Kenau Simonsdr. Hasselaer

600,00 incl. btw

(1526-1588) Scheepsbouwer en heldin van het beleg van Haarlem

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Kenau was de tweede dochter in een welgesteld Haarlems gezin. Ze trouwde in 1544 met de scheepsbouwer Nanning Gerbrantsz. Borst. Vermoedelijk overleed hij 1562 want vanaf dat jaar staat Kenau’s naam op de aanbestedingsovereenkomsten van nieuwe  schepen. Tot aan 1571 werden er zestien schepen bij  haar besteld. De latere roem van Kenau Simonsdr. Hasselaer komt vermoedelijk voort uit het boekje Historie ende waerachtich verhael van al die dinghen die gheschiet sijn, van dach tot dach, in die lofweerdichste ende vermaerste stadt van Hollandt, Haerlem ghenoemt, in dien tijt als die van den Hertoghe van Alba beleghert was uit 1573. Het werd geschreven door de Friese geleerde Arcerius. Hij noemde Kenau de dapperste Haarlemse vrouw tijdens het Spaanse beleg. Ook in andere verslagen, soms stevig aangedikt, keerde de naam van de moedige Kenau terug. Kenau werd zo een belangrijk deel van de Nederlandse geschiedschrijving.

Lees meer

Add to Wishlist
Add to Wishlist
Categorie: Tag:

Quick Comparison

SettingsKenau Simonsdr. Hasselaer removeClara Feyoena van Sytzama removeSibylle van Griethuysen removeMaria Elisabeth van den Bergh removeJohanna Magdelena Lindeman removeElisabeth Samson remove
NameKenau Simonsdr. Hasselaer removeClara Feyoena van Sytzama removeSibylle van Griethuysen removeMaria Elisabeth van den Bergh removeJohanna Magdelena Lindeman removeElisabeth Samson remove
Image
SKU
Rating
Price600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw
Stock

Uitverkocht

AvailabilityUitverkocht
Add to cart

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Lees meer

Description

(1526-1588) Scheepsbouwer en heldin van het beleg van Haarlem

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Kenau was de tweede dochter in een welgesteld Haarlems gezin. Ze trouwde in 1544 met de scheepsbouwer Nanning Gerbrantsz. Borst. Vermoedelijk overleed hij 1562 want vanaf dat jaar staat Kenau’s naam op de aanbestedingsovereenkomsten van nieuwe  schepen. Tot aan 1571 werden er zestien schepen bij  haar besteld. De latere roem van Kenau Simonsdr. Hasselaer komt vermoedelijk voort uit het boekje Historie ende waerachtich verhael van al die dinghen die gheschiet sijn, van dach tot dach, in die lofweerdichste ende vermaerste stadt van Hollandt, Haerlem ghenoemt, in dien tijt als die van den Hertoghe van Alba beleghert was uit 1573. Het werd geschreven door de Friese geleerde Arcerius. Hij noemde Kenau de dapperste Haarlemse vrouw tijdens het Spaanse beleg. Ook in andere verslagen, soms stevig aangedikt, keerde de naam van de moedige Kenau terug. Kenau werd zo een belangrijk deel van de Nederlandse geschiedschrijving. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Vermoedelijk verliet Kenau Haarlem direct na het beleg om haar zus en zwager naar Delft te volgen en daarna naar Zeeland. Kenau werd daar in 1574  benoemd tot beëdigd waagmeester en ze mocht de belasting op turf innen in Arnemuiden. Hoewel lang werd gedacht dat deze functie haar was gegund uit dank voor haar heldenrol, kreeg Kenau de functie waarschijnlijk via haar zwager die een goed woordje voor haar had gedaan. Kenau keerde in 1579 terug naar Haarlem. Ze probeerde een oude schuld van de stad te innen, maar het zou tot na haar dood duren voordat deze vereffend was. Dé heldin van het  Haarlemse beleg had in de loop der tijd een slechte reputatie opgebouwd. Zij en haar dochters werden beschuldigd van kwade praktijken, maar onduidelijk  is hoe dit precies is ontstaan. Vermoedelijk overleed Kenau in 1588 op zee nadat zij was meegevaren op een schip naar Noorwegen om hout in te kopen. Na haar dood werd de slechte reputatie van Kenau in Haarlem toch weer snel vergeten. Stadshistoricus Samenl Ampzing prees haar uitvoerig in een gedicht dat hij opnam in zijn Beschryvinge ende lof der stad Haerlem uit 1628. De Haarlemse schutterij gaf opdracht voor een doek met daarop de moedige Kenau, gewapend met zwaard en piek. Het werk ging in de zogenaamde Kenau-kamer in de Stadsdoelen. Nog tien portretten van Kenau zijn bekend, naast vele toneelstukken, romans en gedichten. De mythe van Kenau viel in 1956 uiteen door het werk   Kenu Symonsdochter van Haerlem van de Haarlemse archivaris Gerda Kurtz. Zij stelde dat Kenau de moed van alle Haarlemse vrouwen moest symboliseren, als een pars pro toto, maar betwijfelde het meevechten van vrouwen. Zonder concrete aanwijzingen van haar militaire optreden in historische bronnen, moest het verhaal van Kenau als legende worden gezien. Bewijs vinden voor het wel of niet meevechten is overigens zeer lastig te verkrijgen, onder andere vanwege de vernietiging van het archief van het stadsbestuur uit die periode. Historicus Els Kloek pleitte in 2011 voor het meer serieus nemen van de legende van Kenau. Volgens haar zijn er wel degelijk bewijzen te vinden van vrouwen, en dus ook van Kenau, die deelnamen aan de verdediging van hun stad. Kenau kreeg uiteindelijk twee standbeelden in Haarlem. Het feit dat de naam Kenau is komen te staan voor een stevige vrouw die zich de kaas niet van het brood laat eten, toont het ook dat Kenau Simonsdr. Hasselaer nooit helemaal vergeten is. Materiaal:   foto, collage Fotograaf:  Adam Willaerts [/expander_maker]

