Eva Ment

600,00 incl. btw

(1606-1652) Vrouw van gouverneur-generaal Jan Pietersz. Coen

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Eva Ment, geboren in Amsterdam, werd op 1 januari 1606 gedoopt in de Oude Kerk. Vermoedelijk kwam ze via haar vaders netwerk in contact met Jan Pietersz. Coen. Hij zocht na zijn eerste termijn als gouverneur-generaal van de Vereenigde Oostindische Compagnie een bruid en vond Eva Ment in Amsterdam. Ze trouwden en in maart 1627 vertrok het echtpaar naar Batavia. Eva’s moeder, broer en zus en  het kind van Ment en Coen reisden mee.

Lees meer

Add to Wishlist
Add to Wishlist
Categorie: Tag:

Quick Comparison

SettingsEva Ment removeHenriette Boas removeMagdalena Moons removeIsabella Henriette van Eeghen removeElburg van (den) Boetzelaer removeElisabeth prinses van de Palts remove
NameEva Ment removeHenriette Boas removeMagdalena Moons removeIsabella Henriette van Eeghen removeElburg van (den) Boetzelaer removeElisabeth prinses van de Palts remove
Image
SKU
Rating
Price600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw
Stock

Uitverkocht

AvailabilityUitverkocht
Add to cart

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Lees meer

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Description

(1606-1652) Vrouw van gouverneur-generaal Jan Pietersz. Coen

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Eva Ment, geboren in Amsterdam, werd op 1 januari 1606 gedoopt in de Oude Kerk. Vermoedelijk kwam ze via haar vaders netwerk in contact met Jan Pietersz. Coen. Hij zocht na zijn eerste termijn als gouverneur-generaal van de Vereenigde Oostindische Compagnie een bruid en vond Eva Ment in Amsterdam. Ze trouwden en in maart 1627 vertrok het echtpaar naar Batavia. Eva’s moeder, broer en zus en  het kind van Ment en Coen reisden mee. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Het tweejarig verblijf van Ment in Batavia liep uit op een ramp. Broer Gerrit, moeder Sophia en dochter Geertruit overleden. Coen overleed in 1629 aan dysenterie. Vijf dagen ervoor was ze bevallen van hun tweede kind, Johanna. De eerste mogelijkheid om terug te keren naar Holland greep Ment aan. In december 1629 keerde ze terug met de retourvloot van admiraal Pieter van den Broecke. Dochter Johanna stierf onderweg. Op de terugreis leerde Ment haar tweede man kennen, Marinus Louwissen, een hoge VOCambtenaar. Ze vestigden zich in Amsterdam en kregen samen vier kinderen. Maar Ment zou ook haar tweede man overleven. Ze stond een derde keer voor het altaar om met Isaac Buys uit Arnemuiden te trouwen. Ment overleed in 1652 en werd begraven in de Westerkerk. Materiaal:   foto, veertjes Fotograaf:  Jacob Waben [/expander_maker]

(1911-2001) Journalist en publicist

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Henriette Boas groeide op in een traditioneel, maar liberaal, Amsterdams joods gezin. Ze rondde het Stedelijk Gymnasium af en ging, net als haar vader, klassieke talen studeren. Boas werd lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studenten Vereeniging en ze trad toe tot de Nederlandse Zionistische Studentenorganisatie. Voor de ‘joodse zaak’ zou ze zich haar leven lang inzetten. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Boas vertrok in februari 1940 naar Parijs, waar ze de Duitse inval meemaakte. Haar broer en zus waren toen al naar Palestina geëmigreerd. Zelf kon ze Parijs ontvluchten door de oversteek naar Londen te maken. Ze verhuisde in 1947 naar Jeruzalem en maakte een jaar later de stichting van de staat Israël mee. In Israël werkte ze als freelance journalist. Maar het leven in de nieuwe staat was zwaar en in 1951 keerde ze terug naar Amsterdam. Eenmaal terug op Nederlandse bodem werd Boas correspondent voor diverse Israëlische kranten zoals Ha-aretz en The Jerusalem Post. Daarnaast leverde ze bijdragen aan diverse joodse bladen en hield ze zich bezig met het schrijven van ingezonden brieven. Iets dat haar de naam ‘koningin van de ingezonden brief’ opleverde. Vanwege de beperkte inkomsten besloot ze ook aan de slag te gaan als docent klassieke talen. Bekendheid verwierf ze met haar rol in de zogenaamde Weinreb-affaire en de zaak Menten. Boas geloofde de verzetsverhalen van Weinreb niet en kreeg ook gelijk. Boas gaf een tip in de zaak Menten over de geplande veiling van zijn bezittingen. Die tip leidde tot nieuw onderzoek naar Mentens oorlogsverleden én een nieuwe veroordeling. Te midden van duizenden boeken, knipsels en tijdschriften overleed Boas in 2001 door een val in haar huis. Drie jaar later werd de Dr. Henriette Boas Prijs in het leven geroepen voor opmerkelijke journalistieke en populairwetenschappelijke prestaties. Materiaal:   foto, textiel Fotograaf:  Philip Mechanicus [/expander_maker]

