Belle van Zuylen

600,00 incl. btw

(Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken) (1740-1805) Schrijver

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Belle van Zuylen werd geboren in een adellijke familie. Ze kreeg thuis les van haar Zwitserse gouverneurs en gouvernantes waardoor ze al op jonge leeftijd Frans  leerde. Met een van haar gouvernantes, Jeanne-Louise Prévost, bracht ze een jaar in Geneve door. Toen zij definitief terugkeerde naar Zwitserland bleef Belle van Zuylen met haar corresponderen. Belle profiteerde ook van de lessen die haar broers kregen. Zo leerde ze Latijn, wis- en natuurkunde, maar ook musiceren en schilderen. Eigentijdse literatuur las ze ook.

Lees meer

Uitverkocht

Add to Wishlist
Add to Wishlist
Categorie: Tag:

Quick Comparison

SettingsBelle van Zuylen removeHenriette Boas removeDivara van Haarlem removeMaria Elisabeth van den Bergh removeRenate Ida Rubinstein removeKenau Simonsdr. Hasselaer remove
NameBelle van Zuylen removeHenriette Boas removeDivara van Haarlem removeMaria Elisabeth van den Bergh removeRenate Ida Rubinstein removeKenau Simonsdr. Hasselaer remove
Image
SKU
Rating
Price600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw
Stock

Uitverkocht

AvailabilityUitverkocht
Add to cart

Lees meer

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Description

(Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken) (1740-1805) Schrijver

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Belle van Zuylen werd geboren in een adellijke familie. Ze kreeg thuis les van haar Zwitserse gouverneurs en gouvernantes waardoor ze al op jonge leeftijd Frans  leerde. Met een van haar gouvernantes, Jeanne-Louise Prévost, bracht ze een jaar in Geneve door. Toen zij definitief terugkeerde naar Zwitserland bleef Belle van Zuylen met haar corresponderen. Belle profiteerde ook van de lessen die haar broers kregen. Zo leerde ze Latijn, wis- en natuurkunde, maar ook musiceren en schilderen. Eigentijdse literatuur las ze ook. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"]v Van Zuylen schreef tal van verzen bij speciale gelegenheden en zogenaamde portretten. Anoniem publiceerde ze in 1763 een stuk waarin ze de vooroordelen over haar adellijke milieu aan de kaak stelde. Iets wat haar ouders haar niet in dank afnamen. Het stuk was terug te vinden in diverse achttiendeeeuwse bibliotheken en was ook in Frankrijk en Duitsland bekend. Hoewel er in de tussentijd een zoektocht naar een geschikte huwelijkspartner ondernomen was, was die nog niet gevonden. In juni 1766 besloot ze voor het celibaat te kiezen. Uit brieven blijkt dat de leraar van haar broers, Charles- Emmanuel de Charriere, verliefd was op Belle maar ook bang was niet goed genoeg te zijn. Uiteindelijk zou het in 1771, op initiatief van Van Zuylen, tot een huwelijk komen. Het stel ging wonen bij Colombier in Zwitserland. Het huwelijk bleef kinderloos. Vanaf 1784 nam ze het schrijven weer op. In hetzelfde jaar verscheen haar roman Lettres neuchâteloises, geïnspireerd door Sara Burgerhart van Betje Wolff en Aagje Deken. Ook haar latere boeken waren reacties op het werk van anderen of op recente gebeurtenissen. Naast literatuur gaf Van Zuylen ook aandacht aan muziek. Ze schreef een aantal opera’s en publiceerde drie bundels met sonates voor klavecimbel. Het huwelijk met De Charriere leverde haar weinig levensgeluk op, zo is op te maken uit haar brieven. Met Benjamin Constant correspondeerde Van Zuylen veel. Hij bezocht haar ook in Zwitserland. Veelal hadden ze het over politiek. Van Zuylen was ongerust over de ontwikkelingen in Europa. Daarnaast correspondeerde Belle met enkele jonge Zwitserse vrouwen. Ze adviseerde hen hun eigen pad te kiezen en hun talenten te ontwikkelen. Zelf hield ze er ook niet van zich te moeten aanpassen aan wat er van haar verwacht werd. Van Zuylen vond het van belang haar kennis over te dragen op anderen. Al gedurende haar leven werd Van Zuylen gewaardeerd, alhoewel haar werk niet in grote getalen werd gedrukt. Ze hoefde er ook niet van te leven. Na haar dood raakte het schrijven van Van Zuylen in de vergetelheid. Met de herontdekking door de Franse criticus Sainte-Beuve in de jaren dertig van de negentiende eeuw kreeg haar werk ook in Nederland weer aandacht. In 1906 verscheen de eerste biografie over Belle van Zuylen, maar rond 1970 kwam de belangstelling pas echt op gang toen Simone Dubois over Van Zuylen publiceerde. Tussen 1979 en 1984 verscheen het complete werk van Belle van Zuylen bij uitgever Van Oorschot. Daarna verschenen nog enkele biografieën. Het Genootschap Belle van Zuylen publiceerde tot 2016 elk jaar de Cahiers Isabella de Charrière/Belle de Zuylen papers. Materiaal:   foto, lepel, kralen Fotograaf:  Quentin de la Tour [/expander_maker]

