Elburg van (den) Boetzelaer

600,00 incl. btw

(1506-1568) Abdis

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Geboren als vijfde kind van Rutger van Boetzelaer en Berta van Arkel werd Elburg van Boetzelaer vernoemd naar haar grootmoeder. Vermoedelijk werd ze rond haar tiende door haar ouders ondergebracht in een klooster. De naam van Van Boetzelaer keert regelmatig terug in stukken van de abdij van Rijnsburg. In 1549 werd ze bevorderd van subpriores tot eerste priores. In 1533 werd Van Boetzelaer voorgedragen als nieuwe abdis.

Lees meer

Add to Wishlist
Add to Wishlist
Categorie: Tag:

Quick Comparison

SettingsElburg van (den) Boetzelaer removeFoelke Kampana removeLouise van Oranje-Nassau removeElisabeth prinses van de Palts removeMaria Petitpas removeDivara van Haarlem remove
NameElburg van (den) Boetzelaer removeFoelke Kampana removeLouise van Oranje-Nassau removeElisabeth prinses van de Palts removeMaria Petitpas removeDivara van Haarlem remove
Image
SKU
Rating
Price600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw600,00 incl. btw
Stock
Availability
Add to cart

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Toevoegen aan winkelwagen

Description

(1506-1568) Abdis

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Geboren als vijfde kind van Rutger van Boetzelaer en Berta van Arkel werd Elburg van Boetzelaer vernoemd naar haar grootmoeder. Vermoedelijk werd ze rond haar tiende door haar ouders ondergebracht in een klooster. De naam van Van Boetzelaer keert regelmatig terug in stukken van de abdij van Rijnsburg. In 1549 werd ze bevorderd van subpriores tot eerste priores. In 1533 werd Van Boetzelaer voorgedragen als nieuwe abdis. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Met de zuivering van de katholieke kerk golden er voor Van Boetzelaer andere regels dan voor haar voorganger. Er was niet langer een omvangrijke hofhouding en ze moest een abt van een ander klooster als spiritueel adviseur aannemen. Als abdis wist ze de pachtopbrengsten te verhogen en de abdij te renoveren. Bij de hongersnood van 1557 gaf ze duizenden hongerige mensen te eten. In 1568 overleed Van Boetzelaer. Ze werd bijgezet in de abdijkerk. Vooral bekend werd Van Boetzelaer vanwege een raam dat zij in 1561 schonk aan de St. Janskerk in Gouda. Het raam was bedoeld ter nagedachtenis aan haar familie en haarzelf. Door geschiedschrijvers uit de twintigste eeuw wordt niet alle haar machtige positie benoemd maar ook de middenweg die ze wist te vinden tussen de belangen van de kloostergemeenschap en het strenge katholicisme dat de overheid voorstond. Materiaal:   foto, collage Fotograaf:  voorstudie door Wouter Crabeth [/expander_maker]

(1355-1417) Bekend als 'Kwade Foelke'

