Isabella Henriette van Eeghen
€600,00 incl. btw
(1913-1996) Archivaris en historica
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Isabella (Isa) van Eeghen werd geboren in een vooraanstaand bankiersgezin en groeide op in de zogenaamde gouden bocht op de Herengracht in Amsterdam. Na de lagere school werd ze tot haar spijt naar de Middelbare Meisjes School gestuurd, terwijl zij later juist verder wilde studeren. Om dit toch te kunnen bereiken, behaalde ze na de MMS in 1931 het Staatsexamen Gymnasium A. Daarna studeerde ze geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Op 9 december 1941 promoveerde Van Eeghen met een studie naar vrouwenkloosters in Amsterdam. Mejuffrouw Van Eeghen, zoals zij zichzelf noemde, volgde na haar studie de archiefopleiding en inventariseerde vrijwillig het archief van de Waalse emeente in Amsterdam. Omdat er geen functie was als archivaris besloot ze een administratieve functie aan te nemen bij het Amsterdams Gemeentearchief. In 1947 werd ze uiteindelijk aangesteld als adjunctarchivaris. Twee jaar eerder was ze uit het ouderlijk huis vertrokken om met vijf andere dames te gaan wonen aan de Prinsengracht. Van een huwelijk zou het nooit komen. In 1946 trad Van Eeghen als eerste vrouw toe het bestuur van het Genootschap Amstelodamum. Ze bleef tot 1967 ook het enige vrouwelijke bestuurslid. Van Eeghen schreef meer dan 600 artikelen in onder andere in Amstelodamum. Maandblad voor de kennis van Amsterdam en het Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum. Het wetenschappelijke werk gaf ze de voorkeur in plaats van hogerop te klimmen in de archiefwereld. Haar functie als adjunct gaf haar de ruimte te publiceren. Tot haar dood bleef Van Eeghen schrijven, bijvoorbeeld over kloosters, dienstmeisjes, kunstenaars, gilden, kerken, drukkers en boekhandelaars, kranten, huizen, moorden, waaiers, hofjes, kinderen en dagboeken; alles altijd in relatie tot de stad Amsterdam. Omdat ze vraagstukken tot op de bodem uitzocht, werd ze ook wel de ‘Miss Marple van de Amsterdamse geschiedschrijving’ genoemd. Belangrijke publicaties waren De Amsterdamse Boekhandel, 1680-1725 (1960-1978) en De gilden. Theorie en praktijk uit 1965. Het Dagboek van broeder Wouter Jacobsz. (Gualtherus Jacobi Masius), prior van Stein (1572- 1578) dat zij ontdekte, is een belangrijke bron van informatie over de eerste jaren van de Nederlandse Opstand. Van Eeghen zorgde er ook voor dat het Gemeentearchief de unieke collectie negatieven van Jacob Olie (1834-1905) aankocht. Van Eeghen verzamelde niet alleen kennis. Ze verzamelde ook prenten en tekeningen en had een bijzondere collectie waaiers, die ze naliet aan het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Voor het Gemeentearchief kocht ze 138 tekeningen aan van tekenaar Christiaan Andriessen. Ze bleef tot haar dood in 1996 schrijven; het liefst aan de keukentafel in het huis aan de Prinsengracht. Uit de laatste stukken blijkt dat haar mentale gesteldheid achteruit ging. Voor de Amsterdamse geschiedschrijving is Van Eeghen van groot belang geweest. Ze ontving dan ook de Bucheliusprijs (1958), de Menno Herzbergerprijs (1965), de Zilveren Penning van de stad Amsterdam (1971) en de Zilveren Museummedaille van de stad Amsterdam (1988). Ze overleed in 1996 aan een hersenbloeding. Materiaal: foto, collage Fotograaf: W.M. Alberts