(1911-2001) Journalist en publicist

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Henriette Boas groeide op in een traditioneel, maar liberaal, Amsterdams joods gezin. Ze rondde het Stedelijk Gymnasium af en ging, net als haar vader, klassieke talen studeren. Boas werd lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studenten Vereeniging en ze trad toe tot de Nederlandse Zionistische Studentenorganisatie. Voor de ‘joodse zaak’ zou ze zich haar leven lang inzetten. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Boas vertrok in februari 1940 naar Parijs, waar ze de Duitse inval meemaakte. Haar broer en zus waren toen al naar Palestina geëmigreerd. Zelf kon ze Parijs ontvluchten door de oversteek naar Londen te maken. Ze verhuisde in 1947 naar Jeruzalem en maakte een jaar later de stichting van de staat Israël mee. In Israël werkte ze als freelance journalist. Maar het leven in de nieuwe staat was zwaar en in 1951 keerde ze terug naar Amsterdam. Eenmaal terug op Nederlandse bodem werd Boas correspondent voor diverse Israëlische kranten zoals Ha-aretz en The Jerusalem Post. Daarnaast leverde ze bijdragen aan diverse joodse bladen en hield ze zich bezig met het schrijven van ingezonden brieven. Iets dat haar de naam ‘koningin van de ingezonden brief’ opleverde. Vanwege de beperkte inkomsten besloot ze ook aan de slag te gaan als docent klassieke talen. Bekendheid verwierf ze met haar rol in de zogenaamde Weinreb-affaire en de zaak Menten. Boas geloofde de verzetsverhalen van Weinreb niet en kreeg ook gelijk. Boas gaf een tip in de zaak Menten over de geplande veiling van zijn bezittingen. Die tip leidde tot nieuw onderzoek naar Mentens oorlogsverleden én een nieuwe veroordeling. Te midden van duizenden boeken, knipsels en tijdschriften overleed Boas in 2001 door een val in haar huis. Drie jaar later werd de Dr. Henriette Boas Prijs in het leven geroepen voor opmerkelijke journalistieke en populairwetenschappelijke prestaties. Materiaal:   foto, textiel Fotograaf:  Philip Mechanicus [/expander_maker]