(1541-1613) Held van Leidens Ontzet

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Moons groeide op in een invloedrijk Haags gezin. Haar vader stierf toen ze nog maar vijf jaar oud was. In de zomer van 1574 was Moons nog altijd ongetrouwd. Den Haag verkeerde in deze periode in een verlaten toestand. In 1572 waren de opstandelingen binnengevallen. Alle Hagenaars die daartoe in staat waren, waren gevlucht. In 1573 trok de Spaanse bevelhebber Francisco Valdez de stad binnen. Moons werd zijn geliefde. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Gedurende het ontzet van Leiden zou Moons een belangrijke rol hebben gespeeld. De stad werd uitgehongerd en dreigde zich over te geven. Volgens de overlevering wist Moons Valdez te overtuigen om de aanval op de stad uit te stellen. In ruil daarvoor zou ze met Valdez trouwen. Hij stelde de aanval inderdaad uit. Een beslissing die voor hem zeer ongunstig zou blijken te zijn. Vanwege een grote storm en de daarop volgende overstroming sloegen de manschappen op de vlucht. Geuzenleider Boisot kon Leiden met zijn vloot ontzetten en trok de stad binnen. Valdez vluchtte naar Den Haag. Daar werd hij gevangen genomen door woedende manschappen. Na zijn vrijlating trok Valdez naar Antwerpen waar hij vermoedelijk inderdaad met Moons trouwde. Moons hertrouwde na de dood van Valdez met jonker Willem de Bye. Na zijn dood trouwde ze met Jurriaan van Lennep. Op 72-jarige leeftijd overleed Moons in Utrecht. Lang werd ze vereerd als heldin van het Leidens ontzet. In verscheidene toneelstukken, gedichten en schilderijen werd Moons op die manier ook ‘afgeschilderd’ maar in de loop van de negentiende eeuw ontstond er twijfel over het verhaal. Sindsdien wordt het als onhistorisch beschouwd. Materiaal:   foto, 2x Fotograaf:  Cornelis Visscher [/expander_maker]