(1729-1807) Dichter

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Een jaar na de geboorte van Clara Feyoena van Sytzama overleed haar moeder. Haar vader hertrouwde met een vrouw die door Clara als wreed werd omschreven. Na de dood van deze stiefmoeder in 1738 werd Clara opgevoed door gouvernante Alida Tegneus. Zij was bepalend voor Clara’s latere leven als dichter. Haar eerste gedicht verscheen in 1741. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Vijf jaar later verscheen op naam van Clara de poëziebundel Bellingeweerder uitspanningen waarin de oranjegezindheid van de familie duidelijk wordt. Zelf zou Clara de gedichten later als ‘kreupele verzen’ omschrijven, te haastig door haar vader verzameld. Na het overlijden van haar eerste liefde trouwde Clara met Isaac Reinder van Raesfelt. Hij was voornamelijk geïnteresseerd in de jacht, paarden en honden. Ze woonden in de buurt van Hardenberg, een plaats met weinig intellectuele uitdaging voor Clara. Waarschijnlijk begon Clara weer met dichten na het ontstane contact met Arnoud Vosmaer, directeur van de natuur- en kunstkabinetten van de stadhouder. Rond 1774 schreef ze haar bundel Heemse, een hofbosch- en veldzang. Gedichten verscheen in 1794. In deze bundel kijkt Clara terug op haar eerste liefde. In 1774 werd Clara lid van het Haagse dichtgenootschap Kunstliefde Spaart Geen Vlijt. In 1781 trad ze toe tot het Leidse taal- en dichtlievend genootschap Kunst  Wordt Door Arbeid Verkregen. Ze overleed in 1807. Het verpleegtehuis Clara Feyoenaheem in Hardenberg herinnert nog altijd aan het leven van deze dichter. Materiaal:   foto, tekst van Sytzema, Friese vlag Fotograaf:  onbekende maker [/expander_maker]