(Dieuwertje Brouwersdr.) (ca.1511-1535) Koningin van de Wederdopers in Münster

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Dieuwertje Brouwersdr. was de ongetrouwde partner van Jan Matthijsz. uit Haarlem. Hij was een van de toonaangevende profeten van de Wederdopers in de Nederlanden. In 1533 besloot Matthijsz. zijn vrouw te verlaten en met Dieuwertje samen op te trekken en de doperse boodschap uit te dragen. Vermoedelijk was Dieuwertje hiervoor al volgeling van de Wederdopers. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Dieuwertje en Matthijsz. bereikten in 1534 Münster. Volgens de voorspellingen van Matthijsz. zou de Heer  met Pasen op aarde terugkeren. De dopers namen de stad in bezit waarna de bisschop van Münster reageerde met een beleg van de stad. Toen er met Pasen toch niets gebeurde, besloot Matthijsz. gewapend de stad te verlaten. Hij sneuvelde op zijn weg. Dieuwertje trouwde kort daarna met Jan Beukelsz., de nieuwe profeet in Münster die ook wel bekend stond als Jan van Leiden. Deze Jan van Leiden voerde polygamie in en liet zich tot koning uitroepen. Dieuwertje was de belangrijkste van de zestien vrouwen van Beukelsz. en was de enige die zich koningin mocht noemen. Hierna heette zij Divara. In 1535 veranderde haar situatie. De stad werd ingenomen en Divara werd gevangen gezet. Op7 juli 1535 werd Divara onthoofd. De opera Wasser und Blut van José Saramago en Azio Corghi verscheen in 1993 en verhaalt over het leven van Divara. Materiaal:   foto, collage, plastic bloemen, parels

Fotograaf:  Heinrich Aldegrever, gedrukt door H.Wandereysen [/expander_maker]

(1613-1671) Prinses en later vorstin van Hohenzollern-Hechingen

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Maria Elisabeth was het eerste wettige kind van graaf Hendrik van den Bergh. Deels groeide ze op in de streng katholieke omgeving van de aartshertogin Isabella. Haar vader, die tot 1632 in dienst was geweest van de Spaanse Nederlanden en daarna in Staatse Dienst, zorgde ervoor dat Maria Elisabeth bekend was aan het Noord-Nederlandse en Zuid- Nederlandse hof. Maria Elisabeth was bevriend met Amalia van Solms en Elisabeth Stuart. Prins Eitel Friedrich vroeg Maria Elisabeth in 1628 ten huwelijk. Na twee jaar onderhandelen trouwde het paar in 1630. In de huwelijksvoorwaarden was vastgelegd dat Maria Elisabeth te allen tijde naar Nederland terug zou mogen keren. Ook trouwden ze buiten gemeenschap van goederen. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Met haar huwelijk kreeg Maria Elisabeth de titel van prinses. Afwisselend woonde ze in de Zuidelijke en  Noordelijke Nederlanden. Al vanaf 1635 leefden ze gescheiden van haar man die inmiddels grote schulden had opgelopen. Maria Elisabeth erfde daarentegen grote rijkdom van haar ouders. Dat zorgde voor veel strijd. Twee nichten dachten ook aanspraak te kunnen maken op het markizaat Bergen op Zoom. In 1648 was de strijd ten einde. Met de Vrede van Münster kreeg Maria Elisabeth Bergen op Zoom in bezit en in 1649 deed ze haar intrede. Als katholiek en met haar Zuid-Nederlandse achtergrond wachtte haar geen warm onthaal. Maria Elisabeth nam haar intrek in het Markiezenhof in Bergen op Zoom. Diverse kunstenaars gaf ze opdrachten. Zo richtte de beroemde beeldhouwer Quellinus een nieuwe hofkapel in en Gerard van Honthorst maakte portretten van haar dochter. Ze was bevriend met Constantijn Huijgens. In 1657 raakte Maria Elisabeth in problemen omdat zij de dochter van Elisabeth Stuart had geholpen bij haar overgang naar het katholicisme. Elisabeth Stuart wees Maria Elisabeth aan als de schuldige en verzocht de Staten-Generaal haar te straffen. Gedurende het onderzoek werd Maria Elisabeth alle bevoegdheden over de stad ontnomen, maar in 1659 werd de orde alweer hersteld. De Staten-Generaal herstelde Maria Elisabeths rechten. Ze overleed in 1671 op het Hof in Bergen op Zoom. Materiaal:   foto, collage, parelsnoer Fotograaf:  Anonime kunstenaar [/expander_maker]

