Albertina Philippina Catharina van Tussenbroek

600,00 incl. btw

(1852-1925) Arts

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

De Utrechtse Catharine van Tussenbroek groeide op in een middenstandsgezin. In 1880 ging ze als een van de eerste Nederlandse vrouwen geneeskunde studeren. Na haar promotie in 1887 vestigde ze zich als arts voor vrouwen en meisjes in Amsterdam.

Lees meer

Uitverkocht

Add to Wishlist
Add to Wishlist

Quick Comparison

SettingsAlbertina Philippina Catharina van Tussenbroek removeElisabeth Sara Clasina de Swart removeAnnette Wiea Luka Poelman removeAnna Aleida de Beaufort removeJohanna Wilhelmina Antoinette Naber removeLouisa Constantia Julia Eduarda Went remove
NameAlbertina Philippina Catharina van Tussenbroek removeElisabeth Sara Clasina de Swart removeAnnette Wiea Luka Poelman removeAnna Aleida de Beaufort removeJohanna Wilhelmina Antoinette Naber removeLouisa Constantia Julia Eduarda Went remove
Image
SKUAnna Aleida de Beaufort
Rating
Price600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw
Stock

Uitverkocht

Uitverkocht

Uitverkocht

AvailabilityUitverkochtUitverkochtUitverkocht
Add to cart

Lees meer

Lees meer

Toevoegen aan winkelwagen

Lees meer

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Description

(1852-1925) Arts

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

De Utrechtse Catharine van Tussenbroek groeide op in een middenstandsgezin. In 1880 ging ze als een van de eerste Nederlandse vrouwen geneeskunde studeren. Na haar promotie in 1887 vestigde ze zich als arts voor vrouwen en meisjes in Amsterdam. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Van Tussenbroek hield zich actief bezig met de positie van de vrouw en pleitte onder andere voor een vakopleiding voor meisjes zodat zij economisch onafhankelijk konden worden. Ook het belang van medisch-hygiënische onderwerpen vond Van Tussenbroek belangrijk. Ze bepleitte bijvoorbeeld wettelijke bescherming van vrouwen en strenge straffen voor criminele aborteurs. Catharine van Tussenbroek was vanaf 1891 secretaris van de Nederlandsche Vereeniging voor Gynaecologie. Daarnaast was ze redacteur van het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde, hoofdbestuurslid van de Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst en vice-president (later president) van het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid. Als lid van de Algemeene Nederlandsche Vrouwen Organisatie probeerde ze in 1919 tevergeefs een Kamerzetel te bemachtigen. De naar Van Tussenbroek vernoemde stichting beheert een fonds dat beurzen uitkeert aan afgestudeerde vrouwelijke onderzoekers. Zo worden Van Tussenbroeks activiteiten voor vrouwen en meisjes én haar academische werk nog altijd gememoreerd. Materiaal:   foto, houten ring, eierschalen Fotograaf:  onbekende fotograaf [/expander_maker]

