Mathilde Willink
€600,00 incl. btw
(Maria Theodora Mathilda de Doelder) (1938-1977) Stewardess en levend kunstenaar
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Mathilda (Tilly) de Doelder kwam ter wereld in Terneuzen als oudste van vijf dochters. Als kind was ze voornamelijk bij haar oom omdat ze niet goed overweg kon met haar moeder en haar vader veel weg was voor werk. In 1956 behaalde ze haar gymnasiumdiploma cum laude. Op school had ze een verhouding met haar geschiedenisleraar Camiel Lekkerkerker. Twee jaar na haar examen vertrok De Doelder naar Amsterdam om kunstgeschiedenis te studeren. Daar veranderde ze in een uitbundige vrouw. Op haar 21e kreeg ze een verhouding met de schilder Carel Willink. Na vijf jaar te hebben gewerkt als stewardess trouwde ze in 1968 met Carel Willink. Daarna stond ze bekend als Mathilde Willink. Met behulp van haar man probeerde ze een carrière als kunstenaar op te bouwen. Fong Leng zou Willink vanaf 1972 kleden met uitbundige en extravagante creaties. In de roddelpers kwam Willink steeds vaker naar voren. Ze trok de aandacht en werd een veelbesproken figuur. Willink begon in 1974 bij Galerie Artim in Den Haag. Een jaar later was de relatie met Carel over. Hij had verhoudingen met meerdere vrouwen en uit woede vernielde Mathilde zijn werk ‘Portret van Mathilde’. Met een voorschot op de alimentatie vertrok ze naar New York, maar ze kwam vanwege geldgebrek al snel weer terug. Ze richtte ze zich op het societyleven in De Haag en had een relatie met Adrian Stahlecker. Stahlecker was homoseksueel en gebruikte Willink voor de publiciteit. Willink trok vervolgens in bij Anton Heyboer in Ilpendam. Na de officiële scheiding van Carel Willink keerde Mathilde terug naar Amsterdam. Ze werkte als mannequin en opende Galerie Mathilde op de Keizersgracht in Amsterdam. In de laatste periode van haar leven had Willink een relatie met Gerard Vitalli, een autohandelaar en cocaïnedealer. Hij trof haar op 25 oktober 1977 levenloos aan op bed. Volgens de politie was er sprake van zelfmoord, maar politiecommissaris Toorenaar geloofde dit niet omdat Willink rechtshandig was en de kogel in haar linkerslaap binnen was gekomen. Ook vertoonde haar lijf sporen van een worsteling. De werkelijke gang van zaken is nooit opgehelderd. Willink werd begraven op Westgaarde. Haar graf zou in 2003 geruimd worden, tot de begraafplaats besloot haar graf aan te merken als monument. Mathilde Willink zou na haar dood nog vaak onderwerp van aandacht zijn. Ramses Shaffy schreef, evenals Marjol Flore, een lied over haar. In de memoires van Carel Willink kwam Mathilde er slecht vanaf. Postuum werd haar verweten dat ze Carel Willink kaal had geplukt en hem had betrokken in allerlei schandalen. Thomas Ross voerde Willink als hoofdpersoon op in zijn boek Mathilde en Marjolein Houwelings in haar boek Andermans ogen. De portretten van Mathilde en ander werk door Carel Willink behoren inmiddels tot de collectie van Museum MORE in Gorssel. Een aantal van de gewaden die Fong Leng voor Mathilde Willink maakte, zijn te zien in Kasteel Ruurlo, onderdeel van Museum MORE. Materiaal: foto, collage met schilderij van willink Fotograaf: Studio Harry Pot
Uitverkocht
Quick Comparison
Settings | Mathilde Willink remove | Nancy Sophia Cornélie Tendeloo remove | Etty Hillesum remove | Hanny Schaft remove | William Diederich Kuik remove | Sofia Alexandrovna Gaskelyte remove |
---|---|---|---|---|---|---|
Name | Mathilde Willink remove | Nancy Sophia Cornélie Tendeloo remove | Etty Hillesum remove | Hanny Schaft remove | William Diederich Kuik remove | Sofia Alexandrovna Gaskelyte remove |
Image | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
SKU | ||||||
Rating | ||||||
Price | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw |
Stock | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | |
Availability | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | |
Add to cart | ||||||