(Tamar) (1929-1990) Columnist

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Renate Rubinstein vluchtte in 1935 met haar ouders van Berlijn naar Londen. In 1938 kwam het gezin in Amsterdam aan. Haar vader werd in 1940 opgepakt en in 1942 in Auschwitz vermoord. Omdat de rest van het gezin niet joods was, overleefden ze de oorlog. Rubinstein zat op het Vossiusgymnasium in Amsterdam en debuteerde in schoolkrant Vulpes. In 1955 schreef ze zich in op de Gemeente Universiteit (de tegenwoordige UvA) om politieke en sociale wetenschappen te studeren. Ze schreef voor het Nieuw Israëlitisch Weekblad en was hoofdredacteur van Propria Cures, het studentenweekblad. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Rubinstein startte in 1961 met haar wekelijkse column in Vrij Nederland onder het pseudoniem Tamar. In 1964 kwam een eerste bundel met columns uit. Na een eerste huwelijk met Aad Nuis trouwde Rubinstein in 1971 met filosoof Jaap van Heerden die ook voor Propria Cures had geschreven. Naast het schrijven hield Rubinstein zich bezig met de protesten tegen de Vietnamoorlog en het huwelijk van Beatrix met Claus von Amsberg. Tijdens haar reis naar Israël maakte ze de Zesdaagse Oorlog mee. Ze schreef een kritisch verslag van haar belevenissen en beschreef daarin de noodzaak van een Palestijnse staat. Dat laatste zorgde voor veel ophef. Vanaf 1966 hield Rubinstein zich bezig met het redigeren van de memoires van de Joodse immigrant Fryderyk Weinreb. Weinreb zou tijdens de Tweede Wereldoorlog joden van de ondergang hebben willen redden. Hij zette daartoe een (fictief) emigratiebureau op en hield joden voor, tegen betaling, een overtocht naar veilig gebied te kunnen regelen. Joden op de Weinreb-lijst werden eerst inderdaad gespaard, maar later bleek deze toch geen bescherming te kunnen bieden. In 1948 kreeg Weinreb zes jaar gevangenisstraf opgelegd maar vanwege gratie zou hij niet veel van zijn straf uitzitten. De biografie, onder redactie van Rubinstein en Nuis, was het begin van de Weinrebaffaire. Tegenstanders als W.F. Hermans en Henriette Boas betoogden dat Weinreb een collaborateur was en geld had verdiend aan de Jodenvervolging. Daarnaast bleken diverse zaken in het boek niet te kloppen. De Weinreb-affaire zorgde voor grote ophef, ook rond de persoon van Rubinstein die te goedgelovig zou zijn geweest en het voortdurend, onterecht zo bleek, voor Weinreb had opgenomen in haar Tamar-columns. In 1977 werd bij Rubinstein multiple sclerose vastgesteld. Voor die tijd reisde ze nog naar China, een reis die ze kritisch vastlegde in haar Klein Chinees Woordenboek. Ook dit werk zorgde voor onrust. Harry Mulisch was vol lof over China, Rudy Kousbroek steunde juist de kritische visie van Rubinstein. Vanaf 1977 deelde Rubinstein haar leven (in het geheim) met Simon Carmiggelt. Ze beschreef haar fysieke achteruitgang in haar bundel Nee heb je. Op uitnodiging van het Koninklijk Huis interviewde ze prins Willem Alexander. Dat resulteerde in het  boek Alexander. In 1990 zou ze haar verhouding met Carmiggelt onthullen in haar werk Mijn beter ik. Op 23 november van dat jaar overleed Rubinstein. Ze won diverse prijzen voor haar werk waaronder de Lofprijs van het Lucas-Ooms Fonds, de Multatuliprijs, de Jan Greshoffprijs en Hélène de Montignyprijs. In 2007 nam het Letterkundig Museum haar op in zijn eregalerij als ‘de eerste columniste van Nederland’. Materiaal:   foto, digitaal bewerkt Fotograaf:  onbekende fotograaf [/expander_maker]

