. Ze was een verlegen kind, mollig, droeg andere kleren dan haar leeftijdsgenootjes en kon al gauw lezen. De verhalen die haar moeder haar vertelde, vormden een welkome afleiding. Na de lagere school ging Schmidt naar de HBS in Goes, volgens Schmidt een ‘akelige school’. Na haar eindexamen ging ze naar Den Haag om notariaat te studeren. Feest en mannen bleken veel interessanter. Ze raakte zwanger, liet abortus plegen en verruilde haar studie voor een cursus typen. In het najaar van 1932 begon Schmidt aan een opleiding tot bibliothecaresse. In 1938 debuteerde ze met twee gedichten in het protestantschristelijke tijdschrift Opwaartsche Wegen. Vanaf 1941 was Schmidt directeur van de Openbare Bibliotheek in Vlissingen. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Met haar betrekking bij Het Parool werd het schrijftalent van Schmidts pas echt duidelijk. Aangemoedigd door mensen als Simon Carmiggelt, Han G. Hoekstra en Henri Knap schreef Schmidt versjes voor het journalistencabaret ‘De Inktvis’. Voortdurend was het kleinburgerlijke onderwerp van Schmidts pen. Haar vrolijke en ironische toon was waar de samenleving behoefte aan had. In 1948 ontmoette Schmidt via een contactadvertentie haar man Dick van Duijn. Omdat hij getrouwd was duurde het jaren voordat ze echt samen konden zijn. Zijn vrouw weigerde te scheiden. Bijna vier jaar na de geboorte van hun zoon Flip, in 1954, gingen Schmidt en Van Duijn samenwonen. Schmidt was inmiddels bekend geworden met het radiohoorspel In Holland staat een huis dat tussen 1952 en 1958 werd uitgezonden door de VARA. In 1957 nam Schmidt afscheid van Het Parool om zich te kunnen richten op musicals en stukken voor toneel en tv. Ze schreef de serie Pension Hommeles, de succesvolle TV-serie Ja zuster, nee zuster en de musicals Heerlijk duurt het langst en Wat een planeet. Voor haar eerste, niet in opdracht geschreven, kinderroman Minoes ontving Schmidt in 1971 een Zilveren Griffel. De Arbeiderspers wilde Pluk van de Petteflet niet publiceren maar Schmidts zaakwaarnemer wist uitgeverij Querido te interesseren. Het boek met illustraties van Fiep Westendorp won ook een Zilveren Griffel. Otje kreeg de Gouden Griffel in 1981.Om de drukte te ontvluchten, was Schmidt steeds vaker in Zuid-Frankrijk. Maar hier miste ze haar vrienden en de gezelligheid. De relatie met Van Duijn werd bovendien steeds problematischer: hij was ziek, erg jaloers en somber. Ze keerden daarom terug naar Nederland. Daar koos Van Duijn voor de dood. Schmidt was aan zijn zijde. Na deze ingewikkelde periode pakte Schmidt haar pen weer op, maar veel verscheen er niet meer. Wel stond ze uitgebreid in de belangstelling met vele interviews, optredens en herdrukken van haar werk. Na de Constantijn Huygensprijs in 1987 kreeg Schmidt in 1988 de Hans Christian Andersenprijs uit handen van Astrid Lindgren. Kort na haar 84ste verjaardag overleed Annie M.G. Schmidt. Drie biografieën werden over Schmidt geschreven. Ook een televisieserie over haar leven volgde. Er kwam bovendien een jaarlijkse Annie M.G. Schmidtprijs voor het beste theaterlied, een jaarlijkse Annie M.G. Schmidtdag op 20 mei, een Annie M.G. Schmidtleerstoel voor jeugdliteratuur, een website en Annie Schmidt werd een van de vijftig vensters in de canon van Nederland. Materiaal: foto, elastiekjes Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (1951-2011) Bestuurder en columnistInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingEllin Robles werd geboren in Suriname en was de jongste in een gezin van negen kinderen. Door een zuurstofgebrek bij de geboorte was ze licht spastisch. Toen haar vader in 1962 overleed, bleef haar moeder achter met de kinderen. In 1970 besloot Robles rechten te gaan studeren aan de Universiteit van Suriname. Ze werd politiek actief en schreef in 1972 twee stukken waarin ze het idee uitte om discriminatie met geweld tegen te gaan, precies zoals de Amerikaanse Black Power-beweging voorstond. Daarnaast was ze betrokken bij de rechtswinkel in Paramaribo. Na haar afstuderen werkte ze als juridisch medewerker bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken in Suriname. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Op 28-jarige leeftijd vertrok Robles naar Nederland en vond vrijwel direct een baan bij de gemeente Amsterdam. In 1982, op het moment van de decembermoorden, was Robles voor langere tijd in Suriname. Ze onderzocht een mogelijke terugkeer maar in de onrust na de moorden moest ze met haar familie vluchten naar Albina, aan de grens met Frans Guyana. Een jaar later keerde ze terug naar Amsterdam, maar ze ging al gauw naar New York om daar te werken in een onderwijsprogramma voor kansarme kinderen. In 1985 was ze medeoprichter van het Gemeentelijk Allochtonen Overleg van Amsterdam. Robles werkte in sneltreinvaart aan haar carrière. Zo werd ze in 1991 gevraagd om de Amsterdamse Stichting Blijf van m’n lijf te reorganiseren. Daar kwam ze in contact met Judith Meijer, met wie ze tot haar dood zou samen blijven. Ze werd in 1992 directeur van Het Muziekpakhuis en zes jaar later werd ze directeur van de Hortus Botanicus in Amsterdam. Rond de eeuwwisseling werd die functie opgevolgd met een positie als directeur van welzijnsorganisatie Alcidez ZO. In 2003 stelde ze daar financiële misstanden van het bestuur aan de orde, met als gevolg dat zij op nonactief werd gezet. Ze nam een sabbatical en begon als columniste bij Het Parool. Naast haar werk was Robles voorzitter van de Stichting Flamboyant (landelijk documentatiecentrum voor zwarte vrouwen), voorzitter van de Stichting Maatschappij Oude en Nieuwe Media, van Tegen Haar Wil Amsterdam, de Landelijke Ombudsvrouw, Stichting Kinderen van de Vrede, de Muziekschool Amsterdam en Women Inc. Haar leven lang zette ze zich in voor gelijke rechten van minderheden door deel te nemen aan werkgroepen en discussies of via haar columns. Vanaf 2004 kreeg Robles in toenemende mate last van haar gezondheid, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Ze zocht hulp om menswaardig te kunnen sterven, maar kreeg die hulp niet. Daarom besloot ze in 2010 te versterven, dat ze heeft beschreven in het boek Banneling. Robles overleed op 2 november 2011. Materiaal: foto, textiel, borduursel Fotograaf: Suzanne Dorrestein [/expander_maker] | (Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken) (1740-1805) SchrijverInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingBelle van Zuylen werd geboren in een adellijke familie. Ze kreeg thuis les van haar Zwitserse gouverneurs en gouvernantes waardoor ze al op jonge leeftijd Frans leerde. Met een van haar gouvernantes, Jeanne-Louise Prévost, bracht ze een jaar in Geneve door. Toen zij definitief terugkeerde naar Zwitserland bleef Belle van Zuylen met haar corresponderen. Belle profiteerde ook van de lessen die haar broers kregen. Zo leerde ze Latijn, wis- en natuurkunde, maar ook musiceren en schilderen. Eigentijdse literatuur las ze ook. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"]v Van Zuylen schreef tal van verzen bij speciale gelegenheden en zogenaamde portretten. Anoniem publiceerde ze in 1763 een stuk waarin ze de vooroordelen over haar adellijke milieu aan de kaak stelde. Iets wat haar ouders haar niet in dank afnamen. Het stuk was terug te vinden in diverse achttiendeeeuwse bibliotheken en was ook in Frankrijk en Duitsland bekend. Hoewel er in de tussentijd een zoektocht naar een geschikte huwelijkspartner ondernomen was, was die nog niet gevonden. In juni 1766 besloot ze voor het celibaat te kiezen. Uit brieven blijkt dat de leraar van haar broers, Charles- Emmanuel de Charriere, verliefd was op Belle maar ook bang was niet goed genoeg te zijn. Uiteindelijk zou het in 1771, op initiatief van Van Zuylen, tot een huwelijk komen. Het stel ging wonen bij Colombier in Zwitserland. Het huwelijk bleef kinderloos. Vanaf 1784 nam ze het schrijven weer op. In hetzelfde jaar verscheen haar roman Lettres neuchâteloises, geïnspireerd door Sara Burgerhart van Betje Wolff en Aagje Deken. Ook haar latere boeken waren reacties op het werk van anderen of op recente gebeurtenissen. Naast literatuur gaf Van Zuylen ook aandacht aan muziek. Ze schreef een aantal opera’s en publiceerde drie bundels met sonates voor klavecimbel. Het huwelijk met De Charriere leverde haar weinig levensgeluk op, zo is op te maken uit haar brieven. Met Benjamin Constant correspondeerde Van Zuylen veel. Hij bezocht haar ook in Zwitserland. Veelal hadden ze het over politiek. Van Zuylen was ongerust over de ontwikkelingen in Europa. Daarnaast correspondeerde Belle met enkele jonge Zwitserse vrouwen. Ze adviseerde hen hun eigen pad te kiezen en hun talenten te ontwikkelen. Zelf hield ze er ook niet van zich te moeten aanpassen aan wat er van haar verwacht werd. Van Zuylen vond het van belang haar kennis over te dragen op anderen. Al gedurende haar leven werd Van Zuylen gewaardeerd, alhoewel haar werk niet in grote getalen werd gedrukt. Ze hoefde er ook niet van te leven. Na haar dood raakte het schrijven van Van Zuylen in de vergetelheid. Met de herontdekking door de Franse