Fien de la Mar
€600,00 incl. btw
(Josephina Johanna Klopper) (1898-1965) Acteur en cabaretier
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Fien de la Mar kwam uit de derde generatie toneelspelers uit een Joodse familie. Ze was vernoemd naar Josephine de Beauharnais en haar vader was vernoemd naar Napoleon. De la Mar volgde de HBS in Rotterdam, maar maakte haar opleiding niet af. In 1916 debuteerde ze in het theater bij Louis Davids in de revue Had je me maar. In 1922 leerde De la Mar in Amsterdam Piet Grossouw kennen. Met hem zou ze in 1941 trouwen. Toch zou De la Mar in de tussentijd verschillende affaires hebben. Haar eerste grote rollen speelde ze in Rotterdam. Zowel in komedies als serieuzere stukken, maar ook als zanger en cabaretier had ze succes. In 1934 speelde ze in De Jantjes en Bleeke Bet, de eerste Nederlandse films met geluid. Het leverde haar bekendheid op bij het grote publiek. Vanwege haar niet-Joodse moeder mocht De la Mar blijven optreden tijdens de oorlog. In 1943 hield dat op omdat ze zich weigerde aan te sluiten bij de Duitse Kultuurkamer. Na de bevrijding maakte ze haar comeback als cabaretier en acteur onder de naam Fien de la Mar. Met haar man richtte ze in 1947 Theater De la Mar op aan de Amsterdamse Marnixstraat. Commercieel was het geen succes en in 1952 nam Wim Sonneveld het over. Hij gaf het theater de naam Nieuwe de la Mar Theater. Na de dood van haar man in 1957 deed De la Mar een zelfmoordpoging. Deze slaagde niet, maar betekende wel een breuk met vrienden en collega’s. Ze vervreemdde van hen en kreeg vrijwel geen werk meer. Wim Ibo en Simon Carmiggelt introduceerden haar in 1958 toch bij de televisie. Ze zong liedjes in het programma van Ibo en zou later ook optreden in Ibo’s Cabaretkroniek. Haar laatste optredens waren in de televisiereeks Vrouwenlevens in 1964. Op eerste paasdag 1965 sprong De la Mar uit het raam van haar flat. Niet veel later overleed ze. In 1982 werd de musical Fien, over het leven van De la Mar, voor het eerst opgevoerd. En hoewel het De la Mar Theater werd afgebroken, volgde er in 2005 een doorstart als DeLaMar dat onder leiding staat van Joop van den Ende. Materiaal: foto, collage, textiel Fotograaf: Jacob Merkelbach
Uitverkocht
Quick Comparison
Settings | Fien de la Mar remove | mata hari remove | Louisa Constantia Julia Eduarda Went remove | van marxveld remove | Mata Hari remove | Henriette Boas remove |
---|---|---|---|---|---|---|
Name | Fien de la Mar remove | mata hari remove | Louisa Constantia Julia Eduarda Went remove | van marxveld remove | Mata Hari remove | Henriette Boas remove |
Image | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
SKU | ||||||
Rating | ||||||
Price | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw |
Stock | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | ||
Availability | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | ||
Add to cart | ||||||
Description | (Josephina Johanna Klopper) (1898-1965) Acteur en cabaretierInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingFien de la Mar kwam uit de derde generatie toneelspelers uit een Joodse familie. Ze was vernoemd naar Josephine de Beauharnais en haar vader was vernoemd naar Napoleon. De la Mar volgde de HBS in Rotterdam, maar maakte haar opleiding niet af. In 1916 debuteerde ze in het theater bij Louis Davids in de revue Had je me maar. In 1922 leerde De la Mar in Amsterdam Piet Grossouw kennen. Met hem zou ze in 1941 trouwen. Toch zou De la Mar in de tussentijd verschillende affaires hebben. Haar eerste grote rollen speelde ze in Rotterdam. Zowel in komedies als serieuzere stukken, maar ook als zanger en cabaretier had ze succes. In 1934 speelde ze in De Jantjes en Bleeke Bet, de eerste Nederlandse films met geluid. Het leverde haar bekendheid op bij het grote publiek. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Vanwege haar niet-Joodse moeder mocht De la Mar blijven optreden tijdens de oorlog. In 1943 hield dat op omdat ze zich weigerde aan te sluiten bij de Duitse Kultuurkamer. Na de bevrijding maakte ze haar comeback als cabaretier en acteur onder de naam Fien de la Mar. Met haar man richtte ze in 1947 Theater De la Mar op aan de Amsterdamse Marnixstraat. Commercieel was het geen succes en in 1952 nam Wim Sonneveld het over. Hij gaf het theater de naam Nieuwe de la Mar Theater. Na de dood van haar man in 1957 deed De la Mar een zelfmoordpoging. Deze slaagde niet, maar betekende wel een breuk met vrienden en collega’s. Ze vervreemdde van hen en kreeg vrijwel geen werk meer. Wim Ibo en Simon Carmiggelt introduceerden haar in 1958 toch bij de televisie. Ze zong liedjes in het programma van Ibo en zou later ook optreden in Ibo’s Cabaretkroniek. Haar laatste optredens waren in de televisiereeks Vrouwenlevens in 1964. Op eerste paasdag 1965 sprong De la Mar uit het raam van haar flat. Niet veel later overleed ze. In 1982 werd de musical Fien, over het leven van De la Mar, voor het eerst opgevoerd. En hoewel het De la Mar Theater werd afgebroken, volgde er in 2005 een doorstart als DeLaMar dat onder leiding staat van Joop van den Ende. Materiaal: foto, collage, textiel Fotograaf: Jacob Merkelbach [/expander_maker] | (Cissy van Marxveldt) (1889-1948) SchrijverInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingAls kind schreef Setske de Haan al verhaaltjes en op haar vijftiende verkocht ze een romantische novelle aan de plaatselijke krant die het publiceerde als feuilleton. Ze vertrok in 1908 naar Groot-Brittannië waar ze werkte als au pair. Daar kreeg ze de roepnaam Cissy. De Haan keerde terug naar Nederland en werd leerling-verslaggever bij de Drachtster Courant, maar vertrok in 1910 naar Amsterdam. Vanaf 1915 verschenen haar verhalen in weekblad Panorama onder een aantal pseudoniemen. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Setske de Haan trouwde in 1916 met Leo Beek. Een jaar later volgde de eerste meisjesroman en in 1918 stond Het hoogfatsoen van Herr Feuer in de boekhandel. Voor een nieuw jongerentijdschrift kreeg ze de vraag een vervolgverhaal op haar meisjesroman te schrijven. Het blad bestond maar kort, maar zorgde wel voor de geboorte van het personage Joop ter Heul. In 1919 verscheen De HBS-tijd van Joop ter Heul. Drie volgende romans verhaalden over het volwassen worden van de rijke bakvis Ter Heul. De boeken werden een enorm succes en zijn later verfilmd voor televisie door de KRO. Door het succes van de boeken kon De Haan zich zaken uit het door haar verzonnen leven van Ter Heul, zoals huishoudelijk personeel, veroorloven. In de jaren dertig zou ze zo’n 50.000,- gulden aan royalties hebben verdiend. Het geld zou alleen niet helpen bij haar fysieke aandoeningen. In 1929 kreeg ze een beroerte die veroorzaakt bleek te zijn door een hersentumor. Ze raakte halfzijdig verlamd en kon daardoor alleen met links typen. De boeken die daarna verschenen waren minder succesvol dan de eerdere romans. In 1944 werd haar man gefusilleerd in de duinen bij Overveen vanwege zijn verzetswerk. Eén boek van De Haan zou hierna nog volgen, maar de sombere roman werd geen succes. Setske de Haan, beter bekend als Cissy van Marxveldt, stierf in 1948. Materiaal: foto, collage, bandjes Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Louise) (1865-1951) Woningopzichter en directeur N.V. Bouwonderneming JordaanInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingLouisa Went groeide op in een Waals-hervormd gezin dat woonde aan de Amsterdamse Herengracht. Ze trad in eerste instantie toe tot de kerk, maar voelde zich later meer aangetrokken tot het socialisme. Sociaalliberaal feministe Hélene Mercier, grondlegger van het maatschappelijk werk, was een inspiratiebron. Vooral haar stukken over het woningvraagstuk spraken Went aan. Went leerde haar persoonlijk kennen en via Mercier nam ze zitting in verschillende commissies die zich bezighielden met uiteenlopende woningvraagstukken. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Went werd in 1896 lid van een commissie die onderzocht of het bouwen van arbeiderswoningen zonder overheidssteun mogelijk was. Het betrof een gebied in de Amsterdamse Jordaan waar huizen moesten komen. In Engeland ontmoette ze Octavia Hill, ’s werelds eerste woningopzichter. Hill knapte bij voorkeur krotten op terwijl Went zicht richtte op nieuwbouw. In Amsterdam vroeg Went architect Jan van der Pek woningen te ontwerpen voor een braakliggend terrein aan de Lindengracht. Ze werd directeur van N.V. Bouwonderneming Jordaan en bleef op die manier betrokken bij de bouw van nieuwe woningen. Ook werd ze woningopzichter. Ze haalde de huur op en hield toezicht op de