(1861-1951) Beeldhouwer en mecenas

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

lisabeth Sara Clasina de Swart was de dochter van kunstschilder Corstianus de Swart en Elisabeth IJntema. Ze groeide op in Arnhem in een doopsgezinde familie. Ze kreeg thuis les, van haar moeder in taal en literatuur en van haar vader in diverse kunstvakken. Met hulp van haar vader en het erfdeel van haar moeder kon zij zich in 1887 vestigen in Amsterdam. Daar begon ze aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid maar vertrok al snel om les te nemen bij beeldhouwer Lambertus Zijl. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] In Amsterdam werd De Swart deel van het culturele leven. Ze kocht het werk van de Tachtigers en ondersteunde sommigen zelfs. George Breitner en Jan Veth beeldden haar af en schrijver Willem Paap vormde de vrouwelijke hoofdpersoon van zijn roman Vincent Haman vermoedelijk naar De Swart. Met haar vriendin Baukje van Mesdag – Elisabeth de Swart was min of meer openlijk lesbisch – verhuisde ze in 1889 naar Parijs. Hier leerde ze kunstenaars als Vincent van Gogh, Odillon Redon en Auguste Rodin kennen. Door haar toedoen kreeg Redon in 1894 een tentoonstelling bij de Haagsche Kunstkring. Elisabeth woonde met haar vriendin Anna Vis tussen 1892 en 1894 in Rotterdam. Daarna betrokken ze een etage aan het Oosterpark in het zogenaamde Willem Witsenhuis in Amsterdam. Verschillende Tachtigers kwamen daar samen. Met Isaac Israëls, die beneden  woonde, en feministe Annette Versluys-Poelman verzorgden zij Willem Kloos, die aan depressies leed en alcoholist was. Met haar laatste partner, Emilie van Kerckhoff, woonde De Swart tussen 1898 en 1914 in Laren (NH). Ze maakte een aantal ontwerpen voor ’t Binnenhuis en werd lid van de Hilversumsche Kunstkring. Ze exposeerde bovendien op de tentoonstelling De vrouw 1813-1913. In Laren ontvingen De Swart en Van Kerckhoff kunstenaars en componisten als Gustav Mahler, Emile Bernard en Lodewijk van Deyssel. Het stel vertrok in 1914 vanwege financiële problemen definitief naar Italië. Van Kerckhoff en De Swart groeiden enigszins uit elkaar maar verbraken het  contact nooit. Elisabeth de Swart leidde een teruggetrokken leven, boetseerde en verkocht af en toe wat. Uiteindelijk zou ze in 1951 op Capri overlijden waar zij en Van Kerckhoff sinds 1920 woonden. Materiaal:   foto, collage, vilt Fotograaf:  George Hendrik Breitner [/expander_maker]

(1853-1914) Feminist en uitgever

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Annette Poelman was de dochter van een vooruitstrevende predikant die ook politiek actief was in de Tweede Kamer. Poelman leerde om onderwijzer te worden maar zou het beroep nooit uitoefenen. Ze trouwde in 1876 met Willem Versluys, boekhandelaar en uitgever in Groningen. Het gezin verhuisde in 1882 naar Amsterdam. Verschillende Tachtigers publiceerden hun werk bij Versluys en ook De Nieuwe Gids werd door Versluys uitgegeven. Poelman stond zo dicht op de culturele leven en de politieke avant-garde in de hoofdstad. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Met de oprichting van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK) in 1894 besloot Poelman toe te treden tot het bestuur. Ze reisde stad en land af om de VVK en haar doelstellingen bekendheid te geven en lokale afdelingen op te richten. Als president mengde ze zich voortdurend actief in het debat over de rol van vrouwen in de maatschappij. In 1901 was ze medeoprichter van de Vrijzinnig Democratische Bond die algemeen kiesrecht voor meerderjarige mannen en vrouwen als belangrijkste punt had. Ook binnen de uitgeverij was Poelman actief. Ze voerde sinds 1894 het contact met auteurs en deed de financiële administratie van het bedrijf. De uitgeverij zou na dat jaar ook diverse feministische uitgaven verzorgen. Poelman was in 1897 medeoprichtster van de Vereeniging ‘Onderlinge Vrouwenbescherming’ (OV) die erop gericht was financiële en andersoortige steun te bieden aan ongehuwde moeders en hun kinderen. In 1905 richtte ze een tehuis op, Tehuis Annette, dat onderdak verleende aan bovengenoemde groep. Hier werden moeders overtuigd hun kind niet af te staan, maar werden zij geholpen om werk te vinden en voor het kind te zorgen. Na de oprichting van het tehuis besloot Poelman zich voornamelijk te richten op de uitgeverij en Tehuis Annette. Wel tekende ze als een van de weinige vrouwen in 1912 de oproep van het Nederlandsch Wetenschappelijk Humanitair Komitee om voor homoseksuelen geen andere wetten te creëren dan voor andere burgers. Op 10 februari 1914 overleed Annette Poelman. Ze werd op haar laatste tocht naar het station, op weg naar Bremen, begeleid door honderden feministes. De kist was bedekt met een vlag in de kleuren geel en wit, de kleuren die symbool stonden voor het vrouwenkiesrecht. Materiaal:   foto, textiel, vilt, stiksels Fotograaf:  onbekende fotograaf [/expander_maker]