(1913-1996) Archivaris en historica

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Isabella (Isa) van Eeghen werd geboren in een vooraanstaand bankiersgezin en groeide op in de zogenaamde gouden bocht op de Herengracht in Amsterdam. Na de lagere school werd ze tot haar spijt naar de Middelbare Meisjes School gestuurd,  terwijl zij later juist verder wilde studeren. Om dit toch te kunnen bereiken, behaalde ze na de MMS in 1931 het Staatsexamen Gymnasium A. Daarna studeerde ze geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Op 9 december 1941 promoveerde Van Eeghen met een studie naar vrouwenkloosters in Amsterdam. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Mejuffrouw Van Eeghen, zoals zij zichzelf noemde, volgde na haar studie de archiefopleiding en inventariseerde vrijwillig het archief van de Waalse emeente in Amsterdam. Omdat er geen functie was als archivaris besloot ze een administratieve functie aan te nemen bij het Amsterdams Gemeentearchief. In 1947 werd ze uiteindelijk aangesteld als adjunctarchivaris.  Twee jaar eerder was ze uit het ouderlijk huis vertrokken om met vijf andere dames te gaan wonen aan de Prinsengracht. Van een huwelijk zou het nooit komen. In 1946 trad Van Eeghen als eerste vrouw toe het bestuur van het Genootschap Amstelodamum. Ze bleef tot 1967 ook het enige vrouwelijke bestuurslid. Van Eeghen schreef meer dan 600 artikelen in onder andere in Amstelodamum. Maandblad voor de kennis van Amsterdam en het Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum. Het wetenschappelijke werk gaf ze de voorkeur in plaats van hogerop te klimmen in de archiefwereld. Haar functie als adjunct gaf haar de ruimte te publiceren. Tot haar dood bleef Van Eeghen schrijven, bijvoorbeeld  over kloosters, dienstmeisjes, kunstenaars, gilden, kerken, drukkers en boekhandelaars, kranten, huizen, moorden, waaiers, hofjes, kinderen en dagboeken; alles altijd in relatie tot de stad Amsterdam. Omdat ze vraagstukken tot op de bodem uitzocht,  werd ze ook wel de ‘Miss Marple van de Amsterdamse geschiedschrijving’ genoemd. Belangrijke publicaties  waren De Amsterdamse Boekhandel, 1680-1725 (1960-1978) en De gilden. Theorie en praktijk uit 1965. Het Dagboek van broeder Wouter Jacobsz. (Gualtherus Jacobi Masius), prior van Stein (1572- 1578) dat zij ontdekte, is een belangrijke bron van informatie over de eerste jaren van de Nederlandse Opstand. Van Eeghen zorgde er ook voor dat het Gemeentearchief de unieke collectie negatieven van Jacob Olie (1834-1905) aankocht. Van Eeghen verzamelde niet alleen kennis. Ze verzamelde ook prenten en tekeningen en had een bijzondere collectie waaiers, die ze naliet aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Voor het Gemeentearchief kocht ze 138 tekeningen aan van tekenaar Christiaan Andriessen. Ze bleef tot haar dood in 1996 schrijven; het liefst aan de keukentafel in het huis aan de Prinsengracht. Uit de laatste stukken blijkt dat haar mentale gesteldheid achteruit ging. Voor de Amsterdamse geschiedschrijving is Van Eeghen van groot belang geweest. Ze ontving dan ook de Bucheliusprijs (1958), de Menno Herzbergerprijs (1965), de Zilveren Penning van de stad Amsterdam (1971) en de Zilveren Museummedaille van de stad Amsterdam (1988). Ze overleed in 1996 aan een hersenbloeding. Materiaal:   foto, collage Fotograaf:  W.M. Alberts [/expander_maker]

(1506-1568) Abdis

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Geboren als vijfde kind van Rutger van Boetzelaer en Berta van Arkel werd Elburg van Boetzelaer vernoemd naar haar grootmoeder. Vermoedelijk werd ze rond haar tiende door haar ouders ondergebracht in een klooster. De naam van Van Boetzelaer keert regelmatig terug in stukken van de abdij van Rijnsburg. In 1549 werd ze bevorderd van subpriores tot eerste priores. In 1533 werd Van Boetzelaer voorgedragen als nieuwe abdis. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Met de zuivering van de katholieke kerk golden er voor Van Boetzelaer andere regels dan voor haar voorganger. Er was niet langer een omvangrijke hofhouding en ze moest een abt van een ander klooster als spiritueel adviseur aannemen. Als abdis wist ze de pachtopbrengsten te verhogen en de abdij te renoveren. Bij de hongersnood van 1557 gaf ze duizenden hongerige mensen te eten. In 1568 overleed Van Boetzelaer. Ze werd bijgezet in de abdijkerk. Vooral bekend werd Van Boetzelaer vanwege een raam dat zij in 1561 schonk aan de St. Janskerk in Gouda. Het raam was bedoeld ter nagedachtenis aan haar familie en haarzelf. Door geschiedschrijvers uit de twintigste eeuw wordt niet alle haar machtige positie benoemd maar ook de middenweg die ze wist te vinden tussen de belangen van de kloostergemeenschap en het strenge katholicisme dat de overheid voorstond. Materiaal:   foto, collage Fotograaf:  voorstudie door Wouter Crabeth [/expander_maker]