(1526-1588) Scheepsbouwer en heldin van het beleg van Haarlem

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Kenau was de tweede dochter in een welgesteld Haarlems gezin. Ze trouwde in 1544 met de scheepsbouwer Nanning Gerbrantsz. Borst. Vermoedelijk overleed hij 1562 want vanaf dat jaar staat Kenau’s naam op de aanbestedingsovereenkomsten van nieuwe  schepen. Tot aan 1571 werden er zestien schepen bij  haar besteld. De latere roem van Kenau Simonsdr. Hasselaer komt vermoedelijk voort uit het boekje Historie ende waerachtich verhael van al die dinghen die gheschiet sijn, van dach tot dach, in die lofweerdichste ende vermaerste stadt van Hollandt, Haerlem ghenoemt, in dien tijt als die van den Hertoghe van Alba beleghert was uit 1573. Het werd geschreven door de Friese geleerde Arcerius. Hij noemde Kenau de dapperste Haarlemse vrouw tijdens het Spaanse beleg. Ook in andere verslagen, soms stevig aangedikt, keerde de naam van de moedige Kenau terug. Kenau werd zo een belangrijk deel van de Nederlandse geschiedschrijving. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Vermoedelijk verliet Kenau Haarlem direct na het beleg om haar zus en zwager naar Delft te volgen en daarna naar Zeeland. Kenau werd daar in 1574  benoemd tot beëdigd waagmeester en ze mocht de belasting op turf innen in Arnemuiden. Hoewel lang werd gedacht dat deze functie haar was gegund uit dank voor haar heldenrol, kreeg Kenau de functie waarschijnlijk via haar zwager die een goed woordje voor haar had gedaan. Kenau keerde in 1579 terug naar Haarlem. Ze probeerde een oude schuld van de stad te innen, maar het zou tot na haar dood duren voordat deze vereffend was. Dé heldin van het  Haarlemse beleg had in de loop der tijd een slechte reputatie opgebouwd. Zij en haar dochters werden beschuldigd van kwade praktijken, maar onduidelijk  is hoe dit precies is ontstaan. Vermoedelijk overleed Kenau in 1588 op zee nadat zij was meegevaren op een schip naar Noorwegen om hout in te kopen. Na haar dood werd de slechte reputatie van Kenau in Haarlem toch weer snel vergeten. Stadshistoricus Samenl Ampzing prees haar uitvoerig in een gedicht dat hij opnam in zijn Beschryvinge ende lof der stad Haerlem uit 1628. De Haarlemse schutterij gaf opdracht voor een doek met daarop de moedige Kenau, gewapend met zwaard en piek. Het werk ging in de zogenaamde Kenau-kamer in de Stadsdoelen. Nog tien portretten van Kenau zijn bekend, naast vele toneelstukken, romans en gedichten. De mythe van Kenau viel in 1956 uiteen door het werk   Kenu Symonsdochter van Haerlem van de Haarlemse archivaris Gerda Kurtz. Zij stelde dat Kenau de moed van alle Haarlemse vrouwen moest symboliseren, als een pars pro toto, maar betwijfelde het meevechten van vrouwen. Zonder concrete aanwijzingen van haar militaire optreden in historische bronnen, moest het verhaal van Kenau als legende worden gezien. Bewijs vinden voor het wel of niet meevechten is overigens zeer lastig te verkrijgen, onder andere vanwege de vernietiging van het archief van het stadsbestuur uit die periode. Historicus Els Kloek pleitte in 2011 voor het meer serieus nemen van de legende van Kenau. Volgens haar zijn er wel degelijk bewijzen te vinden van vrouwen, en dus ook van Kenau, die deelnamen aan de verdediging van hun stad. Kenau kreeg uiteindelijk twee standbeelden in Haarlem. Het feit dat de naam Kenau is komen te staan voor een stevige vrouw die zich de kaas niet van het brood laat eten, toont het ook dat Kenau Simonsdr. Hasselaer nooit helemaal vergeten is. Materiaal:   foto, collage Fotograaf:  Adam Willaerts [/expander_maker]
Content
Weight
DimensionsN/BN/BN/BN/BN/BN/B
Additional information
Select the fields to be shown. Others will be hidden. Drag and drop to rearrange the order.
  • Image
  • SKU
  • Rating
  • Price
  • Stock
  • Availability
  • Add to cart
  • Description
  • Content
  • Weight
  • Dimensions
  • Additional information
  • Attributes
  • Custom attributes
  • Custom fields
Click outside to hide the comparison bar
Compare