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

De eerste melding over Foelke Kampana dateert van 12 december 1376 en betreft een oorkonde over de overdracht van een kapel. Ze trouwde in 1377 met de rijke edelman Ocko tom Brok. Het paar kreeg van paus Gregorius XI het recht een draagaltaar te bezitten. Zo konden zij overal de mis op laten dragen. De paus verleende het echtpaar bovendien een volledige aflaat. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] In de veertiende en vijftiende eeuw woedde er een hevige strijd over de macht in Friesland. Ocko tom Brok probeerde bondgenootschappen te sluiten en kwam in contact met de graaf van Holland, Albrecht van Beieren, die inderdaad zijn steun aanbood. Ocko leende zijn landen aan Albrecht en raakte zo betrokken bij de Friese strijd. Ocko werd in 1389 vermoord door een van zijn tegenstanders en Kampana zocht hulp bij de bondgenoten van haar man. Tijdens haar afwezigheid werd door Edo Wiemken van Rüstringen geprobeerd de burcht in Aurich te veroveren maar met hulp van anderen keerde Kampana terug. Ze heroverde de kerk waarin Wiemken van Rüstringen zich had verschanst. Tweehonderd gevangenen werden direct onthoofd. Widzel, een bastaardzoon van Ocko, kreeg vervolgens het regentschap over Brockmerland in handen. Hij probeerde ook Ocko’s erfenis te verkrijgen en sloot daartoe een bondgenootschap. Tijdens een gevecht werd hij echter doodgeslagen. De inmiddels volwassen zoon van Kampana en Ocko, Keno, kon de macht overnemen. Zijn moeder bleef nauw betrokken. Na Keno’s dood in 1417 trad Foelke korte tijd op als voogdes, nu voor haar kleinzoon Ocko II. Kampana overleed tussen 1417 en 1419. Ze werd begraven in de Lambertikerk in Aurich. Na haar dood kwam Kampana bekend te staan als de‘kwade Foelke’. De Friese historieschrijver Eggerik  Beninga vermeldde in de zestiende eeuw een aantal legendes over Foelke Kampana die de bijnaam verklaren. Zo zou Kampana twee gevangengenomen jongemannen expres hebben laten verhongeren en de opdracht hebben gegeven om hun lichamen in het moeras te gooien. Bovendien zou ze haar schoonzoon hebben geadviseerd haar dochter te doden, als straf voor haar buitenechtelijke relaties. Toen hij dat inderdaad had gedaan, liet Kampana de burcht van haar schoonzoon aanvallen. Hij vluchtte naar zijn vader, maar tevergeefs. Kampana zou beide mannen gevangen hebben laten nemen en terecht laten stellen. In werkelijkheid waren het gruwelen die zoon Keno op zijn geweten had maar die aan zijn moeder werden toegeschreven. Volgens een Oostfriese sage verscheen Foelke op slot  Dornum als de slotheer op sterven lagen. Volgens andere sagen verscheen Foelke wanneer iemand ten onrechte zou worden veroordeeld of er een ongeluk stond te gebeuren. Hier werd Kampana dus juist een positieve rol toegedicht. Er werden verschillende toneelstukken over Kampana geschreven, evenals twee historische romans. De laatste, van de hand van Siever Johanna Meyer-Abich uit 1943, werd in 1990 nog  herdrukt. Materiaal:   foto, collage, borduursel Fotograaf:  Onbekende maker [/expander_maker]

(1770-1890) Prinses

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Als oudste kind van Willem V en Wilhelmina van Pruisen groeide Frederike Louise Wilhelmina van Oranje-Nassau op aan het Binnenhof van Den Haag. Formeel werd ze prinses Louise genoemd, thuis luisterde ze naar de naam Loulou. Louise kreeg les van een gouvernante en een gouverneur. Ze leerde Frans en Nederlands. Zowel met haar gouvernante als gouverneur zou Louise langdurig blijven corresponderen. Ook met haar moeder en andere leden van het gezin correspondeerde Louise later per brief. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Muziek en toneel waren belangrijk voor Louise. Ze kreeg muziek- en zangles van Johan Colizzi, klavecinist in de hofkapel en ze ging regelmatig naar het theaters. Colizzi droeg verscheidene compositie aan Louise op. Hoewel ze zelf wilde trouwen met haar neef Frederik Willem van Pruisen, trouwde ze in 1790 met Karel Georg August, zoon van de hertog van Brunswijk- Wolffenbüttel. Hoewel ze in haar keuze vrij werd gelaten, besloot Louise toch te trouwen met de wat ziekelijke en geestelijk niet helemaal in orde Karel Georg August. Door het huwelijk zou haar toekomst als vorstin veiliggesteld zijn. Het paar vestigde zich in Brunswijk waar de omgangsvormen en de andere moraal het voor Louise niet eenvoudig maakten. Ze miste het culturele leven van Den Haag, maar werd door haar moeder gewezen op de plichten en verantwoordelijkheden die zij nu als echtgenote had. Vanwege het feit dat er geen kinderen geboren werden, moest Karel Georg August afstand doen van de erfrechten. De invloed van Louise aan het hof verminderde hierdoor. Op 20 september 1806 overleed Karel Georg August. Haar moeder trok bij haar in, maar vanwege de oprukkende Franse troepen moesten ze Brunswijk verlaten. In november 1807 bereikten ze Berlijn waar ze hun intrek namen bij de latere koning Willem I. Met zijn inhuldiging als koning in 1813 eindigde de ballingschap van Louise. Met haar moeder keerde ze terug naar Nederland, om afwisselend in Den Haag en Haarlem te wonen. In 1819 overleed Louise, negen maanden voor haar moeder. Materiaal:   foto, collage met werk van ……. Fotograaf:  Johann Friedrich August Tischbein [/expander_maker]

