Marion Herbst
€600,00 incl. btw
(1944-1995) Sieraadontwerpster, edelsmid en docent
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Marion Herbst kwam in 1944 ter wereld in een Duits kloosterhospitaal, dertig kilometer van de Nederlandse grens. Samen met haar moeder was ze van Berlijn naar Nederland gereisd om zich na enige omzwerving uiteindelijk in Amsterdam te vestigen. Vanwege hun Duitse achtergrond hadden moeder en dochter het in de naoorlogse jaren in Nederland niet makkelijk. Herbst werd opgeleid aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam, tegenwoordig de Gerrit Rietveld Academie. Met haar overstap van beeldhouwen naar edelsmeden, leerde ze ook Berend Peter Hogen Esch kennen, met wie ze in 1967 ging samenwonen. Haar eerste collectie sieraden toonde Herbst op de tentoonstelling Sieraad ’69 in Galerie Het Kapelhuis in Amersfoort. Ze viel op met speelse sieraden van kleurig perspex en zilver en het Rijk kocht een aantal stukken aan. Tussen 1970 en 1975 exposeerde ze regelmatig in Galerie Sieraad. Vanaf 1976 was Galerie Ra haar vaste galerie. Herbst zag het sieraad als autonoom beeldend kunstwerk dat niet per se gedragen hoefde te worden. Onconventionele materialen, zoals een doucheslang, verwerkte ze in haar objecten. Met vier andere kunstenaars richtte ze in 1974 de Bond van Oproerige Edelsmeden (BOE) op. Zij wilden, ten opzichte van het streng dogmatische Hollands Glad, een ander geluid laten klinken. De BOE tentoonstelling in Londen heette dan ook niet voor niets Revolt in Jewellery. De BOE bracht in 1975 de Vereniging van Edelsmeden en Sieraadontwerpers (VES) voort. Herbst begon in 1978 als docent aan het Mollerinstituut in Tilburg. Ze woonde vanaf 1979 met Hogen Esch in Veen (Noord-Brabant). Ze maakte sieraden en verbouwde groenten in haar eigen tuin. Samen met Henriette Wiessing ontwierp ze in die periode de serie ‘Lintjes’. In 1984 maakte ze de ‘T-ring’, een T-vormig stuk dat tussen de vingers geklemd kon worden waardoor een ring niet nodig was. Naast haar sieraadobjecten maakte Herbst ook werken van keramiek, tekeningen en gouaches. Ze ontving in 1982 de Françoise van den Bosch Prijs voor haar oeuvre en werkzaamheden op sieraadgebied. Van 1981 tot en met 1992 doceerde ze aan de Gerrit Rietveld Academie. Als organisator van talloze tentoonstellingen en als lid van verschillende besturen en jury’s speelde Herbst een belangrijke rol in het bekendmaken van het Nederlandse sieraad. Ook in de Raad voor de Kunst, Dutch Form Foundation en de Stichting Françoise van den Bosch was ze actief. Behalve in Nederland werd het werk van Herbst getoond in Oostenrijk, Italië, de VS en Duitsland. In 1993 volgde een overzichtstentoonstelling het Stedelijk Museum Amsterdam. Ze ontving in datzelfde jaar ook de Emmy van Leersumprijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Herbst overleed in 1995 aan de gevolgen van kanker. Haar sieraden zijn opgenomen in de collecties van CODA Museum, het Stedelijk Museum Amsterdam, Museum Arnhem, Gemeentemuseum Den Haag en het Centraal Museum in Utrecht. Materiaal: foto’s, textiel Fotograaf: Berend Peter Hogen Esch
Uitverkocht
Quick Comparison
Settings | Marion Herbst remove | Maria Austria remove | Cox Habbema remove | Hanny Schaft remove | Ellen Burka remove | Renate Ida Rubinstein remove |
---|---|---|---|---|---|---|
Name | Marion Herbst remove | Maria Austria remove | Cox Habbema remove | Hanny Schaft remove | Ellen Burka remove | Renate Ida Rubinstein remove |
Image | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
SKU | ||||||
Rating | ||||||
Price | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw |
Stock | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | |||
Availability | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | |||
Add to cart | ||||||
