Francina de Zeeuw
€600,00 incl. btw
(Francien) (1922-2015) Verzetstrijder en eerste vrouwelijke militair
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Francina de Zeeuw, geboren en getogen in Terneuzen, raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog samen met haar ouders betrokken bij het verzet. Als telefoniste kon zij de telefoongesprekken van de bezetter afluisteren en informatie onderscheppen. Vader De Zeeuw waarschuwde vervolgens de betrokkenen. Al snel breidde het verzetswerk van Francien zich uit. Ze regelde voedselbonnen en onderduikadressen en smokkelde identiteitsbewijzen en wapens naar Amsterdam. De Zeeuw en de andere leden van verzetsgroep Fassaert werden in september 1944 ontdekt door terugtrekkende Duitsers. Door buikloop te veinzen zag zij kans wapens in het toilet te dumpen. Toch werd de groep vastgezet. Alhoewel hen in eerste instantie executie stond te wachten, mocht de groep de volgende nacht in vrijheid vertrekken. De Zeeuw trok later met twee anderen door de frontlinie in Zeeuws-Vlaanderen om de Canadezen te informeren over de terugtrekking van de Duitsers. De Canadezen beschoten een gebied waar geen Duitsers meer zaten, waardoor burgers onnodig risico liepen. Medeverzetsstrijder Jan Kars kwam om tijdens deze gevaarlijke tocht. De moed van De Zeeuw bleef niet onopgemerkt. Na de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen roemde de Britse pers haar als ‘heroine of Zeeland’. Vanuit Londen werd ze benaderd met het verzoek mee te werken aan de oprichting van een vrouwenafdeling van de marine, de Marine Vrouwen Afdeling (MARVA). Als vrouwen zelf belangstelling toonden om dienst te nemen, zou Koningin Wilhelmina het initiatief in overweging nemen. De Zeeuw verzamelde een groep van 12 vrouwen en de oprichting van MARVA was op 31 oktober 1944 een feit. Francien de Zeeuw was het eerste lid en daarmee de eerste vrouwelijke militair van Nederland. Na de Duitse capitulatie vertrok De Zeeuw naar Nederlands-Indië. De MARVA’s ondersteunden de strijd daar vooral administratief. Hun aanwezigheid zorgde ervoor dat een man vrijgemaakt kon worden voor de ‘echte’ strijd. Hoewel De Zeeuw moeite had met de hiërarchie en de behandelingen van vrouwen, werd ze uiteindelijk toch tot officier benoemd. Zij verzette zich daarbij niettemin stevig tegen het feit dat vrouwen van adel voorrang kregen bij officiersbenoemingen. De Zeeuw keerde in 1947 definitief terug naar Nederland. Zij ging werken bij de PTT maar kreeg later vanwege haar huwelijk ontslag. Ze wijdde zich aan haar kinderen en bekleedde diverse bestuursfuncties binnen het protestants-christelijke onderwijs. In 2012 ontving de toenmalige minister Jeanine Hennis-Plasschaert de eerste MARVA tweemaal. De Zeeuw overleed in september 2015, 93 jaar oud. Bij leven ontving zij drie onderscheidingen: het Oorlogsherinneringskruis, het Ereteken voor Orde en Vrede en het Verzetsherdenkingskruis. Natasza Tardio publiceerde in 2017 de biografie Francien de Zeeuw. Van verzetsheldin tot eerste vrouwelijke militair. Materiaal: foto, landkaart, postzegels Fotograaf: onbekende fotograaf
Quick Comparison
Settings | Francina de Zeeuw remove | Marion Herbst remove | Henriette Boas remove | Annie M.G. Schmidt remove | Nancy Sophia Cornélie Tendeloo remove | Etty Hillesum remove |
---|---|---|---|---|---|---|
Name | Francina de Zeeuw remove | Marion Herbst remove | Henriette Boas remove | Annie M.G. Schmidt remove | Nancy Sophia Cornélie Tendeloo remove | Etty Hillesum remove |
Image | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
SKU | ||||||
Rating | ||||||
Price | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw |
Stock | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | ||
Availability | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | ||
Add to cart | ||||||