criticus Sainte-Beuve in de jaren dertig van de negentiende eeuw kreeg haar werk ook in Nederland weer aandacht. In 1906 verscheen de eerste biografie over Belle van Zuylen, maar rond 1970 kwam de belangstelling pas echt op gang toen Simone Dubois over Van Zuylen publiceerde. Tussen 1979 en 1984 verscheen het complete werk van Belle van Zuylen bij uitgever Van Oorschot. Daarna verschenen nog enkele biografieën. Het Genootschap Belle van Zuylen publiceerde tot 2016 elk jaar de Cahiers Isabella de Charrière/Belle de Zuylen papers. Materiaal: foto, lepel, kralen Fotograaf: Quentin de la Tour [/expander_maker] | (Marijke Meu) (1688-1765) Prinses van OranjeInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMaria Louise was het elfde kind van Carl van Hessen- Kassel en Maria Amalia van Koerland. Haar vader was een gewaardeerd bondgenoot van de Republiek in de anti-Franse coalitie. Maria Louise werd als geschikte huwelijkskandidaat gezien voor de Friese stadhouder Johan Willem Friso. Deze liet zijn oog inderdaad op de inmiddels 21-jarige vallen en het huwelijk werd in 1709 voltrokken. Al snel vertrok Friso om te vechten in de Spaande Successieoorlog. Maria Louise bleef in Kassel en verhuisde pas aan het begin van 1710 naar Leeuwarden. Het huwelijk duurde overigens maar twee jaar. Friso verdronk in 1711. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Zeven weken na het overlijden van haar man beviel Maria Louise van haar zoon Willem Karel Hendrik Friso. Na het overlijden van zowel haar man als haar moeder maakte ze een zware tijd door. Bovendien wilde haar schoonmoeder aangesteld worden als regentes en voogdes van haar kleinzoon. De Staten van Friesland besloten anders. Met hulp van haar vader wist Maria Louise de problemen te beteugelen. Toen haar zoon in 1731 meerderjarig werd, trad ze terug als regentes en stadhouder Willem IV trad aan. Maria Louise betrok het Princessehof in Leeuwarden en liet huis Mariënburg bouwen. Voor haar zoon arrangeerde ze een huwelijk met de Engelse prinses Anna van Hannover wat een mooie internationale vertakking opleverde. Na enige onrust werd Willem IV uiteindelijk stadhouder in alle gewesten en hij verhuisde met zijn hofhouding naar Den Haag. Nadat haar zoon en schoondochter beide overleden werd Maria Louise in 1759 opnieuw aangesteld als regentes, ditmaal voor haar kleinzoon. Ze overleed op 9 april 1765 aan een beroerte. Ze was zeer geliefd en in Friesland kreeg ze bijgenaamd Maaike Muoi (tante Marijke; in het Nederlands Marijke Meu). Ze werd bijgezet in de Grote Kerk van Leeuwarden. Materiaal: foto, collage Fotograaf: Johan Philipp Berr [/expander_maker] | (Theodora Beckmann-Petie) (1923 - 2004) SchrijverInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingThea Beckmann-Petie was enig kind in een Rotterdams gezin. Door de crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw was er weinig geld. Haar vader vond het van belang dat ze een vak leerde. Daarom ging ze naar de industrieschool. Dat bleek echter geen succes en ze vervolgde haar weg op de ULO (Uitgebreid Lager Onderwijs). De oorlog betekende echter het einde van haar scholing. Ze ging aan het werk en kreeg een kantoorbaan. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Beckmann richtte zich in eerste instantie op haar gezin. Pas toen de kinderen ouder waren, nam ze de ruimte om te schrijven en te studeren. Op de avondschool haalde ze haar atheneumdiploma. Daarna studeerde ze sociale psychologie. Omdat de uitgeverij haar achternaam te Duits vond klinken, gebruikte ze als schrijver haar achternaam zonder de tweede n: Beckman. Thea Beckman debuteerde in 1957. Met Kruistocht in spijkerbroek brak ze in 1973 door. Beckman belichtte in haar boeken het leven van gewone mensen. Met name waar kinderen zoal tegenaan lopen en waar zij tegen moeten vechten, komt in haar werk aan de orde. Gelijke behandeling van meisjes en vrouwen keerde als thema ook regelmatig terug in haar werk. Beckman deed uitgebreid onderzoek naar de historische context van haar hoofdpersonen. Uiteindelijk schreef Beckman meer dan 30 boeken, waarvan er tijdens haar leven 1,75 miljoen werden verkocht. Ze won diverse prijzen, waaronder twee Zilveren Griffels en een Gouden Griffel voor Kruistocht in spijkerbroek. Beckman overleed in 2004, helaas net voor ze de verfilming van Kruistocht in spijkerbroek. Materiaal: foto, boek, borduursel Fotograaf: Rob Mieremet [/expander_maker] |
Content | ||||||
Weight | ||||||
Dimensions | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Additional information |