(1621-1699) Dichter

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

De Gelderse Sibylle van Griethuysen werd geboren in Buren als negende kind in een doopsgezinde familie. Ze leerde als kind Latijn, Frans en Spaans en maakte in haar jeugd de overstap naar de gereformeerde kerk. Op haar zeventiende trouwde Van Griethuysen met de Friese apotheker Upke Harmenszoon Wytzema met wie ze ook naar Friesland vertrok. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Van Griethuysen publiceerde in 1645 haar eerste dichtbundel: In rym gestelde claeg-liederen Jeremiae. Een tweede bundel volgde een jaar later: Spreeckende schildery. Ze liet zich in de bundel uit over de schijnheiligheid in de kerk. Dat leidde tot een hoogoplopend geschil in de kerkenraad van Appingedam. Uit de bundel blijkt dat Van Griethuysen ondersteund werd bij haar schrijverschap door de adellijke familie Ripperda uit Farmsum. Via de uitgever, Claude Fonteyne, kwam Van Griethuysen in contact met andere auteurs in Friesland en Groningen. Ook daarbuiten werd haar naam steeds  bekender. Van Griethuysen vertaalde een politiek getint gedicht van Constantijn Huygens en wisselde enkele gedichten met hem uit. Zo kwam ze in het zicht van een aantal Hollandse schrijvers als Hendrik Bruno, Jan Vos en Joan Blasius, die enkele gedichten van Van Griethuysen opnamen in hun werken. Het grootste werk van Van Griethuysen is haar aandeel in de Hemelse troost-borne uit 1651, een gezamenlijk werk van haar en Eydelshemius. Met de verhuizing naar Groningen in 1654 leerde Van Griethuysen de Groningse dichter Johan van Nyenborgh en zijn omgeving kennen. Via hem leerde ze ook de Friese dichters Eelckje van Bouricius en Sibylle van Jongestall kennen. Vanaf de jaren zestig richtte Van Griethuysen zich nauwelijks meer tot andere auteurs. Na de dood van haar man keerde ze terug naar Buren en publiceerde vermoedelijk niet meer. In 1674 hertrouwde Van Griethuysen met de  vermogende bierbrouwer Reynier Cornelis Groenevelt met wie ze in Veenendaal woonde. Hij overleed in 1691. Van Griethuysen overleed acht jaar later. In de jaren zestig van de twintigste eeuw werd haar graf geruimd tijdens een kerkrestauratie. Vooral vanwege het contact met Constantijn Huygens geniet de naam Van Griethuysen nog enige bekendheid, alhoewel uitgebreider onderzoek naar vrouwelijke schrijvers en hun netwerken misschien een ander licht laat schijnen op het leven van Van Griethuysen. Materiaal:   foto, koeien huid Fotograaf:  Jacob van Meurs naar Theodor Faber [/expander_maker]

(1613-1671) Prinses en later vorstin van Hohenzollern-Hechingen

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Maria Elisabeth was het eerste wettige kind van graaf Hendrik van den Bergh. Deels groeide ze op in de streng katholieke omgeving van de aartshertogin Isabella. Haar vader, die tot 1632 in dienst was geweest van de Spaanse Nederlanden en daarna in Staatse Dienst, zorgde ervoor dat Maria Elisabeth bekend was aan het Noord-Nederlandse en Zuid- Nederlandse hof. Maria Elisabeth was bevriend met Amalia van Solms en Elisabeth Stuart. Prins Eitel Friedrich vroeg Maria Elisabeth in 1628 ten huwelijk. Na twee jaar onderhandelen trouwde het paar in 1630. In de huwelijksvoorwaarden was vastgelegd dat Maria Elisabeth te allen tijde naar Nederland terug zou mogen keren. Ook trouwden ze buiten gemeenschap van goederen. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Met haar huwelijk kreeg Maria Elisabeth de titel van prinses. Afwisselend woonde ze in de Zuidelijke en  Noordelijke Nederlanden. Al vanaf 1635 leefden ze gescheiden van haar man die inmiddels grote schulden had opgelopen. Maria Elisabeth erfde daarentegen grote rijkdom van haar ouders. Dat zorgde voor veel strijd. Twee nichten dachten ook aanspraak te kunnen maken op het markizaat Bergen op Zoom. In 1648 was de strijd ten einde. Met de Vrede van Münster kreeg Maria Elisabeth Bergen op Zoom in bezit en in 1649 deed ze haar intrede. Als katholiek en met haar Zuid-Nederlandse achtergrond wachtte haar geen warm onthaal. Maria Elisabeth nam haar intrek in het Markiezenhof in Bergen op Zoom. Diverse kunstenaars gaf ze opdrachten. Zo richtte de beroemde beeldhouwer Quellinus een nieuwe hofkapel in en Gerard van Honthorst maakte portretten van haar dochter. Ze was bevriend met Constantijn Huijgens. In 1657 raakte Maria Elisabeth in problemen omdat zij de dochter van Elisabeth Stuart had geholpen bij haar overgang naar het katholicisme. Elisabeth Stuart wees Maria Elisabeth aan als de schuldige en verzocht de Staten-Generaal haar te straffen. Gedurende het onderzoek werd Maria Elisabeth alle bevoegdheden over de stad ontnomen, maar in 1659 werd de orde alweer hersteld. De Staten-Generaal herstelde Maria Elisabeths rechten. Ze overleed in 1671 op het Hof in Bergen op Zoom. Materiaal:   foto, collage, parelsnoer Fotograaf:  Anonime kunstenaar [/expander_maker]