(1880 - 1975) Grootgrondbezitter

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Anna Aleida de Beaufort was de dochter van Arnoud Jan de Beaufort, lange tijd burgemeester van Leusden en Stoutenburg. Anna kreeg thuis onderwijs van haar gouvernantes en groeide op in een welvarend milieu. In 1926 overleed moeder Maria. en paar jaar later overleden ook vader Arnoud en haar broer Ernest Louis. Anna, ook wel Annie genoemd, bleef alleen achter en richtte in 1948 Stichting de Boom op dat het landgoed Huize De Boom waar zij was opgegroeide moest beschermen. De Beaufort leefde sober, maar had als groot grondbezitter een belangrijke rol in de agrarische samenleving. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Om de mensen in de buurt te beschermen tegen allerlei kwade invloeden richtte De Beaufort diverse verenigingen op. Zo liet ze een bibliotheek oprichten, stimuleerde ze muziekvereniging Lisiduna en de voetbalvereniging in Leusden. Vanaf 1927 leidde De Beaufort de protestantse fractie in de raad van Leusden. Keer op keer werd ze herkozen in de raad. In 1975 overleed Anna de Beaufort. In Leusden herinnert de Anna Aleidalaan aan de vrouw die  zichzelf liever Juffrouw Annie noemde. Materiaal:   foto, gedroogde planten Fotograaf:  onbekende fotograaf [/expander_maker]

(1859-1941) Feminist en historicus

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Johanna Naber werd geboren in Zwolle maar verhuisde in 1870 naar Amsterdam. Haar vader was daar benoemd tot hoogleraar aan het Atheneum Illustre. Vanwege een handicap bleef Naber klein en liep ze moeilijk. Haar vader gaf haar thuis les als ze daardoor niet in staat was naar school te gaan. In 1876 haalde ze het eindexamen van de Hogere Burgerschool voor meisjes. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Naber publiceerde haar eerste boekje, Handelingen bij het kunstnaaldwerk, in 1887. Ze zat in de examencommissies bij handwerkexamens en was regentes van de Amsterdamse Werk- en Leerschool voor meisjes. Toch verdiepte ze zich ook in andere dan huishoudelijke onderwerpen. Verschillende intellectuelen kwamen bij de familie thuis en zo kwam Naber met allerlei ideeën in aanraking. Ze ging zich steeds meer in de geschiedenis verdiepen. In 1890 publiceerde ze de biografische studie Kracht in zwakheid I. Het beeld van Angélique Arnauld, abdis van Port Royal (1591-1661). Na haar dertigste raakte Naber steeds meer betrokken bij het feminisme. Ze hielp mee met de voorbereidingen van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898 en werkte als redacteur van het blad Vrouwenarbeid dat bij de tentoonstelling werd uitgegeven. Haar inzet werd beloond met de grote gouden medaille die door de koningin beschikbaar was gesteld. Vanaf dat moment werd de vrouwenbeweging een steeds groter aandachtspunt voor Naber. In 1898 werd ze lid van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht en van 1904 tot 1906 was ze bestuurslid van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht. Als lid van de Historische Commissie werkte ze ook mee aan de totstandkoming van de tentoonstelling ‘De vrouw. 1813-1913’. Door de koningin werd ze benoemd tot ‘Eeredame in de Huisorde van Oranje’ om een aantal maanden later ook nog te worden onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. In 1914 richtte Naber De Nederlandsche Vrouwengids op, een tijdschrift over vrouwenvraagstukken.  Vanaf 1917 was Naber presidente van de Nationale Vrouwenraad en raakte zo ook betrokken bij de Internationale Vrouwenraad. Naber werd in 1918 als eerste vrouw lid van het dagelijks bestuur van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Ook was ze lid van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap, het Historisch Genootschap en erelid van de Vereeniging van Vrouwen met een Academische Opleiding. Samen met Wilhelmina Posthumus-van der Groot en Rosa Manus richtte ze in 1935 het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV). Naber overleed in 1941 nadat zij haar hele leven voor haar ouders en twee alleenstaande broers had gezorgd. Ze liet een uitgebreid oeuvre na dat zijn zwaartepunt had op historisch en politiek feministisch gebied. De Franse overheersing van Nederland, maar ook de levens van bekende vrouwen hadden haar bijzondere aandacht gehad. Met haar vrouwenbiografieën en feministische gedenkschriften was Naber de eerste geschiedschrijver van de Nederlandse vrouwenbeweging. Materiaal:   foto, textiel, collage Fotograaf:  onbekende fotograaf [/expander_maker]