Description | (Francien) (1922-2015) Verzetstrijder en eerste vrouwelijke militairInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingFrancina de Zeeuw, geboren en getogen in Terneuzen, raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog samen met haar ouders betrokken bij het verzet. Als telefoniste kon zij de telefoongesprekken van de bezetter afluisteren en informatie onderscheppen. Vader De Zeeuw waarschuwde vervolgens de betrokkenen. Al snel breidde het verzetswerk van Francien zich uit. Ze regelde voedselbonnen en onderduikadressen en smokkelde identiteitsbewijzen en wapens naar Amsterdam. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] De Zeeuw en de andere leden van verzetsgroep Fassaert werden in september 1944 ontdekt door terugtrekkende Duitsers. Door buikloop te veinzen zag zij kans wapens in het toilet te dumpen. Toch werd de groep vastgezet. Alhoewel hen in eerste instantie executie stond te wachten, mocht de groep de volgende nacht in vrijheid vertrekken. De Zeeuw trok later met twee anderen door de frontlinie in Zeeuws-Vlaanderen om de Canadezen te informeren over de terugtrekking van de Duitsers. De Canadezen beschoten een gebied waar geen Duitsers meer zaten, waardoor burgers onnodig risico liepen. Medeverzetsstrijder Jan Kars kwam om tijdens deze gevaarlijke tocht. De moed van De Zeeuw bleef niet onopgemerkt. Na de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen roemde de Britse pers haar als ‘heroine of Zeeland’. Vanuit Londen werd ze benaderd met het verzoek mee te werken aan de oprichting van een vrouwenafdeling van de marine, de Marine Vrouwen Afdeling (MARVA). Als vrouwen zelf belangstelling toonden om dienst te nemen, zou Koningin Wilhelmina het initiatief in overweging nemen. De Zeeuw verzamelde een groep van 12 vrouwen en de oprichting van MARVA was op 31 oktober 1944 een feit. Francien de Zeeuw was het eerste lid en daarmee de eerste vrouwelijke militair van Nederland. Na de Duitse capitulatie vertrok De Zeeuw naar Nederlands-Indië. De MARVA’s ondersteunden de strijd daar vooral administratief. Hun aanwezigheid zorgde ervoor dat een man vrijgemaakt kon worden voor de ‘echte’ strijd. Hoewel De Zeeuw moeite had met de hiërarchie en de behandelingen van vrouwen, werd ze uiteindelijk toch tot officier benoemd. Zij verzette zich daarbij niettemin stevig tegen het feit dat vrouwen van adel voorrang kregen bij officiersbenoemingen. De Zeeuw keerde in 1947 definitief terug naar Nederland. Zij ging werken bij de PTT maar kreeg later vanwege haar huwelijk ontslag. Ze wijdde zich aan haar kinderen en bekleedde diverse bestuursfuncties binnen het protestants-christelijke onderwijs. In 2012 ontving de toenmalige minister Jeanine Hennis-Plasschaert de eerste MARVA tweemaal. De Zeeuw overleed in september 2015, 93 jaar oud. Bij leven ontving zij drie onderscheidingen: het Oorlogsherinneringskruis, het Ereteken voor Orde en Vrede en het Verzetsherdenkingskruis. Natasza Tardio publiceerde in 2017 de biografie Francien de Zeeuw. Van verzetsheldin tot eerste vrouwelijke militair. Materiaal: foto, landkaart, postzegels Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (1944-1995) Sieraadontwerpster, edelsmid en docentInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMarion Herbst kwam in 1944 ter wereld in een Duits kloosterhospitaal, dertig kilometer van de Nederlandse grens. Samen met haar moeder was ze van Berlijn naar Nederland gereisd om zich na enige omzwerving uiteindelijk in Amsterdam te vestigen. Vanwege hun Duitse achtergrond hadden moeder en dochter het in de naoorlogse jaren in Nederland niet makkelijk. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Herbst werd opgeleid aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam, tegenwoordig de Gerrit Rietveld Academie. Met haar overstap van beeldhouwen naar edelsmeden, leerde ze ook Berend Peter Hogen Esch kennen, met wie ze in 1967 ging samenwonen. Haar eerste collectie sieraden toonde Herbst op de tentoonstelling Sieraad ’69 in Galerie Het Kapelhuis in Amersfoort. Ze viel op met speelse sieraden van kleurig perspex en zilver en het Rijk kocht een aantal stukken aan. Tussen 1970 en 1975 exposeerde ze regelmatig in Galerie Sieraad. Vanaf 1976 was Galerie Ra haar vaste galerie. Herbst zag het sieraad als autonoom beeldend kunstwerk dat niet per se gedragen hoefde te worden. Onconventionele materialen, zoals een doucheslang, verwerkte ze in haar objecten. Met vier andere kunstenaars