Elisabeth Samson
€600,00 incl. btw
(1715-1771) Zakenvrouw en eerste vrije zwarte vrouw die met een blanke man trouwde
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Elisabeth Samson was het zevende en laatste kind van Nanoe, de maîtresse en slavin van een Surinaamse planter. Na zijn dood kochten de kinderen van Nanoe haar vrij. Elisabeth werd als vrije zwarte vrouw geboren en groeide op in het huis van haar halfzus Maria Jansz. Elisabeth werd in 1725 gedoopt in de Nederduitse Gereformeerde Kerk in Paramaribo. Via haar zus en zwager leerde ze het zakenleven en de blanke elite van Suriname kennen. Ze leerde bovendien rekenen en schrijven en kon meehelpen met de correspondentie en administratie in het bedrijf van haar zwager. Elisabeth werd in 1737 ten onrechte verbannen uit Suriname. Ze had iemand beschuldigd van het beledigen van de gouverneur, maar omdat er geen andere getuigen waren kon dat niet worden bewezen. De gouverneur wilde dat iemand werd veroordeeld en zo werd Elisabeth onterecht beschuldigd. Het racistische gedachtegoed van de gouverneur kreeg zo een concrete vorm. Hij stelde dat zwarte volkeren altijd probeerden hun vrijheid te misbruiken en blanken tegenwerkten. Elisabeth vertrok naar Nederland. Daar werd de Staten-Generaal gevraagd om het vonnis te herzien en zij werd inderdaad in het gelijk gesteld. Ze keerde daarop terug naar Suriname. Een tweede juridische strijd draaide om het voorgenomen huwelijk van Elisabeth met de blanke man Christoph Policarpus Braband, koster van de gereformeerde kerk en directeur van een houtzagerij. In 1764 deed het stel aangifte van hun geplande huwelijk, maar het werd verboden omdat zwarten en blanken zich niet zouden mogen vermengen. Na drie jaar strijd deed de Staten-Generaal uitspraak in hun voordeel. Het huwelijk kon doorgang hebben, ware het niet dat Braband inmiddels was overleden. Elisabeth vond niettemin snel een andere man en trouwde in 1767 met Hermanus Daniel Zobre. Elisabeth Samson deed goede zaken. Ze bezat verschillende plantages en diverse huizen in Paramaribo. Met haar zus Nanette erfde ze de plantages van haar oudere zus waardoor ze konden uitgroeien tot belangrijke koffie-exporteurs. In 1767 lieten ze zelfs een eigen fregat bouwen in Amsterdam, maar tijdens een tocht in 1769 bleek het schip lek. De lading ging verloren maar de bemanning werd gelukkig gered. Het jaarinkomen van Elisabeth werd geschat tussen de 40.000 en 100.000 gulden. Ter vergelijking: de gouverneur verdiende zo’n 10.000 gulden. Elisabeth Samson overleed in 1771 op 55-jarige leeftijd. Haar man was de enige erfgenaam. De plantages die Elisabeth deelde met haar zus, moest ook Hermanus Zobre delen. Elisabeth werd vooral bekend door haar zelf vergaarde kapitaal en door haar huwelijk met een blanke man. Niet onomstreden was en is het feit dat zij, dochter van een slavin, zelf ook slaven bezat die werkten op haar koffieplantages. Cynthia McLeod gebruikte het levensverhaal van Elisabeth in de roman e vrije negerin Elisabeth. Materiaal: foto, draad, parels Fotograaf: Elisabeth Samson, een vrije, zwarte vrouw in het 18e eeuwse Suriname.
