Sientje Prijes
€600,00 incl. btw
(Sani van Bussum) (1876-1933) Naaister, vakbondsbestuurder en schrijver
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Sientje (Sani) Prijes werd geboren in een arm gezin in de Amsterdamse Jodenbuurt. Na de lagere school moest ze in de leer als kostuumnaaister. Dromen van een verdere schoolcarrière vielen in duigen. Rond 1897 werd Prijes lid van de SDAP en kort erna lid en secretaris van de Amsterdamse Naaistersvereeniging ‘Allen een’. Door een fusie met de Rotterdamse naaistervereniging ontstond de Algemeene Nederlandsche Naaistersbond. Prijes werd opnieuw secretaris en vanaf 1898 redacteur van De Naaistersbode. Ze viel op als schrijftalent en spreker. Prijes profileerde zich als overtuigd marxist en had niets met het ‘burgerlijk’ feminisme. Ze vond het van belang de krachten binnen de vakbewegingen te bundelen en strak te leiden. Vanuit die gedachte ontstond in 1901 de Bond in de Kleedingindustrie, waarin de Naaistersbond en de Kleermakersbond opgingen. Prijes was wederom secretaris, maar moest haar taak al gauw neerleggen wegens een zwakke gezondheid. Wel nam ze het voorzitterschap op zich, maar ook dat moest ze in februari 1902 neerleggen. In de tussentijd was Prijes getrouwd met de leraar Frerich Schmidt. Nog eenmaal zou ze actief zijn in de arbeidersbeweging. In 1904 hielp ze met het oprichten van de Amsterdamse Sociaal-Democratische Vrouwen-Propagandaclub. Ze werd de eerste secretaris, naast Mathilde Wibaut als voorzitter. Toch zou Prijes het socialisme meer en meer de rug toekeren. Ze geloofde niet langer in de klassenstrijd. Als huisvrouw en moeder bleef Prijes schrijven. Veelal richtte ze zich op drankbestrijding, een doel dat haar man ook steunde. Onder het pseudoniem Sani van Bussum schreef ze haar eerste boek De lamp van den meester (1927). Haar tweede boek, Een bewogen vrijdag op de Breestraat (1930), werd positief ontvangen. Haar leven in de Jodenbuurt diende duidelijk als inspiratie. Drie jaar later verscheen haar boek Het Joodsche bruidje. Een zedenschets uit onze dagen (1933) over de vijftigjarige bruiloft van een kinderloos Joods echtpaar, geïnspireerd op een oom en tante. Slechts enkele dagen na de publicatie overleed Prijes. Na haar overlijden verscheen In de Gouden Klok (1933), een autobiografisch meisjesboek. Materiaal: foto, collage, textiel Fotograaf: onbekende fotograaf