richtte ze in 1974 de Bond van Oproerige Edelsmeden (BOE) op. Zij wilden, ten opzichte van het streng dogmatische Hollands Glad, een ander geluid laten klinken. De BOE tentoonstelling in Londen heette dan ook niet voor niets Revolt in Jewellery. De BOE bracht in 1975 de Vereniging van Edelsmeden en Sieraadontwerpers (VES) voort. Herbst begon in 1978 als docent aan het Mollerinstituut in Tilburg. Ze woonde vanaf 1979 met Hogen Esch in Veen (Noord-Brabant). Ze maakte sieraden en verbouwde groenten in haar eigen tuin. Samen met Henriette Wiessing ontwierp ze in die periode de serie ‘Lintjes’. In 1984 maakte ze de ‘T-ring’, een T-vormig stuk dat tussen de vingers geklemd kon worden waardoor een ring niet nodig was. Naast haar sieraadobjecten maakte Herbst ook werken van keramiek, tekeningen en gouaches. Ze ontving in 1982 de Françoise van den Bosch Prijs voor haar oeuvre en werkzaamheden op sieraadgebied. Van 1981 tot en met 1992 doceerde ze aan de Gerrit Rietveld Academie. Als organisator van talloze tentoonstellingen en als lid van verschillende besturen en jury’s speelde Herbst een belangrijke rol in het bekendmaken van het Nederlandse sieraad. Ook in de Raad voor de Kunst, Dutch Form Foundation en de Stichting Françoise van den Bosch was ze actief. Behalve in Nederland werd het werk van Herbst getoond in Oostenrijk, Italië, de VS en Duitsland. In 1993 volgde een overzichtstentoonstelling het Stedelijk Museum Amsterdam. Ze ontving in datzelfde jaar ook de Emmy van Leersumprijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Herbst overleed in 1995 aan de gevolgen van kanker. Haar sieraden zijn opgenomen in de collecties van CODA Museum, het Stedelijk Museum Amsterdam, Museum Arnhem, Gemeentemuseum Den Haag en het Centraal Museum in Utrecht. Materiaal: foto's, textiel Fotograaf: Berend Peter Hogen Esch [/expander_maker] | (1911-2001) Journalist en publicistInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingHenriette Boas groeide op in een traditioneel, maar liberaal, Amsterdams joods gezin. Ze rondde het Stedelijk Gymnasium af en ging, net als haar vader, klassieke talen studeren. Boas werd lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studenten Vereeniging en ze trad toe tot de Nederlandse Zionistische Studentenorganisatie. Voor de ‘joodse zaak’ zou ze zich haar leven lang inzetten. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Boas vertrok in februari 1940 naar Parijs, waar ze de Duitse inval meemaakte. Haar broer en zus waren toen al naar Palestina geëmigreerd. Zelf kon ze Parijs ontvluchten door de oversteek naar Londen te maken. Ze verhuisde in 1947 naar Jeruzalem en maakte een jaar later de stichting van de staat Israël mee. In Israël werkte ze als freelance journalist. Maar het leven in de nieuwe staat was zwaar en in 1951 keerde ze terug naar Amsterdam. Eenmaal terug op Nederlandse bodem werd Boas correspondent voor diverse Israëlische kranten zoals Ha-aretz en The Jerusalem Post. Daarnaast leverde ze bijdragen aan diverse joodse bladen en hield ze zich bezig met het schrijven van ingezonden brieven. Iets dat haar de naam ‘koningin van de ingezonden brief’ opleverde. Vanwege de beperkte inkomsten besloot ze ook aan de slag te gaan als docent klassieke talen. Bekendheid verwierf ze met haar rol in de zogenaamde Weinreb-affaire en de zaak Menten. Boas geloofde de verzetsverhalen van Weinreb niet en kreeg ook gelijk. Boas gaf een tip in de zaak Menten over de geplande veiling van zijn bezittingen. Die tip leidde tot nieuw onderzoek naar Mentens oorlogsverleden én een nieuwe veroordeling. Te midden van duizenden boeken, knipsels en tijdschriften overleed Boas in 2001 door een val in haar huis. Drie jaar later werd de Dr. Henriette Boas Prijs in het leven geroepen voor opmerkelijke journalistieke en populairwetenschappelijke prestaties. Materiaal: foto, textiel Fotograaf: Philip Mechanicus [/expander_maker] | Anna Maria Geertruida Schmidt (1911-1995) SchrijverInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingAnna Maria Geertruida Schmidt werd door iedereen Zus genoemd. Ze werd geboren in Kapelle (Zeeland) als dochter van een