huurders en het huurdersreglement. Met sociaal werker Maria Muller-Lulofs richtte Went in 1899 de School voor Maatschappelijk werk op, de eerste in zijn soort. Tot 1945 zou Went als president van de school betrokken zijn. Ze trouwde in 1902 met architect Jan van der Pek. Samen waren ze betrokken bij de oprichting van de Vereniging Amsterdams Bouwfonds en het Amsterdams Tehuis voor Arbeiders. Van der Pek bouwde beide complexen, Went beheerde ze. Went kreeg in 1934 de zilveren medaille van de stad Amsterdam. Gedurende de oorlog financierde ze voedselpakketten voor gedetineerden in concentratiekampen. Ze overleed in 1951. Ter nagedachtenis werd in 1964 het Louise Wenthuis gebouwd in Amsterdam; een flatgebouw bedoeld voor alleenstaande vrouwen. In Leiden en Amsterdam herinneren straten aan de vrouw die zich als een van de eersten bezighield met sociale woningbouw. Materiaal: foto, collage met kaart van eigen werk Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (1864-1908) Onderwijzer en directeur van het Nationaal Bureau voor VrouwenarbeidInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingHendrika Jungius volgde een opleiding tot lerares aan de Kweekschool in Haarlem. Ze startte haar loopbaan in Den Haag. Daar richtte ze met C. van der Hucht-Kerckhoven en Suze Groshans in 1891 de Kinderbond op, voorloper van de tegenwoordige Kinderbescherming. Toen in 1895 de oprichting definitief was, verliet Jungius het onderwijs en ging ze aan de slag als secretaresse van Van der Hucht bij de Kinderbond. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] In datzelfde jaar werd ze gevraagd om zich bezig te houden met een tentoonstelling over vrouwenarbeid. Jungius tekende het ontwerp voor het tentoonstellingsgebouw, de tentoonstellingszalen en bepaalde de inrichting van een aantal zalen. Ook hield ze twee lezingen over de Kinderbond en het onderwerp vivisectie. De tentoonstelling werd een groot succes. Jungius hield zich ook bezig met het vrouwenkiesrecht. Van 1897 tot 1900 was ze president van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht in Den Haag. Met de baten van de expositie over vrouwenarbeid werd in 1901 het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid opgericht, waarvan Jungius de eerste zeven jaar directeur zou zijn. Bij het bureau verschenen allerlei brochures over de positie van de werkende vrouw in verschillende werkomgevingen. Voor elke brochure schreef Jungius het voorwoord. Het werk voor het bureau betekende wel het einde van Jungius’ werkzaamheden bij de Kinderbond. Na haar dood in 1908 richtten medewerkers en medestanders het Marie Jungius-Fonds op waaruit overwerkte of zieke vrouwen een toelage konden krijgen om weer op krachten te komen. Materiaal: foto, glazen belvormen, touw Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Margaretha Geertruida Zelle) (1876-1917) Danseres en spionInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingDe Friese Margreet Zelle groeide op in Leeuwarden in een redelijk welvarend gezin. Het tij keerde echter in 1899. Het bedrijf van haar vader werd failliet verklaard en hij vertrok naar Den Haag en later naar Amsterdam. Met het overlijden van haar moeder in 1891 kwam Zelle onder voogdij te staan van een oom in Sneek. Hij liet haar een opleiding tot kleuterleidster volgen in Leiden, maar omdat zij op schoot van het hoofd van de opleiding werd aangetroffen, werd Zelle van school gestuurd. Hierna kwam ze terecht in Den Haag. Daar zag ze in Het Nieuws van den Dag een contactadvertentie van een officier uit Indië, Rudolph MacLeod. Op 11 juli 1895 trouwden MacLeod en Zelle in Amsterdam. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Na de geboorte van zoon John vertrok het gezin in mei 1897 naar Java. De huwelijksspanningen die vrijwel direct ontstonden, bleven aanwezig. In 1902 keerde het stel terug, met dochter Louise die daar geboren was, maar zonder zoon John. Hij was overleden aan een vergiftiging. De scheiding van Rudolph en Margaretha werd definitief in 1907. Zelle vertrok naar Parijs waar ze een baan vond als schildersmodel en als paardrijdster in een circus. Vanaf 1904 werkte ze als oosters danseres. Als danseres had Zelle groot succes. Haar exotische uitdossingen en erotische bewegingen sloegen aan. Op 13 maart 1905 trad ze op onder de naam Mata Hari in het Museum voor Oosterse Kunsten. De reacties waren enthousiast. Al snel verdiende ze veel geld en brak ze internationaal door. Veelal trad ze op met ‘oosterse’ dansen. Voortdurend verzon ze allerlei verhalen over zichzelf. Het hoogtepunt van haar carrière was in 1911- 12 toen Mata Hari optrad in diverse opera’s, waaronder in La Scala in Milaan. Ze kon spenderen wat ze wilde en had met diverse rijke mannen liefdesrelaties. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vertrok Mata Hari naar Den Haag. Vermoedelijk was dit het begin van haar contacten met de Duitse inlichtingendienst, alhoewel nog steeds niet duidelijk is wat voor informatie zij daadwerkelijk doorspeelde aan de Duitsers. In mei 1916 ging Mata Hari naar Frankrijk, waar zij haar diensten aanbood aan de Franse veiligheidsdienst. Zij verdachten haar echter direct van spionage en op 13 februari 1917 werd ze gearresteerd. Door een militair gerechtshof werd Mata Hari ter dood veroordeeld. Op 15 oktober werd ze door een vuurpeloton, net buiten Vincennes, gedood. Mata Hari is bekend komen te staan als hét voorbeeld van een femme fatale. Haar mysterieuze en knappe verschijning bracht mannen het hoofd op hol. Tijdens haar leven was ze al een legende. Na haar dood deed nog jarenlang het gerucht de ronde dat ze niet gefusilleerd zou zijn. Allerlei artikelen zouden de naam Mata Hari krijgen, van sigaretten tot parfums. Over haar leven werden talloze films, series, liedjes, romans en studies gemaakt. In Leeuwarden werd in 1976 een standbeeld van Mata Hari onthuld en het Fries Museum besteedt op dit moment aandacht aan haar in de, naar eigen zeggen, ‘grootste Mata Hari-tentoonstelling ooit’. Uit het dossier van Mata Hari van de Franse overheid blijkt dat Mata Hari zeer waarschijnlijk niet meer is geweest dan een charmante informant die in hoge kringen verkeerde. Een volbloed spionne was ze niet. De Franse aanklagers en rechters hadden met hun doodstraf voor de rijke, mooie en mannenverslindende Zelle een voorbeeld willen stellen. Materiaal: foto, knoopjes, spiegel Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (1911-2001) Journalist en publicistInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingHenriette Boas groeide op in een traditioneel, maar liberaal, Amsterdams joods gezin. Ze rondde het Stedelijk Gymnasium af en ging, net als haar vader, klassieke talen studeren. Boas werd lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studenten Vereeniging en ze trad toe tot de Nederlandse Zionistische Studentenorganisatie. Voor de ‘joodse zaak’ zou ze zich haar leven lang inzetten. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Boas vertrok in februari 1940 naar Parijs, waar ze de Duitse inval meemaakte. Haar broer en zus waren toen al naar Palestina geëmigreerd. Zelf kon ze Parijs ontvluchten door de oversteek naar Londen te maken. Ze verhuisde in 1947 naar Jeruzalem en maakte een jaar later de stichting van de staat Israël mee. In Israël werkte ze als freelance journalist. Maar het leven in de nieuwe staat was zwaar en in 1951 keerde ze terug naar Amsterdam. Eenmaal terug op Nederlandse bodem werd Boas correspondent voor diverse Israëlische kranten zoals Ha-aretz en The Jerusalem Post. Daarnaast leverde ze bijdragen aan diverse joodse bladen en hield ze zich bezig met het schrijven van ingezonden brieven. Iets dat haar de naam ‘koningin van de ingezonden brief’ opleverde. Vanwege de beperkte inkomsten besloot ze ook aan de slag te gaan als docent klassieke talen. Bekendheid verwierf ze met haar rol in de zogenaamde Weinreb-affaire en de zaak Menten. Boas geloofde de verzetsverhalen van Weinreb niet en kreeg ook gelijk. Boas gaf een tip in de zaak Menten over de geplande veiling van zijn bezittingen. Die tip leidde tot nieuw onderzoek naar Mentens oorlogsverleden én een nieuwe veroordeling. Te midden van duizenden boeken, knipsels en tijdschriften overleed Boas in 2001 door een val in haar huis. Drie jaar later werd de Dr. Henriette Boas Prijs in het leven geroepen voor opmerkelijke journalistieke en populairwetenschappelijke prestaties. Materiaal: foto, textiel Fotograaf: Philip Mechanicus [/expander_maker] |
Content | ||||||
Weight | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Dimensions | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Additional information |