Marie Cornelie van Wassenaer Obdam
€600,00 incl. btw
(1799-1850) Hofdame en schrijver van een reisdagboek
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Marie Cornélie gravin van Wassenaer Obdam, vrouwe van Twickel, Weldam en Olidam, baandervrouwe van Wassenaar en Zuidwijk, vrijvrouwe van Lage, vrouwe van Dieren, Obdam, Spierdijk, Hensbroek, Zijpe, Wogmeer en Kernhem werd geboren in Amsterdam in een rijke patriciërsfamilie. Haar moeder stierf toen Marie nog maar drie jaar oud was. Met haar vader woonde ze in de zomermaanden op landgoed Twickel en ’s winters in Den Haag. Ze kreeg onderwijs aan huis in moderne talen, Grieks, wiskunde, tekenen, muziek en borduren. Vanwege haar jicht en zwakke gestel kuurde ze vaak in Frankrijk en Duitsland. Op twaalfjarige leeftijd overleed ook de vader van Marie Cornélie waarmee ze werd overgeleverd aan de zorg van haar stiefmoeder Sophia Wilhelmina Petronella van Heeckeren van Kell. Die zorgde ervoor dat Marie Cornélie in 1816 meerderjarig werd verklaard en over haar deel van de erfenis van haar vader kon beschikken. Met haar stiefmoeder reisde Marie Cornélie mee in het gevolg van prinses Anna Paulowna, die haar familie, de Romanovs, in Sint Petersburg wilde bezoeken. Marie Cornélie hield een dagboek bij met daarin beschrijvingen van de diners, bals en gang van zaken aan het hof. Ook komt de lezer iets te weten over de toestand in Sint Petersburg, zoals de overstroming in november 1824 en de situatie in enkele kinderhuizen en fabrieken. In 1825 werd Marie Cornélie officieel hofdame van Anna Paulowna; een functie die ze in 1831 weer neer zou leggen. In dat jaar trouwde ze met haar neef Carel (Charles) van Heeckeren en nam ze haar intrek op landgoed Twickel. Carel liet het landgoed met het geld van zijn vrouw uitbreiden en opknappen. Marie Cornelie hield zich vooral bezig met armen- en ziekenbezoek. Het huwelijk bleef kinderloos. Ze stierf in 1850 en werd bijgezet bij haar vader en stiefmoeder in de dorpskerk van Wassenaar. Materiaal: foto, textiel, keramiek Fotograaf: Jean Baptsit van der Hulst
Quick Comparison
Settings | Marie Cornelie van Wassenaer Obdam remove | Maria van Utrecht remove | Christina Reinira van Reede remove | Elisabeth Samson remove | Judith Leyster remove | Maria Louise van Hessen-Kassel remove |
---|---|---|---|---|---|---|
Name | Marie Cornelie van Wassenaer Obdam remove | Maria van Utrecht remove | Christina Reinira van Reede remove | Elisabeth Samson remove | Judith Leyster remove | Maria Louise van Hessen-Kassel remove |
Image | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
SKU | ||||||
Rating | ||||||
Price | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw |
Stock | Uitverkocht | |||||
Availability | Uitverkocht | |||||
Add to cart | ||||||
Description | (1799-1850) Hofdame en schrijver van een reisdagboekInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMarie Cornélie gravin van Wassenaer Obdam, vrouwe van Twickel, Weldam en Olidam, baandervrouwe van Wassenaar en Zuidwijk, vrijvrouwe van Lage, vrouwe van Dieren, Obdam, Spierdijk, Hensbroek, Zijpe, Wogmeer en Kernhem werd geboren in Amsterdam in een rijke patriciërsfamilie. Haar moeder stierf toen Marie nog maar drie jaar oud was. Met haar vader woonde ze in de zomermaanden op landgoed Twickel en ’s winters in Den Haag. Ze kreeg onderwijs aan huis in moderne talen, Grieks, wiskunde, tekenen, muziek en borduren. Vanwege haar jicht en zwakke gestel kuurde ze vaak in Frankrijk en Duitsland. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Op twaalfjarige leeftijd overleed ook de vader van Marie Cornélie waarmee ze werd overgeleverd aan de zorg van haar stiefmoeder Sophia Wilhelmina Petronella van Heeckeren van Kell. Die zorgde ervoor dat Marie Cornélie in 1816 meerderjarig werd verklaard en over haar deel van de erfenis van haar vader kon beschikken. Met haar stiefmoeder reisde Marie Cornélie mee in het gevolg van prinses Anna Paulowna, die haar familie, de Romanovs, in Sint Petersburg wilde bezoeken. Marie Cornélie hield een dagboek bij met daarin beschrijvingen van de diners, bals en gang van zaken aan het hof. Ook komt de lezer iets te weten over de toestand in Sint Petersburg, zoals de overstroming in november 1824 en de situatie in enkele kinderhuizen en fabrieken. In 1825 werd Marie Cornélie officieel hofdame van Anna Paulowna; een functie die ze in 1831 weer neer zou leggen. In dat jaar trouwde ze met haar neef Carel (Charles) van Heeckeren en nam ze haar intrek op landgoed Twickel. Carel liet het landgoed met het geld van zijn vrouw uitbreiden en opknappen. Marie Cornelie hield zich vooral bezig met armen- en ziekenbezoek. Het huwelijk bleef kinderloos. Ze stierf in 1850 en werd bijgezet bij haar vader en stiefmoeder in de dorpskerk van Wassenaar. Materiaal: foto, textiel, keramiek Fotograaf: Jean Baptsit van der Hulst [/expander_maker] | (1551-1629) Echtgenoot van landsavdvocaat en raadspensionaris Johan van OldenbarneveltInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingAls buitenechtelijk kind van Magdalena van Utrecht groeide Maria op in Delft bij haar ooms. Haar verdere jeugd en afkomst zijn enigszins in nevelen gehuld. Ze trouwde met landsadvocaat en raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt en werkte in het huishouden van haar ongetrouwde ooms. De oudste, Jacob, gold als de rijkste regent van Delft. Maria werd erfgenaam van zijn fortuin, waar Johan van Oldenbarnevelt de beschikking over kreeg. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Na Van Oldenbarnevelts benoeming tot pensionaris van Rotterdam verhuisde het echtpaar naar Rotterdam. Op 29 augustus 1618 werd Johan van Oldenbarnevelt samen met enkele politieke geestverwanten gearresteerd op last van stadhouder Maurits. Pogingen van Maria om hem vrij te krijgen leverden niets op. Op 12 mei 1619 werd het doodvonnis uitgesproken. Afscheid nemen van hun man en vader werd Maria en haar kinderen niet gegund. De begrafenis had plaats in afwezigheid van de familie. Op de goederen van Van Oldenbarnevelt werd beslag gelegd. Maria probeerde haar deel uit de boedel terug te krijgen, maar dat lukte maar gedeeltelijk. Maria trok zich na de executie van haar man terug op landgoed Stoutenburg met haar jongste zoon Willem. Samen met zijn oudere broer Reynier beraamde Willem uit wraak een moordaanslag op de stadhouder, maar die werd voortijdig ontdekt. Reynier werd gearresteerd en net als zijn vader geëxecuteerd. Willem wist tijdig te vluchten. Maria werd diverse keren als historische figuur gebruikt in toneelstukken en beeldende kunst. Vooral haar smeekbede aan stadhouder Maurits om haar zoon in leven te houden werd regelmatig als onderwerp gekozen. Vaak gebeurde dit om te waarschuwen voor de gevaren van monarchale macht en mogelijke bedreiging van de constitutie. Materiaal: foto, takjes Fotograaf: Paulus Moreelse [/expander_maker] | (1776-1847) OrangistInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingChristina Reinira van Reede werd geboren als dochter van Frederik Christiaan Reindert van Reede, graaf van Athlone en heer van Amerongen en Christina van Tuyll van Serooskerken. Laatstgenoemde was bevriend met Belle van Zuylen en bekommerde zich vooral om de opvoeding van de in totaal negen kinderen. Vader Van Reede was bevriend met stadhouders Willem V en had daarmee een aanzienlijke carrière. Toen de patriotten in 1795 de macht grepen, vluchtte Frederik met zijn zoons naar Engeland. Zijn dochter Maria Wilhelmina was daar al als hofdame van Wilhelmina van Pruisen. Moeder bleef in eerste instantie met Christina en de andere kinderen in Nederland om in 1798 ook naar Engeland te gaan. In 1808 keerde Christina en haar moeder terug. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Christina van Reede werd bekend omdat zij zou hebben weten te voorkomen dat een bevriend generaal, Van der Capellen, ter dood veroordeeld werd. Ze reisde naar de Franse generaal Molitor en wist hem te overtuigen Van der Capellen vrij te laten. Zij moest als tegenprestatie wel de Marseillaise zingen. En dat deed ze: ze zong de melodie van de Marseillaise maar met de tekst van het Wilhelmus. Iets dat door Molitor niet werd opgemerkt. Overigens zijn er meerdere versies van het verhaal waarvan niet duidelijk is of en in hoeverre ze waar zijn. Uit aantekeningen van Charlotte Sophie van Aldenburg-Bentinck blijkt nog een paar zaken over het leven van Christina van Reede. Zo zou ze, terwijl ze wachtte op koning Willem I, haar stem eens goed uitgeprobeerd hebben in zijn paleis. Charlotte van Aldenburg-Bentinck noemde haar dan ook ‘a character’. Van Reede bleef ongetrouwd. Op latere leeftijd woonde ze samen met haar zus Maria Wilhelmina op Kasteel Amerongen. Christina van Reede overleed in 1847 op 67-jarige leeftijd. Enkele portretten zijn nog altijd te vinden in Kasteel Amerongen. Materiaal: foto, collage, crepe tape Fotograaf: onbekende maker [/expander_maker] | (1715-1771) Zakenvrouw en eerste vrije zwarte vrouw die met een blanke man trouwdeInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingElisabeth Samson was het zevende en laatste kind van Nanoe, de maîtresse en slavin van een Surinaamse planter. Na zijn dood kochten de kinderen van Nanoe haar vrij. Elisabeth werd als vrije zwarte vrouw geboren en groeide op in het huis van haar halfzus Maria Jansz. Elisabeth werd in 1725 gedoopt in de Nederduitse Gereformeerde Kerk in Paramaribo. Via haar zus en zwager leerde ze het zakenleven en de blanke elite van Suriname kennen. Ze leerde bovendien rekenen en schrijven en kon meehelpen met de correspondentie en administratie in het bedrijf van haar zwager. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Elisabeth werd in 1737 ten onrechte verbannen uit Suriname. Ze had iemand beschuldigd van het beledigen van de gouverneur, maar omdat er geen andere getuigen waren kon dat niet worden bewezen. De gouverneur wilde dat iemand werd veroordeeld en zo werd Elisabeth onterecht beschuldigd. Het racistische gedachtegoed van de gouverneur kreeg zo een concrete vorm. Hij stelde dat zwarte volkeren altijd probeerden hun vrijheid te misbruiken en blanken tegenwerkten. Elisabeth vertrok naar Nederland. Daar werd de Staten-Generaal gevraagd om het vonnis te herzien en zij werd inderdaad in het gelijk gesteld. Ze keerde daarop terug naar Suriname. Een tweede juridische strijd draaide om het voorgenomen huwelijk van Elisabeth met de blanke man Christoph Policarpus Braband, koster van de gereformeerde kerk en directeur van een houtzagerij. In 1764 deed het stel aangifte van hun geplande huwelijk, maar het werd verboden omdat zwarten en blanken zich niet zouden mogen vermengen. Na drie jaar strijd deed de Staten-Generaal uitspraak in hun voordeel. Het huwelijk kon doorgang hebben, ware het niet dat Braband inmiddels was overleden. Elisabeth vond niettemin snel een andere man en trouwde in 1767 met Hermanus Daniel Zobre. Elisabeth Samson deed goede zaken. Ze bezat verschillende plantages en diverse huizen in Paramaribo. Met haar zus Nanette erfde ze de plantages van haar oudere zus waardoor ze konden uitgroeien tot belangrijke koffie-exporteurs. In 1767 lieten ze zelfs een eigen fregat bouwen in Amsterdam, maar tijdens een tocht in 1769 bleek het schip lek. De lading ging verloren maar de bemanning werd gelukkig gered. Het jaarinkomen van Elisabeth werd geschat tussen de 40.000 en 100.000 gulden. Ter vergelijking: de gouverneur verdiende zo’n 10.000 gulden. Elisabeth Samson overleed in 1771 op 55-jarige leeftijd. Haar man was de enige erfgenaam. De plantages die Elisabeth deelde met haar zus, moest ook Hermanus Zobre delen. Elisabeth werd vooral bekend door haar zelf vergaarde kapitaal en door haar huwelijk met een blanke man. Niet onomstreden was en is het feit dat zij, dochter van een slavin, zelf ook slaven bezat die werkten op haar koffieplantages. Cynthia McLeod gebruikte het levensverhaal van Elisabeth in de roman e vrije negerin Elisabeth. Materiaal: foto, draad, parels Fotograaf: Elisabeth Samson, een vrije, zwarte vrouw in het 18e eeuwse Suriname. [/expander_maker] | (1609-1660) SchilderInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingJudith Leyster groeide op in een gezin met vier oudere zussen en een jongere broer. Het gezin woonde in Haarlem en later in Vreeland, hoewel niet bekend is of Judith Leyster daar ook woonde. Hoe Leyster schilder is geworden, is niet helemaal duidelijk. Mogelijk was ze in de leer bij schildersfamilie De Grebber. Het zou ook kunnen dat ze is begonnen als patroontekenaar bij haar vader. Zeer aannemelijk is echter dat ze ook bij Frans Hals in de leer is geweest. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] In 1633 liet Leyster zich inschrijven als lid van het Haarlemse Sint-Lucasgilde. Ze opende een eigen schilderswinkel en leidde leerlingen op. Ook had ze een knecht in dienst. Leyster schilderde zelf vooral genretaferelen op bescheiden formaat. Vermoedelijk schilderde ze dit werk voor de markt. Daarnaast schilderde ze ook een stilleven, een zelfportret, een aquarel van een tulp en een vrouwenportret. De meeste werken signeerde ze met het monogram JL. Vermoedelijk kende Leyster de man met wie ze in 1636 trouwde al sinds haar jeugd. Samen met deze Jan Miense Molenaer vertrok ze na haar trouwen naar Amsterdam. In 1648 keerden ze weer terug naar Haarlem. Molenaer had een atelier met leerlingen en was actief in de kunsthandel. Ook was hij actief op de huizenmarkt. Uit de periode van haar huwelijk is slechts één aquarel bekend van Leyster. Wellicht stopte ze met schilderen vanwege haar gezin. Anderen suggereren dat ze werkte in het atelier van haar man. Judith Leyster overleed in 1660. Tijdens haar leven werd ze geroemd door Haarlemse stadshistorici, maar na haar dood raakte ze snel in de vergetelheid. Tegenwoordig wordt ze gezien als een van de bekendste vrouwelijke kunstenaars uit de Gouden Eeuw. Materiaal: foto, houten ringen Fotograaf: zelfportret [/expander_maker] | (Marijke Meu) (1688-1765) Prinses van OranjeInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMaria Louise was het elfde kind van Carl van Hessen- Kassel en Maria Amalia van Koerland. Haar vader was een gewaardeerd bondgenoot van de Republiek in de anti-Franse coalitie. Maria Louise werd als geschikte huwelijkskandidaat gezien voor de Friese stadhouder Johan Willem Friso. Deze liet zijn oog inderdaad op de inmiddels 21-jarige vallen en het huwelijk werd in 1709 voltrokken. Al snel vertrok Friso om te vechten in de Spaande Successieoorlog. Maria Louise bleef in Kassel en verhuisde pas aan het begin van 1710 naar Leeuwarden. Het huwelijk duurde overigens maar twee jaar. Friso verdronk in 1711. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Zeven weken na het overlijden van haar man beviel Maria Louise van haar zoon Willem Karel Hendrik Friso. Na het overlijden van zowel haar man als haar moeder maakte ze een zware tijd door. Bovendien wilde haar schoonmoeder aangesteld worden als regentes en voogdes van haar kleinzoon. De Staten van Friesland besloten anders. Met hulp van haar vader wist Maria Louise de problemen te beteugelen. Toen haar zoon in 1731 meerderjarig werd, trad ze terug als regentes en stadhouder Willem IV trad aan. Maria Louise betrok het Princessehof in Leeuwarden en liet huis Mariënburg bouwen. Voor haar zoon arrangeerde ze een huwelijk met de Engelse prinses Anna van Hannover wat een mooie internationale vertakking opleverde. Na enige onrust werd Willem IV uiteindelijk stadhouder in alle gewesten en hij verhuisde met zijn hofhouding naar Den Haag. Nadat haar zoon en schoondochter beide overleden werd Maria Louise in 1759 opnieuw aangesteld als regentes, ditmaal voor haar kleinzoon. Ze overleed op 9 april 1765 aan een beroerte. Ze was zeer geliefd en in Friesland kreeg ze bijgenaamd Maaike Muoi (tante Marijke; in het Nederlands Marijke Meu). Ze werd bijgezet in de Grote Kerk van Leeuwarden. Materiaal: foto, collage Fotograaf: Johan Philipp Berr [/expander_maker] |
Content | ||||||
Weight | ||||||
Dimensions | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Additional information |