Description | (1944-1995) Sieraadontwerpster, edelsmid en docentInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMarion Herbst kwam in 1944 ter wereld in een Duits kloosterhospitaal, dertig kilometer van de Nederlandse grens. Samen met haar moeder was ze van Berlijn naar Nederland gereisd om zich na enige omzwerving uiteindelijk in Amsterdam te vestigen. Vanwege hun Duitse achtergrond hadden moeder en dochter het in de naoorlogse jaren in Nederland niet makkelijk. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Herbst werd opgeleid aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam, tegenwoordig de Gerrit Rietveld Academie. Met haar overstap van beeldhouwen naar edelsmeden, leerde ze ook Berend Peter Hogen Esch kennen, met wie ze in 1967 ging samenwonen. Haar eerste collectie sieraden toonde Herbst op de tentoonstelling Sieraad ’69 in Galerie Het Kapelhuis in Amersfoort. Ze viel op met speelse sieraden van kleurig perspex en zilver en het Rijk kocht een aantal stukken aan. Tussen 1970 en 1975 exposeerde ze regelmatig in Galerie Sieraad. Vanaf 1976 was Galerie Ra haar vaste galerie. Herbst zag het sieraad als autonoom beeldend kunstwerk dat niet per se gedragen hoefde te worden. Onconventionele materialen, zoals een doucheslang, verwerkte ze in haar objecten. Met vier andere kunstenaars richtte ze in 1974 de Bond van Oproerige Edelsmeden (BOE) op. Zij wilden, ten opzichte van het streng dogmatische Hollands Glad, een ander geluid laten klinken. De BOE tentoonstelling in Londen heette dan ook niet voor niets Revolt in Jewellery. De BOE bracht in 1975 de Vereniging van Edelsmeden en Sieraadontwerpers (VES) voort. Herbst begon in 1978 als docent aan het Mollerinstituut in Tilburg. Ze woonde vanaf 1979 met Hogen Esch in Veen (Noord-Brabant). Ze maakte sieraden en verbouwde groenten in haar eigen tuin. Samen met Henriette Wiessing ontwierp ze in die periode de serie ‘Lintjes’. In 1984 maakte ze de ‘T-ring’, een T-vormig stuk dat tussen de vingers geklemd kon worden waardoor een ring niet nodig was. Naast haar sieraadobjecten maakte Herbst ook werken van keramiek, tekeningen en gouaches. Ze ontving in 1982 de Françoise van den Bosch Prijs voor haar oeuvre en werkzaamheden op sieraadgebied. Van 1981 tot en met 1992 doceerde ze aan de Gerrit Rietveld Academie. Als organisator van talloze tentoonstellingen en als lid van verschillende besturen en jury’s speelde Herbst een belangrijke rol in het bekendmaken van het Nederlandse sieraad. Ook in de Raad voor de Kunst, Dutch Form Foundation en de Stichting Françoise van den Bosch was ze actief. Behalve in Nederland werd het werk van Herbst getoond in Oostenrijk, Italië, de VS en Duitsland. In 1993 volgde een overzichtstentoonstelling het Stedelijk Museum Amsterdam. Ze ontving in datzelfde jaar ook de Emmy van Leersumprijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Herbst overleed in 1995 aan de gevolgen van kanker. Haar sieraden zijn opgenomen in de collecties van CODA Museum, het Stedelijk Museum Amsterdam, Museum Arnhem, Gemeentemuseum Den Haag en het Centraal Museum in Utrecht. Materiaal: foto's, textiel Fotograaf: Berend Peter Hogen Esch [/expander_maker] | (Maria Karoline) (1915 - 1975) FotograafInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMaria Oestreicher werd geboren in Karlsbad (in het tegenwoordige Tsjechië) en groeide op in een artistiek joods milieu. In Wenen volgde ze een vakopleiding fotografie. Vanwege de steeds striktere maatregelen tegen joden verliet Oestreicher in 1937 Wenen om bij haar zus in Amsterdam te gaan wonen. Oestreicher fotografeerde daar modellen met de breipatronen van haar zus en besloot de naam Maria Austria te gebruiken. Ze trouwde in 1942 met de Duitse zakenman Hans Bial. Aan de oproep zich te melden in Westerbork gaf ze, in tegenstelling tot haar man en zus, geen gehoor. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Ze werkte als verpleegster en kindermeisje tot ze in 1943 moest onderduiken. In de onderduik kreeg ze een verhouding met verzetsstrijder Henk Jonker. Hij vervalste persoonsbewijzen met de door Austria genomen pasfoto’s. Na de bevrijding scheidde Austria van haar man en pakte ze haar werk weer op. Ze maakte modereportages, maar had een voorkeur voor maatschappelijk georiënteerde fotoreportages van Nederland in wederopbouw. In 1945 richtte ze met Henk Jonker, Aart Klein en Wim Zilver Rupe fotobureau Particam op, een samenvoeging van ‘partizanen camera’. Austria maakte naam als fotograaf van de podiumkunsten. Met Jonker werkte ze voor opdrachtgevers als het Holland Festival, de Nederlandse Opera Stichting en het Concertgebouworkest. Later, na de scheiding van Jonker, nam ze afstand van de glamourfotografie. Ze richtte zich op het experimentele en sociaal-politieke theater en maakte expressieve foto’s waarbij ze dicht op de huid van haar onderwerp zat. Als fotograaf zette ze zich vol overtuiging in om fotografie als volwaardige kunstdiscipline erkend te krijgen mét een eigen budget op de kunstbegroting. Fotografen zouden bovendien meer erkenning moeten krijgen, bijvoorbeeld door het vermelden van de naam van de fotograaf bij foto’s in de krant. Maria Austria overleed onverwachts op 59-jarige leeftijd. Haar naam leeft onder meer voort in het Maria Austria Instituut en de Maria Austria Prijs, die elke twee jaar door het Amsterdams Fonds voor de Kunst wordt uitgereikt. Materiaal: foto, collage, draad Fotograaf: zelfportret [/expander_maker] | (Cornelia) (1944-2016) Acteur en regisseurInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingCox Habbema groeide op in Amsterdam. Hier ging ze naar het gymnasium en studeerde ze later rechten. In een voorstelling van het studententoneel viel haar acteertalent op. Ze kreeg het advies naar de toneelschool te gaan. Habbema werd aangenomen en in 1967 studeerde ze af aan de Amsterdamse toneelschool.Daarna acteerde ze twee jaar bij toneelgroep Centrum. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Vanwege haar huwelijk met de Duitse acteur Eberhard Esche vertrok ze naar Oost-Duitsland. Ze voelde zich op haar plek in het maatschappelijke thea ter dat gedwongen was zich te verhouden tot het communistische bestuur. Ze behoorde tot een groep acteurs die kritisch was op het DDR-regime en continu probeerde aan de censuur te ontsnappen. Vanaf 1984 verbleef ze vaker in Nederland en in 1986 werd ze directeur van de Amsterdamse Stadsschouwburg. Daar probeerde ze de programmering toegankelijker te maken voor een breder publiek. Na haar afscheid in 1996 werkte ze als freelanceregisseur voor toneel en opera en vervulde ze een aantal bestuursfuncties in de culturele sector. Cox Habbema overleed in 2016. Ze leed aan de ziekte van Alzheimer. Café Cox, aan de zijkant van de Amsterdamse Stadsschouwburg, herinnert nog altijd aan haar. In Berlijn houdt Theater Habbema haar streven naar kunst van maatschappelijk belang in ere met een programma van geëngageerd toneel, boekpresentaties en forumgesprekken. Materiaal: foto, klei, blauw strooizand Fotograaf: Roland Gerrits [/expander_maker] | (Jannetje Johanna) (1920-1945) VerzetstrijderInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingJannetje Schaft kwam uit een socialistisch gezin. Ze ging naar school in Haarlem en haalde in 1937 haar HBS-B diploma. Hierna studeerde ze rechten aan de Universiteit van Amsterdam. In 1943 verliet ze de universiteit omdat ze weigerde de loyaliteitsverklaring te ondertekenen. Een jaar eerder was Schaft betrokken geweest bij het vervalsen van persoonswijzen. Ze nam ze mee, bijvoorbeeld van mensen uit het Zuiderbad, en overhandigde ze aan een studiegenoot die ze liet vervalsen. In het voorjaar van 1943 doken twee Joodse studiegenoten onder bij haar ouders in Haarlem. Kort erna sloot ze zich aan bij de Raad van Verzet, afdeling Haarlem. Ze werkte veel als koerier. Samen met Jan Bonekamp heeft Schaft een aantal collaborateurs neergeschoten. Op 21 juni 1944 ging dat mis. Schaft schoot de Zaanse politiecommandant Ragut neer, maar die kon nog net op Bonekamp schieten voor hij overleed. Bonekamp werd dodelijk geraakt. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Schaft dook hierna onder in Haarlem maar bleef werkzaam in het verzet. Samen met Truus Oversteegen verrichtte ze koerierswerk. Schaft nam deel aan het opblazen van een Duitse munitietrein bij Santpoort en het ophalen van vijf kisten munitie van de Kriegsmarine in de haven van IJmuiden. Op 21 maart 1945 ging Schaft met illegale bladen en een pistool per fiets naar IJmuiden. In Haarlem-Noord werd ze gepakt door de Duitsers en overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam. Ze bekende vijf liquidaties te hebben uitgevoerd. Op bevel van Willy Lages, Aussendienstleiter bij de Sicherheitspolizei, werd Schaft op 17 april 1945 gefusilleerd in de duinen van Overveen. Op 27 november van dat jaar werden haar stoffelijke resten herbegraven op de erebegraafplaats van Bloemendaal, als enige vrouw tussen de verder mannelijke verzetsstrijders. Het leven van Schaft werd verfilmd onder de titel Het meisje met het rode haar. Materiaal: foto, borduursels Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Ellen Ruth Danby) (1921-2016) KunstschaatserInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingEllen Ruth Danby werd geboren in Amsterdam als dochter van een Duits-Joodse vader en moeder. Ellen hield van dansen en muziek en in 1933 werd ze verliefd op het ijsdansen. Omdat ze talent had, mocht ze van haar ouders op les. ’s Winters gaf ze met haar danspartner en een bevriend duo demonstraties op het ondergelopen land van boerderijen rondom Amsterdam. Toen de oorlog uitbrak kwam er een einde aan deze optredens. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] In september 1941 werden alle publieke plekken, zoals schaatsbanen, verboden verklaard voor Joden. Ellen mocht ook niet meer naar de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Zus Margaret schatte de situatie ernstiger in dan de rest van de familie en dook onder. Vader, moeder en Ellen werden in 1943 op transport gezet naar Westerbork. Vader en moeder werden op transport gesteld naar Sobibor en werden daar vermoord. Ellen had in Westerbork opgegeven dat ze nationaal kampioene kunstrijden was. Een leugen die er voor zorgde dat ze voorlopig niet op transport hoefde. Kampcommandant Gemmeker wilde haar namelijk zien optreden en daarom werd Ellen te werk gesteld bij een boer. Hier kon ze op de bevroren vijver trainen. Door het uitblijven van vorst kwam het nooit tot een optreden. Na haar verblijf op de boerderij werkte ze als dienstmeisje bij de kamparchitect, maar als straf voor het feit dat ze dronken was gevoerd door een Duitse officier werd ze op transport gesteld naar Theresienstadt. Hier leerde ze Jan Burka, een Tsjechische medegevangene, kennen. Ellen en Jan overleefden het kamp. Ze liftten naar Amsterdam en trouwden in oktober 1945. Ze kregen twee dochters: Petra (1946) en Astra (1948). Ellen Burka won in 1946 en 1947 de voorloper van de Nederlandse kampioenschappen kunstrijden. Ze ging schaatsles geven en verzorgde de choreografie van de Eerste Nederlandse IJsrevue. Jan Burka werkte als beeldend kunstenaar maar leed erg onder de dreiging van de Koude Oorlog. In 1951 vertrok het gezin daarom naar Canada. In Canada hield Ellen Burka haar verleden verborgen. Ze bouwde een nieuw leven op en bleef schaatsles geven. Het huwelijk met Jan Burka hield echter geen stand. Om haar gezin te kunnen onderhouden ging Ellen nog meer lesgeven. Dochter Petra bleek ook talent te hebben. Zij voerde als eerste vrouw de triple Salchov uit, een drievoudige sprong op het ijs. Drie jaar later werd ze wereldkampioene. Ellen Burka zou daarna coach zijn tijdens zeven