(1618-1680) Prinses en beroemd vanwege haar correspondentie met onder andere René Descartes

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Elisabeth, prinses van de Palts, kwam op aarde in Heidelberg als oudste dochter van keurvorst Frederik V en Eilzabeth Stuart. Toen ze een jaar oud was verhuisde het gezin naar Praag omdat haar ouders het koninkrijk Bohemen aangeboden kregen. Al na een jaar werden ze daar verjaagd. Zonder land en zonder geld raakten ze verzeild in Den Haag. Ze kregen hulp van prins Maurits en ontvingen van de Staten-Generaal een financiële toelage. Prinses Elisabeth woonde eerst nog een tijd bij haar grootmoeder en tante in Brandenburg, maar kwam in 1628 ook naar Holland. Ze kreeg uitgebreid les in exacte vakken, aristocratische omgangsvormen en in diverse talen. Vermoedelijk kreeg ze ook les van hofschilder Gerard van Honthorst. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Nadat haar vader was overleden in 1632 verhuisde Elisabeth naar het hof van haar moeder aan de Kneuterdijk. Daar ontmoette ze rond 1640 filosoof René Descartes. In 1643 begonnen zij een brievencorrespondentie. Ze schreven elkaar onder meer over de relatie tussen verstand en gevoel, het geloof en de verbinding tussen lichaam en geest. Elisabeths inzichten hielpen Descartes zijn gedachten te scherpen. Descartes probeerde Elisabeth te troosten en te adviseren bij moeilijke levensvragen. Zijn werk Principia Philosophiae uit 1644 droeg hij dan ook op aan de prinses. Vanwege een conflict met haar moeder werd Elisabeth teruggestuurd naar Brandenburg, waar haar neef Frederik Willem keurvorst was. De verhuizing deed haar goed. De correspondentie met Descartes werd daarentegen minder intensief. Uiteindelijk overleed Descartes in 1650 aan een longziekte. Elisabeths brieven werden aan haar teruggestuurd. Dankzij de Vrede van Münster in 1648 konden de kinderen van Frederik V terug naar Heidelberg. Elisabeth trok uiteindelijk naar Herford, een plaatsje bij Bielefeld. Ze werd daar in 1667 abdis van het protestantse vrouwenklooster en bleef dat tot aan haar dood. Gedurende deze periode correspondeerde Elisabeth met filosoof Malebranche die verwant was aan Descartes. Voortkomend uit het gevoel dat ze niet gevonden had wat ze zocht, was godsdienst steeds belangrijker geworden voor Elisabeth. Ook had ze contact met wiskundige en filosoof Gottfried Wilhelm von Leibniz. In 1676-77 bood Elisabeth onderdak aan Robert Barclay en William Penn, twee vooraanstaande Quakers. Ze correspondeerde ook met hen, maar bleef zelf trouw aan het calvinisme. Uiteindelijk stierf Elisabeth in 1680, vermoedelijk aan kanker. Ze werd begraven in de Münsterkirche in Herford. De brieven van Elisabeth aan Descartes waren lang onvindbaar, maar werden in de negentiende eeuw teruggevonden. Met deze vondst werd duidelijk hoe groot de invloed van Elisabeth op Descartes moet zijn geweest. Materiaal:   foto, oorbellen, borduurdraad Fotograaf:  onbekende maker 1636 [/expander_maker]

(1566-1640) Vrouw en predikant Johannes Wtenbogaert, voorman van de Remonstranten