predikant. Haar jeugd was weinig gelukkig. Ze was een verlegen kind, mollig, droeg andere kleren dan haar leeftijdsgenootjes en kon al gauw lezen. De verhalen die haar moeder haar vertelde, vormden een welkome afleiding. Na de lagere school ging Schmidt naar de HBS in Goes, volgens Schmidt een ‘akelige school’. Na haar eindexamen ging ze naar Den Haag om notariaat te studeren. Feest en mannen bleken veel interessanter. Ze raakte zwanger, liet abortus plegen en verruilde haar studie voor een cursus typen. In het najaar van 1932 begon Schmidt aan een opleiding tot bibliothecaresse. In 1938 debuteerde ze met twee gedichten in het protestantschristelijke tijdschrift Opwaartsche Wegen. Vanaf 1941 was Schmidt directeur van de Openbare Bibliotheek in Vlissingen. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Met haar betrekking bij Het Parool werd het schrijftalent van Schmidts pas echt duidelijk. Aangemoedigd door mensen als Simon Carmiggelt, Han G. Hoekstra en Henri Knap schreef Schmidt versjes voor het journalistencabaret ‘De Inktvis’. Voortdurend was het kleinburgerlijke onderwerp van Schmidts pen. Haar vrolijke en ironische toon was waar de samenleving behoefte aan had. In 1948 ontmoette Schmidt via een contactadvertentie haar man Dick van Duijn. Omdat hij getrouwd was duurde het jaren voordat ze echt samen konden zijn. Zijn vrouw weigerde te scheiden. Bijna vier jaar na de geboorte van hun zoon Flip, in 1954, gingen Schmidt en Van Duijn samenwonen. Schmidt was inmiddels bekend geworden met het radiohoorspel In Holland staat een huis dat tussen 1952 en 1958 werd uitgezonden door de VARA. In 1957 nam Schmidt afscheid van Het Parool om zich te kunnen richten op musicals en stukken voor toneel en tv. Ze schreef de serie Pension Hommeles, de succesvolle TV-serie Ja zuster, nee zuster en de musicals Heerlijk duurt het langst en Wat een planeet. Voor haar eerste, niet in opdracht geschreven, kinderroman Minoes ontving Schmidt in 1971 een Zilveren Griffel. De Arbeiderspers wilde Pluk van de Petteflet niet publiceren maar Schmidts zaakwaarnemer wist uitgeverij Querido te interesseren. Het boek met illustraties van Fiep Westendorp won ook een Zilveren Griffel. Otje kreeg de Gouden Griffel in 1981.Om de drukte te ontvluchten, was Schmidt steeds vaker in Zuid-Frankrijk. Maar hier miste ze haar vrienden en de gezelligheid. De relatie met Van Duijn werd bovendien steeds problematischer: hij was ziek, erg jaloers en somber. Ze keerden daarom terug naar Nederland. Daar koos Van Duijn voor de dood. Schmidt was aan zijn zijde. Na deze ingewikkelde periode pakte Schmidt haar pen weer op, maar veel verscheen er niet meer. Wel stond ze uitgebreid in de belangstelling met vele interviews, optredens en herdrukken van haar werk. Na de Constantijn Huygensprijs in 1987 kreeg Schmidt in 1988 de Hans Christian Andersenprijs uit handen van Astrid Lindgren. Kort na haar 84ste verjaardag overleed Annie M.G. Schmidt. Drie biografieën werden over Schmidt geschreven. Ook een televisieserie over haar leven volgde. Er kwam bovendien een jaarlijkse Annie M.G. Schmidtprijs voor het beste theaterlied, een jaarlijkse Annie M.G. Schmidtdag op 20 mei, een Annie M.G. Schmidtleerstoel voor jeugdliteratuur, een website en Annie Schmidt werd een van de vijftig vensters in de canon van Nederland. Materiaal: foto, elastiekjes Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Corry) (1897-1956) Jurist en politicusInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingCorry Tendeloo werd geboren op Sumatra in Nederlands-Indië. Na het overlijden van haar vader keerde het gezin terug naar Leiden. Tendeloo besloot naar haar middelbare school in Utrecht rechten te gaan studeren. Daar kwam ze in aanraking met de vrouwenbeweging. Ze was bestuurslid van het Studenten-Genootschap voor Sociale Studie en vertegenwoordigde de Utrechtsche Vrouwelijke Studentenvereeniging in de Nationale Vrouwenraad. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Ze verhuisde in 1925 naar Amsterdam en werkte vanaf 1927 als zelfstandig advocaat. Ze werd actief in diverse verenigingen, zoals de Nederlandsche Vrouwenclub,de Nederlandsche Vereeniging van Vrouwen met Academische Opleiding (VVAO) en de Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap (VVGS). Ook was zij bestuurslid en later vicevoorzitter van de afdeling Amsterdam van de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en voorzitter van de Coöperatieve Woonvereeniging Het Nieuwe Huis aan het Roelof Hartplein, waar ze zelf ook woonde. Nadat in 1937 een wetsvoorstel was ingediend om gehuwde vrouwen van de arbeidsmarkt te weren, organiseerde Tendeloo protestbijeenkomsten in heel Nederland. De Vrijzinnig-Democratische Bond besloot Tendeloo op de verkiezingslijst voor de Provinciale Staten van Noord-Holland te zetten. Ondanks een ruime hoeveelheid voorkeursstemmen werd ze niet verkozen. Het zorgde wel voor een verkiesbare plaats op de lijst voor de Amsterdamse gemeenteraad waar ze inderdaad zitting in kreeg. Met het opgaan van de VDB in de PvdA kwam Tendeloo na Tweede Wereldoorlog voor de PvdA terecht in de Tweede Kamer. Ook daar bleef ze de wettelijke positie van de vrouw aankaarten. Ze streed onder meer voor gelijke lonen en de opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw in het huwelijksrecht. In 1954 werd door haar toedoen de Rijksbelastingacademie opengesteld voor vrouwen. Voor het blad Vrouwenbelangen schreef ze van 1946 tot 1956 de rubriek ‘Parlementaria’, waarin ze toelichting gaf op actuele politieke zaken. In 1955 werd een naar Tendeloo vernoemde motie ingediend in de Tweede Kamer. Het moest afgelopen zijn met de overheidsbemoeienis met werkende en getrouwde vrouwen. Volgens Tendeloo was het een zaak van de vrouwen zelf of zij wel of niet wilden werken als ze getrouwd waren. Alle vrouwelijke Kamerleden stemden voor de motie die uiteindelijk met 46 tegen 44 stemmen werd aangenomen. Het ontslag van huwende en gehuwde ambtenaressen werd in 1957 afgeschaft. Overigens konden anderszinswerkende, gehuwde vrouwen nog steeds worden ontslagen. Op 59-jarige leeftijd overleed Corry Tendeloo. Anneke Linders publiceerde in 2003 een biografie over haar leven. Materiaal: foto, lepel, kralen, draad Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Esther) (1914-1943) SchrijverInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingEtty Hillesum was het oudste kind in een nietpraktiserende joodse familie. Ze doorliep het gymnasium waar haar vader rector was. Ze interesseerde zich al vroeg voor Russische taal en cultuur en was veel in de bibliotheek te vinden. Ook thuis was er veel aandacht voor literatuur, muziek en andere kunstvormen. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Hillesum vertrok in 1932 naar Amsterdam waar ze genoot van het studentenleven. Naast rechten studeerde ze Slavische talen. In Amsterdam begon ze aan het dagboek waarmee ze later beroemd zou worden. Op advies van haar psycholoog en psychochiroloog (handlezer) Julius Spier (1887-1942) beschreef zij in de periode van 9 maart 1941 tot en met 12 oktober 1942 haar leven en de effecten van de Jodenvervolging in bezet Nederland. Het idee was dat ze zo orde zou kunnen aanbrengen in haar innerlijke chaos. Bovendien was het dagboek een eerste stap in haar streven om romanschrijfster te worden. Alhoewel ze er relatie met haar huisbaas op naast hield was Spier haar grote liefde en leermeester. In de kringen van Spier vond ze rust. Liefde en verdraagzaamheid behoorden tot de basis van haar leven. Hillesum besloot dan ook niet onder te duiken, maar vrijwillig in Westerbork te gaan werken. Ze vond dat ze het lot van haar volk en zichzelf moest kunnen dragen. Het gezin Hillesum – vader, moeder, Etty en haar broer – werden op 7 september 1943 vanuit Westerbork afgevoerd naar Auschwitz. Waarschijnlijk leefde Etty daar nog enkele weken voordat ze werd vermoord. Haar brieven en het dagboek werden uitgegeven in zes talen en werden wereldberoemd. In Deventer herinnert het Etty Hillesum Centrum en het Etty Hilleseum College aan haar. Materiaal: foto, collage met werk van ……. Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] |
Content | ||||||
Weight | ||||||
Dimensions | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Additional information |