Uitverkocht
Quick Comparison
Settings | Elisabeth Samson remove | Maria Louise van Hessen-Kassel remove | Maria Petitpas remove | Christina Reinira van Reede remove | Catharina Jacoba van Someren remove | Magdalena Moons remove |
---|---|---|---|---|---|---|
Name | Elisabeth Samson remove | Maria Louise van Hessen-Kassel remove | Maria Petitpas remove | Christina Reinira van Reede remove | Catharina Jacoba van Someren remove | Magdalena Moons remove |
Image | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
SKU | ||||||
Rating | ||||||
Price | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw |
Stock | Uitverkocht | Uitverkocht | ||||
Availability | Uitverkocht | Uitverkocht | ||||
Add to cart | ||||||
Description | (1715-1771) Zakenvrouw en eerste vrije zwarte vrouw die met een blanke man trouwdeInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingElisabeth Samson was het zevende en laatste kind van Nanoe, de maîtresse en slavin van een Surinaamse planter. Na zijn dood kochten de kinderen van Nanoe haar vrij. Elisabeth werd als vrije zwarte vrouw geboren en groeide op in het huis van haar halfzus Maria Jansz. Elisabeth werd in 1725 gedoopt in de Nederduitse Gereformeerde Kerk in Paramaribo. Via haar zus en zwager leerde ze het zakenleven en de blanke elite van Suriname kennen. Ze leerde bovendien rekenen en schrijven en kon meehelpen met de correspondentie en administratie in het bedrijf van haar zwager. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Elisabeth werd in 1737 ten onrechte verbannen uit Suriname. Ze had iemand beschuldigd van het beledigen van de gouverneur, maar omdat er geen andere getuigen waren kon dat niet worden bewezen. De gouverneur wilde dat iemand werd veroordeeld en zo werd Elisabeth onterecht beschuldigd. Het racistische gedachtegoed van de gouverneur kreeg zo een concrete vorm. Hij stelde dat zwarte volkeren altijd probeerden hun vrijheid te misbruiken en blanken tegenwerkten. Elisabeth vertrok naar Nederland. Daar werd de Staten-Generaal gevraagd om het vonnis te herzien en zij werd inderdaad in het gelijk gesteld. Ze keerde daarop terug naar Suriname. Een tweede juridische strijd draaide om het voorgenomen huwelijk van Elisabeth met de blanke man Christoph Policarpus Braband, koster van de gereformeerde kerk en directeur van een houtzagerij. In 1764 deed het stel aangifte van hun geplande huwelijk, maar het werd verboden omdat zwarten en blanken zich niet zouden mogen vermengen. Na drie jaar strijd deed de Staten-Generaal uitspraak in hun voordeel. Het huwelijk kon doorgang hebben, ware het niet dat Braband inmiddels was overleden. Elisabeth vond niettemin snel een andere man en trouwde in 1767 met Hermanus Daniel Zobre. Elisabeth Samson deed goede zaken. Ze bezat verschillende plantages en diverse huizen in Paramaribo. Met haar zus Nanette erfde ze de plantages van haar oudere zus waardoor ze konden uitgroeien tot belangrijke koffie-exporteurs. In 1767 lieten ze zelfs een eigen fregat bouwen in Amsterdam, maar tijdens een tocht in 1769 bleek het schip lek. De lading ging verloren maar de bemanning werd gelukkig gered. Het jaarinkomen van Elisabeth werd geschat tussen de 40.000 en 100.000 gulden. Ter vergelijking: de gouverneur verdiende zo’n 10.000 gulden. Elisabeth Samson overleed in 1771 op 55-jarige leeftijd. Haar man was de enige erfgenaam. De plantages die Elisabeth deelde met haar zus, moest ook Hermanus Zobre delen. Elisabeth werd vooral bekend door haar zelf vergaarde kapitaal en door haar huwelijk met een blanke man. Niet onomstreden was en is het feit dat zij, dochter van een slavin, zelf ook slaven bezat die werkten op haar koffieplantages. Cynthia McLeod gebruikte het levensverhaal van Elisabeth in de roman e vrije negerin Elisabeth. Materiaal: foto, draad, parels Fotograaf: Elisabeth Samson, een vrije, zwarte vrouw in het 18e eeuwse Suriname. [/expander_maker] | (Marijke Meu) (1688-1765) Prinses van OranjeInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMaria Louise was het elfde kind van Carl van Hessen- Kassel en Maria Amalia van Koerland. Haar vader was een gewaardeerd bondgenoot van de Republiek in de anti-Franse coalitie. Maria Louise werd als geschikte huwelijkskandidaat gezien voor de Friese stadhouder Johan Willem Friso. Deze liet zijn oog inderdaad op de inmiddels 21-jarige vallen en het huwelijk werd in 1709 voltrokken. Al snel vertrok Friso om te vechten in de Spaande Successieoorlog. Maria Louise bleef in Kassel en verhuisde pas aan het begin van 1710 naar Leeuwarden. Het huwelijk duurde overigens maar twee jaar. Friso verdronk in 1711. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Zeven weken na het overlijden van haar man beviel Maria Louise van haar zoon Willem Karel Hendrik Friso. Na het overlijden van zowel haar man als haar moeder maakte ze een zware tijd door. Bovendien wilde haar schoonmoeder aangesteld worden als regentes en voogdes van haar kleinzoon. De Staten van Friesland besloten anders. Met hulp van haar vader wist Maria Louise de problemen te beteugelen. Toen haar zoon in 1731 meerderjarig werd, trad ze terug als regentes en stadhouder Willem IV trad aan. Maria Louise betrok het Princessehof in Leeuwarden en liet huis Mariënburg bouwen. Voor haar zoon arrangeerde ze een huwelijk met de Engelse prinses Anna van Hannover wat een mooie internationale vertakking opleverde. Na enige onrust werd Willem IV uiteindelijk stadhouder in alle gewesten en hij verhuisde met zijn hofhouding naar Den Haag. Nadat haar zoon en schoondochter beide overleden werd Maria Louise in 1759 opnieuw aangesteld als regentes, ditmaal voor haar kleinzoon. Ze overleed op 9 april 1765 aan een beroerte. Ze was zeer geliefd en in Friesland kreeg ze bijgenaamd Maaike Muoi (tante Marijke; in het Nederlands Marijke Meu). Ze werd bijgezet in de Grote Kerk van Leeuwarden. Materiaal: foto, collage Fotograaf: Johan Philipp Berr [/expander_maker] | (1566-1640) Vrouw en predikant Johannes Wtenbogaert, voorman van de RemonstrantenInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingVermoedelijk werd Maria Petitpas geboren in Den Bosch. In Wesel woonde ze met haar eerste man Francois aux Brebis. Na zijn dood leerde ze haar tweede man, Johannes Wtenbogaert, kennen. Zij trouwden in 1606 in Den Haag, waar ze zich ook vestigden. Petitpas beheerde de financiën in huis. Zelf had ze een omvangrijk vermogen. Gedurende het 12-jarig Bestand was het huis van Petitpas en Wtenbogaert een belangrijke plek voor remonstrantse predikanten die een tijdelijk onderkomen zochten. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Na de val van Johan van Oldenbarnevelt moest Wtenbogaert Holland ontvluchten. Hij trok naar Antwerpen. Petitpas bleef achter in Den Haag. In 1619 werd Wtenbogaert veroordeeld tot eeuwigdurende ballingschap en confiscatie van zijn bezit. Petitpas moest haar huis uit en afstaan aan een officier uit de kring van Maurits. Petitpas volgde daarop haar man naar Parijs en Rouen. Met hulp van anderen probeerde ze de veroordeling van haar man ongedaan te maken. De voortgang daarvan beschreef ze in brieven die ze vanuit Den Haag aan Wtenbogaert stuurde. Uit de briefwisseling wordt duidelijk dat ze een goede relatie moeten hebben gehad. Na de dood van Maurits keerde Petitpas terug naar Nederland, iets later gevolgd door haar man. In 1629 konden ze hun oude huis weer betrekken. De confiscatie was ongedaan gemaakt. In de jaren dertig verslechterde Petitpas gezondheid. Uiteindelijk overleed ze in 1640 en werd ze begraven in de Haagse Kloosterkerk. Materiaal: foto, textiel Fotograaf: atelier van Michiel Jansz [/expander_maker] | (1776-1847) OrangistInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingChristina Reinira van Reede werd geboren als dochter van Frederik Christiaan Reindert van Reede, graaf van Athlone en heer van Amerongen en Christina van Tuyll van Serooskerken. Laatstgenoemde was bevriend met Belle van Zuylen en bekommerde zich vooral om de opvoeding van de in totaal negen kinderen. Vader Van Reede was bevriend met stadhouders Willem V en had daarmee een aanzienlijke carrière. Toen de patriotten in 1795 de macht grepen, vluchtte Frederik met zijn zoons naar Engeland. Zijn dochter Maria Wilhelmina was daar al als hofdame van Wilhelmina van Pruisen. Moeder bleef in eerste instantie met Christina en de andere kinderen in Nederland om in 1798 ook naar Engeland te gaan. In 1808 keerde Christina en haar moeder terug. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Christina van Reede werd bekend omdat zij zou hebben weten te voorkomen dat een bevriend generaal, Van der Capellen, ter dood veroordeeld werd. Ze reisde naar de Franse generaal Molitor en wist hem te overtuigen Van der Capellen vrij te laten. Zij moest als tegenprestatie wel de Marseillaise zingen. En dat deed ze: ze zong de melodie van de Marseillaise maar met de tekst van het Wilhelmus. Iets dat door Molitor niet werd opgemerkt. Overigens zijn er meerdere versies van het verhaal waarvan niet duidelijk is of en in hoeverre ze waar zijn. Uit aantekeningen van Charlotte Sophie van Aldenburg-Bentinck blijkt nog een paar zaken over het leven van Christina van Reede. Zo zou ze, terwijl ze wachtte op koning Willem I, haar stem eens goed uitgeprobeerd hebben in zijn paleis. Charlotte van Aldenburg-Bentinck noemde haar dan ook ‘a character’. Van Reede bleef ongetrouwd. Op latere leeftijd woonde ze samen met haar zus Maria Wilhelmina op Kasteel Amerongen. Christina van Reede overleed in 1847 op 67-jarige leeftijd. Enkele portretten zijn nog altijd te vinden in Kasteel Amerongen. Materiaal: foto, collage, crepe tape Fotograaf: onbekende maker [/expander_maker] | (ca.1500-1580) Stichter van het Burgerweeshuis in AmersfoortInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingAls welgestelde inwoner van Amersfoort nam Catharina van Someren samen met een aantal anderen het initiatief om een weeshuis te stichten. Er kwam toestemming van het stadsbestuur en met geld van de oprichters werd het voormalige Begijnhof aangekocht. Enkele maanden later, in 1552, konden de eerste weeskinderen worden opgevangen. Amersfoort was met de oprichting en opening van het weeshuis een van de eersten. Veel andere steden kregen pas later een weeshuis. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Catharina van Someren was de eerste regentes van het weeshuis en ze was ook daadwerkelijk betrokken bij het reilen en zeilen van het weeshuis. Zo nam ze bijvoorbeeld wol mee uit Meppel voor uniformen van de wezen. In 1611 verhuisde het weeshuis naar het voormalige klooster Marienhof waar het tot 1931 gehuisvest bleef. Tot op heden hangt in de regentenkamer van het Marienhof het portret van Van Someren dat door Dirk Jacobsz. Van Oostzanen geschilderd is (ongedateerd portret). Materiaal: foto, collage, parels, houten paardje Fotograaf: Dirk Jacobz van Oostzanen [/expander_maker] | (1541-1613) Held van Leidens OntzetInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMoons groeide op in een invloedrijk Haags gezin. Haar vader stierf toen ze nog maar vijf jaar oud was. In de zomer van 1574 was Moons nog altijd ongetrouwd. Den Haag verkeerde in deze periode in een verlaten toestand. In 1572 waren de opstandelingen binnengevallen. Alle Hagenaars die daartoe in staat waren, waren gevlucht. In 1573 trok de Spaanse bevelhebber Francisco Valdez de stad binnen. Moons werd zijn geliefde. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Gedurende het ontzet van Leiden zou Moons een belangrijke rol hebben gespeeld. De stad werd uitgehongerd en dreigde zich over te geven. Volgens de overlevering wist Moons Valdez te overtuigen om de aanval op de stad uit te stellen. In ruil daarvoor zou ze met Valdez trouwen. Hij stelde de aanval inderdaad uit. Een beslissing die voor hem zeer ongunstig zou blijken te zijn. Vanwege een grote storm en de daarop volgende overstroming sloegen de manschappen op de vlucht. Geuzenleider Boisot kon Leiden met zijn vloot ontzetten en trok de stad binnen. Valdez vluchtte naar Den Haag. Daar werd hij gevangen genomen door woedende manschappen. Na zijn vrijlating trok Valdez naar Antwerpen waar hij vermoedelijk inderdaad met Moons trouwde. Moons hertrouwde na de dood van Valdez met jonker Willem de Bye. Na zijn dood trouwde ze met Jurriaan van Lennep. Op 72-jarige leeftijd overleed Moons in Utrecht. Lang werd ze vereerd als heldin van het Leidens ontzet. In verscheidene toneelstukken, gedichten en schilderijen werd Moons op die manier ook ‘afgeschilderd’ maar in de loop van de negentiende eeuw ontstond er twijfel over het verhaal. Sindsdien wordt het als onhistorisch beschouwd. Materiaal: foto, 2x Fotograaf: Cornelis Visscher [/expander_maker] |
Content | ||||||
Weight | ||||||
Dimensions | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Additional information |