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Vermoedelijk werd Maria Petitpas geboren in Den Bosch. In Wesel woonde ze met haar eerste man Francois aux Brebis. Na zijn dood leerde ze haar tweede man, Johannes Wtenbogaert, kennen. Zij trouwden in 1606 in Den Haag, waar ze zich ook vestigden. Petitpas beheerde de financiën in huis. Zelf had ze een omvangrijk vermogen. Gedurende het 12-jarig Bestand was het huis van Petitpas en Wtenbogaert een belangrijke plek voor remonstrantse predikanten die een tijdelijk onderkomen zochten. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Na de val van Johan van Oldenbarnevelt moest Wtenbogaert Holland ontvluchten. Hij trok naar Antwerpen. Petitpas bleef achter in Den Haag. In 1619 werd Wtenbogaert veroordeeld tot eeuwigdurende ballingschap en confiscatie van zijn bezit. Petitpas moest haar huis uit en afstaan aan een officier uit de kring van Maurits. Petitpas volgde daarop haar man naar Parijs en Rouen. Met hulp van anderen probeerde ze de veroordeling van haar man ongedaan te maken. De voortgang daarvan beschreef ze in brieven die ze vanuit Den Haag aan Wtenbogaert stuurde. Uit de briefwisseling wordt duidelijk dat ze een goede relatie moeten hebben gehad. Na de dood van Maurits keerde Petitpas terug naar Nederland, iets later gevolgd door haar man. In 1629 konden ze hun oude huis weer betrekken. De confiscatie was ongedaan gemaakt. In de jaren dertig verslechterde Petitpas gezondheid. Uiteindelijk overleed ze in 1640 en werd ze begraven in de Haagse Kloosterkerk. Materiaal:   foto, textiel Fotograaf:  atelier van Michiel Jansz [/expander_maker]

(Dieuwertje Brouwersdr.) (ca.1511-1535) Koningin van de Wederdopers in Münster

Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.

Beschrijving

Dieuwertje Brouwersdr. was de ongetrouwde partner van Jan Matthijsz. uit Haarlem. Hij was een van de toonaangevende profeten van de Wederdopers in de Nederlanden. In 1533 besloot Matthijsz. zijn vrouw te verlaten en met Dieuwertje samen op te trekken en de doperse boodschap uit te dragen. Vermoedelijk was Dieuwertje hiervoor al volgeling van de Wederdopers. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Dieuwertje en Matthijsz. bereikten in 1534 Münster. Volgens de voorspellingen van Matthijsz. zou de Heer  met Pasen op aarde terugkeren. De dopers namen de stad in bezit waarna de bisschop van Münster reageerde met een beleg van de stad. Toen er met Pasen toch niets gebeurde, besloot Matthijsz. gewapend de stad te verlaten. Hij sneuvelde op zijn weg. Dieuwertje trouwde kort daarna met Jan Beukelsz., de nieuwe profeet in Münster die ook wel bekend stond als Jan van Leiden. Deze Jan van Leiden voerde polygamie in en liet zich tot koning uitroepen. Dieuwertje was de belangrijkste van de zestien vrouwen van Beukelsz. en was de enige die zich koningin mocht noemen. Hierna heette zij Divara. In 1535 veranderde haar situatie. De stad werd ingenomen en Divara werd gevangen gezet. Op7 juli 1535 werd Divara onthoofd. De opera Wasser und Blut van José Saramago en Azio Corghi verscheen in 1993 en verhaalt over het leven van Divara. Materiaal:   foto, collage, plastic bloemen, parels

Fotograaf:  Heinrich Aldegrever, gedrukt door H.Wandereysen [/expander_maker]

Content
Weight
DimensionsN/BN/BN/BN/BN/BN/B
Additional information
Select the fields to be shown. Others will be hidden. Drag and drop to rearrange the order.
  • Image
  • SKU
  • Rating
  • Price
  • Stock
  • Availability
  • Add to cart
  • Description
  • Content
  • Weight
  • Dimensions
  • Additional information
  • Attributes
  • Custom attributes
  • Custom fields
Click outside to hide the comparison bar
Compare