winter- spelen en vijfentwintig wereldkampioenschappen. Ze bracht diverse schaatsers naar de wereldtop en won zelf een goed aantal sportprijzen. Ellen Burka overleed in Toronto op 95-jarige leeftijd. Materiaal: Foto, collage, katjes Fotograaf: Astra Burka [/expander_maker] | (Tamar) (1929-1990) ColumnistInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingRenate Rubinstein vluchtte in 1935 met haar ouders van Berlijn naar Londen. In 1938 kwam het gezin in Amsterdam aan. Haar vader werd in 1940 opgepakt en in 1942 in Auschwitz vermoord. Omdat de rest van het gezin niet joods was, overleefden ze de oorlog. Rubinstein zat op het Vossiusgymnasium in Amsterdam en debuteerde in schoolkrant Vulpes. In 1955 schreef ze zich in op de Gemeente Universiteit (de tegenwoordige UvA) om politieke en sociale wetenschappen te studeren. Ze schreef voor het Nieuw Israëlitisch Weekblad en was hoofdredacteur van Propria Cures, het studentenweekblad. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Rubinstein startte in 1961 met haar wekelijkse column in Vrij Nederland onder het pseudoniem Tamar. In 1964 kwam een eerste bundel met columns uit. Na een eerste huwelijk met Aad Nuis trouwde Rubinstein in 1971 met filosoof Jaap van Heerden die ook voor Propria Cures had geschreven. Naast het schrijven hield Rubinstein zich bezig met de protesten tegen de Vietnamoorlog en het huwelijk van Beatrix met Claus von Amsberg. Tijdens haar reis naar Israël maakte ze de Zesdaagse Oorlog mee. Ze schreef een kritisch verslag van haar belevenissen en beschreef daarin de noodzaak van een Palestijnse staat. Dat laatste zorgde voor veel ophef. Vanaf 1966 hield Rubinstein zich bezig met het redigeren van de memoires van de Joodse immigrant Fryderyk Weinreb. Weinreb zou tijdens de Tweede Wereldoorlog joden van de ondergang hebben willen redden. Hij zette daartoe een (fictief) emigratiebureau op en hield joden voor, tegen betaling, een overtocht naar veilig gebied te kunnen regelen. Joden op de Weinreb-lijst werden eerst inderdaad gespaard, maar later bleek deze toch geen bescherming te kunnen bieden. In 1948 kreeg Weinreb zes jaar gevangenisstraf opgelegd maar vanwege gratie zou hij niet veel van zijn straf uitzitten. De biografie, onder redactie van Rubinstein en Nuis, was het begin van de Weinrebaffaire. Tegenstanders als W.F. Hermans en Henriette Boas betoogden dat Weinreb een collaborateur was en geld had verdiend aan de Jodenvervolging. Daarnaast bleken diverse zaken in het boek niet te kloppen. De Weinreb-affaire zorgde voor grote ophef, ook rond de persoon van Rubinstein die te goedgelovig zou zijn geweest en het voortdurend, onterecht zo bleek, voor Weinreb had opgenomen in haar Tamar-columns. In 1977 werd bij Rubinstein multiple sclerose vastgesteld. Voor die tijd reisde ze nog naar China, een reis die ze kritisch vastlegde in haar Klein Chinees Woordenboek. Ook dit werk zorgde voor onrust. Harry Mulisch was vol lof over China, Rudy Kousbroek steunde juist de kritische visie van Rubinstein. Vanaf 1977 deelde Rubinstein haar leven (in het geheim) met Simon Carmiggelt. Ze beschreef haar fysieke achteruitgang in haar bundel Nee heb je. Op uitnodiging van het Koninklijk Huis interviewde ze prins Willem Alexander. Dat resulteerde in het boek Alexander. In 1990 zou ze haar verhouding met Carmiggelt onthullen in haar werk Mijn beter ik. Op 23 november van dat jaar overleed Rubinstein. Ze won diverse prijzen voor haar werk waaronder de Lofprijs van het Lucas-Ooms Fonds, de Multatuliprijs, de Jan Greshoffprijs en Hélène de Montignyprijs. In 2007 nam het Letterkundig Museum haar op in zijn eregalerij als ‘de eerste columniste van Nederland’. Materiaal: foto, digitaal bewerkt Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] |
Content | ||||||
Weight | ||||||
Dimensions | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Additional information |