(1768-1822) Toneelspeler

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Johanna Lindeman werd geboren in Amsterdam en in 1768 gedoopt in de Nieuwe Kerk aldaar. Als lid van een toneelfamilie stond ze al op vijfjarige leeftijd op het toneel. De Rotterdamse engagementsboeken geven aan dat dat vanaf 1776 regelmatig het geval was. Per speelseizoen ontvingen haar ouders voor hun gezamenlijke optreden 600 gulden. Vermoedelijk bleef Lindeman alleen in Rotterdam achter toen haar ouders in 1779 besloten naar Amsterdam te verhuizen. Toch keerde zij later ook terug naar de hoofdstad. Van een verdere toneelcarrière is echter niets bekend. Op 8 augustus overleed Johanna Lindeman. In het bericht over haar overlijden stond enkel vermeld dat zij ongehuwd was en naaister van beroep was. Materiaal:   foto, glazen belvormen Fotograaf:  Robbert Muys naar Nicolaas Muys [/expander_maker]

(1715-1771) Zakenvrouw en eerste vrije zwarte vrouw die met een blanke man trouwde

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Elisabeth Samson was het zevende en laatste kind van Nanoe, de maîtresse en slavin van een Surinaamse planter. Na zijn dood kochten de kinderen van Nanoe haar vrij. Elisabeth werd als vrije zwarte vrouw geboren en groeide op in het huis van haar halfzus Maria Jansz. Elisabeth werd in 1725 gedoopt in de Nederduitse Gereformeerde Kerk in Paramaribo. Via haar zus en zwager leerde ze het zakenleven en de blanke elite van Suriname kennen. Ze leerde bovendien rekenen en schrijven en kon meehelpen met de correspondentie en administratie in het bedrijf van haar zwager. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Elisabeth werd in 1737 ten onrechte verbannen uit Suriname. Ze had iemand beschuldigd van het beledigen van de gouverneur, maar omdat er geen andere getuigen waren kon dat niet worden bewezen. De gouverneur wilde dat iemand werd veroordeeld en zo werd Elisabeth onterecht beschuldigd. Het racistische gedachtegoed van de gouverneur kreeg zo een concrete vorm. Hij stelde dat zwarte volkeren altijd probeerden hun vrijheid te misbruiken en blanken tegenwerkten. Elisabeth vertrok naar Nederland. Daar werd de Staten-Generaal gevraagd om het vonnis te herzien en zij werd inderdaad in het gelijk gesteld. Ze keerde daarop terug naar Suriname. Een tweede juridische strijd draaide om het voorgenomen huwelijk van Elisabeth met de blanke man Christoph Policarpus Braband, koster van de gereformeerde kerk en directeur van een houtzagerij. In 1764 deed het stel aangifte van hun geplande huwelijk, maar het werd verboden omdat zwarten en blanken zich niet zouden mogen vermengen. Na drie jaar strijd deed de Staten-Generaal uitspraak in hun voordeel. Het huwelijk kon doorgang hebben, ware het niet dat Braband inmiddels was overleden. Elisabeth vond niettemin snel een andere man en trouwde in 1767 met Hermanus Daniel Zobre. Elisabeth Samson deed goede zaken. Ze bezat verschillende plantages en diverse huizen in Paramaribo. Met haar zus Nanette erfde ze de plantages van haar oudere zus waardoor ze konden uitgroeien tot belangrijke koffie-exporteurs. In 1767 lieten ze zelfs een eigen fregat bouwen in Amsterdam, maar tijdens een tocht in 1769 bleek het schip lek. De lading ging verloren maar de bemanning werd gelukkig gered. Het jaarinkomen van Elisabeth werd geschat tussen de 40.000 en 100.000 gulden. Ter vergelijking: de gouverneur verdiende zo’n 10.000 gulden. Elisabeth Samson overleed in 1771 op 55-jarige leeftijd. Haar man was de enige erfgenaam. De plantages die Elisabeth deelde met haar zus, moest ook Hermanus Zobre delen. Elisabeth werd vooral bekend door haar zelf vergaarde kapitaal en door haar huwelijk met een blanke man. Niet onomstreden was en is het feit dat zij, dochter van een slavin, zelf ook slaven bezat die werkten op haar koffieplantages. Cynthia McLeod gebruikte het levensverhaal van Elisabeth in de roman e vrije negerin Elisabeth. Materiaal:   foto, draad, parels Fotograaf:  Elisabeth Samson, een vrije, zwarte vrouw in het 18e eeuwse Suriname. [/expander_maker]
Content
Weight
DimensionsN/BN/BN/BN/BN/BN/B
Additional information
Select the fields to be shown. Others will be hidden. Drag and drop to rearrange the order.
  • Image
  • SKU
  • Rating
  • Price
  • Stock
  • Availability
  • Add to cart
  • Description
  • Content
  • Weight
  • Dimensions
  • Additional information
  • Attributes
  • Custom attributes
  • Custom fields
Click outside to hide the comparison bar
Compare