Description | (Maria Theodora Mathilda de Doelder) (1938-1977) Stewardess en levend kunstenaarInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMathilda (Tilly) de Doelder kwam ter wereld in Terneuzen als oudste van vijf dochters. Als kind was ze voornamelijk bij haar oom omdat ze niet goed overweg kon met haar moeder en haar vader veel weg was voor werk. In 1956 behaalde ze haar gymnasiumdiploma cum laude. Op school had ze een verhouding met haar geschiedenisleraar Camiel Lekkerkerker. Twee jaar na haar examen vertrok De Doelder naar Amsterdam om kunstgeschiedenis te studeren. Daar veranderde ze in een uitbundige vrouw. Op haar 21e kreeg ze een verhouding met de schilder Carel Willink. Na vijf jaar te hebben gewerkt als stewardess trouwde ze in 1968 met Carel Willink. Daarna stond ze bekend als Mathilde Willink. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Met behulp van haar man probeerde ze een carrière als kunstenaar op te bouwen. Fong Leng zou Willink vanaf 1972 kleden met uitbundige en extravagante creaties. In de roddelpers kwam Willink steeds vaker naar voren. Ze trok de aandacht en werd een veelbesproken figuur. Willink begon in 1974 bij Galerie Artim in Den Haag. Een jaar later was de relatie met Carel over. Hij had verhoudingen met meerdere vrouwen en uit woede vernielde Mathilde zijn werk ‘Portret van Mathilde’. Met een voorschot op de alimentatie vertrok ze naar New York, maar ze kwam vanwege geldgebrek al snel weer terug. Ze richtte ze zich op het societyleven in De Haag en had een relatie met Adrian Stahlecker. Stahlecker was homoseksueel en gebruikte Willink voor de publiciteit. Willink trok vervolgens in bij Anton Heyboer in Ilpendam. Na de officiële scheiding van Carel Willink keerde Mathilde terug naar Amsterdam. Ze werkte als mannequin en opende Galerie Mathilde op de Keizersgracht in Amsterdam. In de laatste periode van haar leven had Willink een relatie met Gerard Vitalli, een autohandelaar en cocaïnedealer. Hij trof haar op 25 oktober 1977 levenloos aan op bed. Volgens de politie was er sprake van zelfmoord, maar politiecommissaris Toorenaar geloofde dit niet omdat Willink rechtshandig was en de kogel in haar linkerslaap binnen was gekomen. Ook vertoonde haar lijf sporen van een worsteling. De werkelijke gang van zaken is nooit opgehelderd. Willink werd begraven op Westgaarde. Haar graf zou in 2003 geruimd worden, tot de begraafplaats besloot haar graf aan te merken als monument. Mathilde Willink zou na haar dood nog vaak onderwerp van aandacht zijn. Ramses Shaffy schreef, evenals Marjol Flore, een lied over haar. In de memoires van Carel Willink kwam Mathilde er slecht vanaf. Postuum werd haar verweten dat ze Carel Willink kaal had geplukt en hem had betrokken in allerlei schandalen. Thomas Ross voerde Willink als hoofdpersoon op in zijn boek Mathilde en Marjolein Houwelings in haar boek Andermans ogen. De portretten van Mathilde en ander werk door Carel Willink behoren inmiddels tot de collectie van Museum MORE in Gorssel. Een aantal van de gewaden die Fong Leng voor Mathilde Willink maakte, zijn te zien in Kasteel Ruurlo, onderdeel van Museum MORE. Materiaal: foto, collage met schilderij van willink Fotograaf: Studio Harry Pot [/expander_maker] | (Corry) (1897-1956) Jurist en politicusInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingCorry Tendeloo werd geboren op Sumatra in Nederlands-Indië. Na het overlijden van haar vader keerde het gezin terug naar Leiden. Tendeloo besloot naar haar middelbare school in Utrecht rechten te gaan studeren. Daar kwam ze in aanraking met de vrouwenbeweging. Ze was bestuurslid van het Studenten-Genootschap voor Sociale Studie en vertegenwoordigde de Utrechtsche Vrouwelijke Studentenvereeniging in de Nationale Vrouwenraad. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Ze verhuisde in 1925 naar Amsterdam en werkte vanaf 1927 als zelfstandig advocaat. Ze werd actief in diverse verenigingen, zoals de Nederlandsche Vrouwenclub,de Nederlandsche Vereeniging van Vrouwen met Academische Opleiding (VVAO) en de Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap (VVGS). Ook was zij bestuurslid en later vicevoorzitter van de afdeling Amsterdam van de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en voorzitter van de Coöperatieve Woonvereeniging Het Nieuwe Huis aan het Roelof Hartplein, waar ze zelf ook woonde. Nadat in 1937 een wetsvoorstel was ingediend om gehuwde vrouwen van de arbeidsmarkt te weren, organiseerde Tendeloo protestbijeenkomsten in heel Nederland. De Vrijzinnig-Democratische Bond besloot Tendeloo op de verkiezingslijst voor de Provinciale Staten van Noord-Holland te zetten. Ondanks een ruime hoeveelheid voorkeursstemmen werd ze niet verkozen. Het zorgde wel voor een verkiesbare plaats op de lijst voor de Amsterdamse gemeenteraad waar ze inderdaad zitting in kreeg. Met het opgaan van de VDB in de PvdA kwam Tendeloo na Tweede Wereldoorlog voor de PvdA terecht in de Tweede Kamer. Ook daar bleef ze de wettelijke positie van de vrouw aankaarten. Ze streed onder meer voor gelijke lonen en de opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw in het huwelijksrecht. In 1954 werd door haar toedoen de Rijksbelastingacademie opengesteld voor vrouwen. Voor het blad Vrouwenbelangen schreef ze van 1946 tot 1956 de rubriek ‘Parlementaria’, waarin ze toelichting gaf op actuele politieke zaken. In 1955 werd een naar Tendeloo vernoemde motie ingediend in de Tweede Kamer. Het moest afgelopen zijn met de overheidsbemoeienis met werkende en getrouwde vrouwen. Volgens Tendeloo was het een zaak van de vrouwen zelf of zij wel of niet wilden werken als ze getrouwd waren. Alle vrouwelijke Kamerleden stemden voor de motie die uiteindelijk met 46 tegen 44 stemmen werd aangenomen. Het ontslag van huwende en gehuwde ambtenaressen werd in 1957 afgeschaft. Overigens konden anderszinswerkende, gehuwde vrouwen nog steeds worden ontslagen. Op 59-jarige leeftijd overleed Corry Tendeloo. Anneke Linders publiceerde in 2003 een biografie over haar leven. Materiaal: foto, lepel, kralen, draad Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Esther) (1914-1943) SchrijverInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingEtty Hillesum was het oudste kind in een nietpraktiserende joodse familie. Ze doorliep het gymnasium waar haar vader rector was. Ze interesseerde zich al vroeg voor Russische taal en cultuur en was veel in de bibliotheek te vinden. Ook thuis was er veel aandacht voor literatuur, muziek en andere kunstvormen. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Hillesum vertrok in 1932 naar Amsterdam waar ze genoot van het studentenleven. Naast rechten studeerde ze Slavische talen. In Amsterdam begon ze aan het dagboek waarmee ze later beroemd zou worden. Op advies van haar psycholoog en psychochiroloog (handlezer) Julius Spier (1887-1942) beschreef zij in de periode van 9 maart 1941 tot en met 12 oktober 1942 haar leven en de effecten van de Jodenvervolging in bezet Nederland. Het idee was dat ze zo orde zou kunnen aanbrengen in haar innerlijke chaos. Bovendien was het dagboek een eerste stap in haar streven om romanschrijfster te worden. Alhoewel ze er relatie met haar huisbaas op naast hield was Spier haar grote liefde en leermeester. In de kringen van Spier vond ze rust. Liefde en verdraagzaamheid behoorden tot de basis van haar leven. Hillesum besloot dan ook niet onder te duiken, maar vrijwillig in Westerbork te gaan werken. Ze vond dat ze het lot van haar volk en zichzelf moest kunnen dragen. Het gezin Hillesum – vader, moeder, Etty en haar broer – werden op 7 september 1943 vanuit Westerbork afgevoerd naar Auschwitz. Waarschijnlijk leefde Etty daar nog enkele weken voordat ze werd vermoord. Haar brieven en het dagboek werden uitgegeven in zes talen en werden wereldberoemd. In Deventer herinnert het Etty Hillesum Centrum en het Etty Hilleseum College aan haar. Materiaal: foto, collage met werk van ……. Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Jannetje Johanna) (1920-1945) VerzetstrijderInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingJannetje Schaft kwam uit een socialistisch gezin. Ze ging naar school in Haarlem en haalde in 1937 haar HBS-B diploma. Hierna studeerde ze rechten aan de Universiteit van Amsterdam. In 1943 verliet ze de universiteit omdat ze weigerde de loyaliteitsverklaring te ondertekenen. Een jaar eerder was Schaft betrokken geweest bij het vervalsen van persoonswijzen. Ze nam ze mee, bijvoorbeeld van mensen uit het Zuiderbad, en overhandigde ze aan een studiegenoot die ze liet vervalsen. In het voorjaar van 1943 doken twee Joodse studiegenoten onder bij haar ouders in Haarlem. Kort erna sloot ze zich aan bij de Raad van Verzet, afdeling Haarlem. Ze werkte veel als koerier. Samen met Jan Bonekamp heeft Schaft een aantal collaborateurs neergeschoten. Op 21 juni 1944 ging dat mis. Schaft schoot de Zaanse politiecommandant Ragut neer, maar die kon nog net op Bonekamp schieten voor hij overleed. Bonekamp werd dodelijk geraakt. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Schaft dook hierna onder in Haarlem maar bleef werkzaam in het verzet. Samen met Truus Oversteegen verrichtte ze koerierswerk. Schaft nam deel aan het opblazen van een Duitse munitietrein bij Santpoort en het ophalen van vijf kisten munitie van de Kriegsmarine in de haven van IJmuiden. Op 21 maart 1945 ging Schaft met illegale bladen en een pistool per fiets naar IJmuiden. In Haarlem-Noord werd ze gepakt door de Duitsers en overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam. Ze bekende vijf liquidaties te hebben uitgevoerd. Op bevel van Willy Lages, Aussendienstleiter bij de Sicherheitspolizei, werd Schaft op 17 april 1945 gefusilleerd in de duinen van Overveen. Op 27 november van dat jaar werden haar stoffelijke resten herbegraven op de erebegraafplaats van Bloemendaal, als enige vrouw tussen de verder mannelijke verzetsstrijders. Het leven van Schaft werd verfilmd onder de titel Het meisje met het rode haar. Materiaal: foto, borduursels Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Dirkje Kuik) (1929-2008) Beeldend Kunstenaar en schrijverInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingWilliam Kuik, geboren in Utrecht, ontdekte al vroeg dat hij in een verkeerd lichaam geboren was. Zijn ouders vonden het geen probleem dat hij gekleed als meisje naar school ging, maar het zorgde voor veel pesterijen en vechtpartijen. Kuik studeerde korte tijd aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, maar werd daar weggestuurd vanwege zijn eigenwijsheid. Hij stortte zich in het kunstenaarsleven en wist met allerhande zaken geld te verdienen. Hij verfijnde zijn litho- en etstechniek en werd vanwege de hoge kwaliteit ervan door M.C. Escher en Jan Mankes gevraagd reproducties te maken. Kuik maakte ook eigen werk. Hij werkte als autonoom graficus en als illustrator van kinderboeken en voor tijdschriften als bijvoorbeeld Vrij Nederland. Tussen 1960 en 1970 schreef Kuik recensies voor Het Parool. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Kuik trouwde in 1958 met Marijke van Vuren. In die relatie kreeg Kuik de ruimte te onderzoeken hoe hij zijn genderidentiteit verder voor zich zag, maar in 1970 werd het huwelijk toch ontbonden. In de Utrechtse kunstscène had Kuik inmiddels een centrale positie ingenomen. Met schilder Joop Moesman en graficus Henc van Maarsseveen richtte hij in 1960 het grafisch genootschap De Luis op. Tientallen kunstenaars zouden zich aan het genootschap verbinden. In de jaren zestig begon Kuik ook met schrijven en in 1969 werd een dichtbundel uitgebracht en een door hemzelf geïllustreerd prozaboek. Een grote diversiteit aan boeken zou nog volgen, variërend van historische romans tot thrillers. Kuik besloot in 1977 zich vanaf dat moment Dirkje te noemen en uitsluitend vrouwenkleding te dragen. Ook buiten de deur. In 1979 begon het medisch traject om vrouw te worden. Uiteindelijk vond de geslachtsoperatie in Londen plaats. De wachttijden in Nederland waren langer dan tien jaar. Over haar ervaringen schreef Kuik het boek Huishoudboekje met rozijnen. Ook in artikelen en interviews vertelde ze openlijk over haar geslachtsverandering en streed ze voor