(1618-1680) Prinses en beroemd vanwege haar correspondentie met onder andere René Descartes

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Elisabeth, prinses van de Palts, kwam op aarde in Heidelberg als oudste dochter van keurvorst Frederik V en Eilzabeth Stuart. Toen ze een jaar oud was verhuisde het gezin naar Praag omdat haar ouders het koninkrijk Bohemen aangeboden kregen. Al na een jaar werden ze daar verjaagd. Zonder land en zonder geld raakten ze verzeild in Den Haag. Ze kregen hulp van prins Maurits en ontvingen van de Staten-Generaal een financiële toelage. Prinses Elisabeth woonde eerst nog een tijd bij haar grootmoeder en tante in Brandenburg, maar kwam in 1628 ook naar Holland. Ze kreeg uitgebreid les in exacte vakken, aristocratische omgangsvormen en in diverse talen. Vermoedelijk kreeg ze ook les van hofschilder Gerard van Honthorst. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Nadat haar vader was overleden in 1632 verhuisde Elisabeth naar het hof van haar moeder aan de Kneuterdijk. Daar ontmoette ze rond 1640 filosoof René Descartes. In 1643 begonnen zij een brievencorrespondentie. Ze schreven elkaar onder meer over de relatie tussen verstand en gevoel, het geloof en de verbinding tussen lichaam en geest. Elisabeths inzichten hielpen Descartes zijn gedachten te scherpen. Descartes probeerde Elisabeth te troosten en te adviseren bij moeilijke levensvragen. Zijn werk Principia Philosophiae uit 1644 droeg hij dan ook op aan de prinses. Vanwege een conflict met haar moeder werd Elisabeth teruggestuurd naar Brandenburg, waar haar neef Frederik Willem keurvorst was. De verhuizing deed haar goed. De correspondentie met Descartes werd daarentegen minder intensief. Uiteindelijk overleed Descartes in 1650 aan een longziekte. Elisabeths brieven werden aan haar teruggestuurd. Dankzij de Vrede van Münster in 1648 konden de kinderen van Frederik V terug naar Heidelberg. Elisabeth trok uiteindelijk naar Herford, een plaatsje bij Bielefeld. Ze werd daar in 1667 abdis van het protestantse vrouwenklooster en bleef dat tot aan haar dood. Gedurende deze periode correspondeerde Elisabeth met filosoof Malebranche die verwant was aan Descartes. Voortkomend uit het gevoel dat ze niet gevonden had wat ze zocht, was godsdienst steeds belangrijker geworden voor Elisabeth. Ook had ze contact met wiskundige en filosoof Gottfried Wilhelm von Leibniz. In 1676-77 bood Elisabeth onderdak aan Robert Barclay en William Penn, twee vooraanstaande Quakers. Ze correspondeerde ook met hen, maar bleef zelf trouw aan het calvinisme. Uiteindelijk stierf Elisabeth in 1680, vermoedelijk aan kanker. Ze werd begraven in de Münsterkirche in Herford. De brieven van Elisabeth aan Descartes waren lang onvindbaar, maar werden in de negentiende eeuw teruggevonden. Met deze vondst werd duidelijk hoe groot de invloed van Elisabeth op Descartes moet zijn geweest. Materiaal:   foto, oorbellen, borduurdraad Fotograaf:  onbekende maker 1636 [/expander_maker]
Content
Weight
DimensionsN/BN/BN/BN/BN/BN/B
Additional information
Select the fields to be shown. Others will be hidden. Drag and drop to rearrange the order.
  • Image
  • SKU
  • Rating
  • Price
  • Stock
  • Availability
  • Add to cart
  • Description
  • Content
  • Weight
  • Dimensions
  • Additional information
  • Attributes
  • Custom attributes
  • Custom fields
Click outside to hide the comparison bar
Compare