(Louise) (1865-1951) Woningopzichter en directeur N.V. Bouwonderneming Jordaan

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Louisa Went groeide op in een Waals-hervormd gezin dat woonde aan de Amsterdamse Herengracht. Ze trad in eerste instantie toe tot de kerk, maar voelde zich later meer aangetrokken tot het socialisme. Sociaalliberaal feministe Hélene Mercier, grondlegger van het maatschappelijk werk, was een inspiratiebron. Vooral haar stukken over het woningvraagstuk spraken Went aan. Went leerde haar persoonlijk kennen en via Mercier nam ze zitting in verschillende commissies die zich bezighielden met uiteenlopende woningvraagstukken. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Went werd in 1896 lid van een commissie die onderzocht of het bouwen van arbeiderswoningen zonder overheidssteun mogelijk was. Het betrof een gebied in de Amsterdamse Jordaan waar huizen moesten komen. In Engeland ontmoette ze Octavia Hill, ’s werelds eerste woningopzichter. Hill knapte bij voorkeur krotten op terwijl Went zicht richtte op nieuwbouw. In Amsterdam vroeg Went architect Jan  van der Pek woningen te ontwerpen voor een braakliggend terrein aan de Lindengracht. Ze werd directeur van N.V. Bouwonderneming Jordaan en bleef op die manier betrokken bij de bouw van nieuwe woningen. Ook werd ze woningopzichter. Ze haalde de huur op en hield toezicht op de huurders en het huurdersreglement. Met sociaal werker Maria Muller-Lulofs richtte Went in 1899 de School voor Maatschappelijk werk op, de eerste in zijn soort. Tot 1945 zou Went als president van de school betrokken zijn. Ze trouwde in 1902 met architect Jan van der Pek. Samen waren ze betrokken bij de oprichting van de Vereniging Amsterdams Bouwfonds en het Amsterdams Tehuis voor Arbeiders. Van der Pek bouwde beide complexen, Went beheerde ze. Went kreeg in 1934 de zilveren medaille van de stad Amsterdam. Gedurende de oorlog financierde ze voedselpakketten voor gedetineerden in concentratiekampen. Ze overleed in 1951. Ter nagedachtenis werd in 1964 het Louise Wenthuis gebouwd in Amsterdam; een flatgebouw bedoeld voor alleenstaande vrouwen. In Leiden en Amsterdam herinneren straten aan de vrouw die zich als een van de eersten bezighield met sociale woningbouw. Materiaal:   foto, collage met kaart van eigen werk Fotograaf:  onbekende fotograaf [/expander_maker]
Content
Weight
DimensionsN/BN/BN/BN/BN/BN/B
Additional information
Select the fields to be shown. Others will be hidden. Drag and drop to rearrange the order.
  • Image
  • SKU
  • Rating
  • Price
  • Stock
  • Availability
  • Add to cart
  • Description
  • Content
  • Weight
  • Dimensions
  • Additional information
  • Attributes
  • Custom attributes
  • Custom fields
Click outside to hide the comparison bar
Compare