de erkenning van transseksuelen. In 1985 won Kuik een zaak tegen de staat die erom draaide dat Kuik zich met haar gewenste naam en sekse bij de burgerlijke stand kon inschrijven. Als vrouw had Kuik alleen nog relaties met mannen. Tot haar dood had ze een relatie met metselaar Jo Nijenhuis. Zelf trok ze zich steeds meer terug uit het openbare leven, maar bleef wel werkzaam. Kuik stierf onverwacht in 2008. Haar huis werd opengesteld als museum. Materiaal: foto, borduurwerkje, draad Fotograaf: Jaap de Boer [/expander_maker] | (1904-1974) Balletpedagoog en choreograafInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingSofia (Sara) Gaskelyte groeide op in een welvarend Joods-Russisch gezin in Litouwen. Op haar tiende verhuisde Gaskelyte naar Charkov in de Oekraïne. Thuis was er ruim aandacht voor kunst en cultuur. Moeder speelde piano en Gaskelyte volgde vanaf haar achtste balletlessen. Toch was het haar droom om schrijver te worden. Het gezin leed hevig onder het aanwezige antisemitisme en Gaskelyte voelde zich al jong aangetrokken tot het zionisme. In 1921 arriveerde ze dan ook in Palestina om te werken in een kibboets. Daar leerde ze Abraham Goldenson kennen, filosoof en intellectueel, met wie ze trouwde. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Het stel vertrok in 1924 naar Parijs. Omdat haar Frans nog niet goed was, besloot ze met dansen in hun levensonderhoud te voorzien. Vermoedelijk veranderde Gaskelyte haar naam in deze periode. Als Sonia Gaskell trad ze op in nachtclubs en theaters. Met een vriendin voerde ze een acrobatiek-act op waarmee ze veel succes hadden. Daarnaast volgde Gaskell balletlessen bij de voormalige prima ballerina van het Mariinsky Ballet in Sint Petersburg en Leo Staats, de leider van het Parijse Opera Ballet. Het huwelijk met Goldenson liep stuk in 1936. Gaskell richtte zich volledig op het dansen en volgde een streng dieet om zo dun mogelijk te blijven. Vanwege haar zwakke gestel was ze ontvankelijk voor tuberculose. Om te herstellen verbleef ze een jaar lang in een sanatorium buiten Parijs. Daarna opende Gaskell haar eigen balletstudio. Ze vond een ingang in het Parijse artistieke milieu en had regelmatig contact met mensen als André Derain en Jean Cocteau. Gaskell gaf les, maakte verschillende choreografieën en filmballetten. Gaskell ontmoette in 1937 de Amsterdamse binnenhuisarchitect Heini Bauchhenss. Ze trouwden in 1939 en Gaskell werd daarmee Nederlandse. Ze verhuisden naar Amsterdam. Gaskell gaf hier, ondanks haar Joods-zijn, ook in de oorlog les. Ze was een veeleisende en strenge docent. Na het overlijden van haar man in 1948 stortte Gaskell zich nog meer op haar werk. Ze richtte de balletgroep Ballet Recital I op, maar vanwege geldgebrek was het een lang leven beschoren. Maar in 1952 zag ze een nieuwe mogelijkheid en ontstond Ballet Recital II. Vanaf 1954 gaf Gaskell leiding aan het nieuwe balletgezelschap, het Nederlands Ballet, met 32 dansers en danseressen. Als artistiek leider van het Nederlands Ballet koos Gaskell zowel voor romantische, klassieke balletten als modern werk. Jonge choreografen kregen de kans hun stukken te presenteren. Vanwege haar veeleisende houding ontstonden er diverse conflicten. In 1959 barstte de bom. Verschillende dansers, zoals Alexandra Radius, Hans van Manen en Rudi van Dantzig, vertrokken en richtten hun eigen groep op: het Nederlands Dans Theater. In 1961 fuseerde het Nederlands Ballet met het Amsterdams Ballet en ontstond Het Nationale Ballet. Ook hier combineerde ze moderne stukken met klassiek ballet. Gaskell vertrok uiteindelijk met een conflict in 1968. Ze ging naar Parijs. In 1969 werd ze bestuurslid van de dansafdeling van UNESCO. Vijf jaar later overleed Gaskell. Haar as werd met die van haar tweede echtgenoot uitgestrooid over zee. Materiaal: foto, digitaal bewerkt Fotograaf: D.G.Lanting [/expander_maker] |
Content | ||||||
Weight | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Dimensions | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Additional information |