Julia Bertha Culp
€600,00 incl. btw
(1880-1970) Zanger
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Julia Culp werd geboren in Groningen in een familie van Joodse komedianten en muzikanten waardoor ze door sommigen met de nek werd aangekeken. Julia werd op school gepest en genegeerd. Toch kreeg Culp een goede opleiding en leerde ze viool en piano spelen. Ook volgde ze zanglessen. Met een stipendium van koningin Emma kon Culp op haar vijftiende naar het Conservatorium van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst in Amsterdam. Na het behalen van haar diploma in 1900 trad Culp op in Nederland om al snel naar Berlijn te vertrekken. De roem en reputatie van Culp stegen vanaf 1903 snel. De verzoeken en boekingen komen uit heel Europa waarbij Culp zich beperkte tot het zingen van liederen van Duitstalige romantische componisten. Ze trad diverse malen op voor de Duitse keizerlijke familie en andere vorstenhuizen. In 1913 debuteerde ze in New York. Ze toerde door Noord- en Zuid-Amerika, zong met Enrico Caruso en deed een tournee met cellist Pablo Casals. Ook andere vooraanstaande musici, zoals Heinrich Potpeschnigg, Edward Grieg, Willem Mengelberg, Max Reger, Camille Saint-Saëns en Richard Strauss zouden Culp incidenteel begeleiden. Na haar tweede huwelijk in 1919 met de schatrijke baron Willy Ginzkey beëindigde Culp haar zangcarrière en vestigde zich in Bohemen. Nog enkele keren trad Culp op, vooral bij liefdadigheidsbijeenkomsten. Vanaf 1937 gaf ze les aan de Weense Staatsakademie maar met de aansluiting van Oostenrijk bij Nazi- Duitsland vertrok ze naar Tsjecho-Slowakije. Vanwege de annexatie van Sudetenland moest ze ook daar snel weer vertrekken. Ze trok in bij haar zus in Amsterdam en samen doken ze onder. Culp schuilde het grootste deel van de oorlog bij beeldhouwer Bertus Sondaar in Loenen aan de Vecht. Door bemiddeling van de Duitse dirigent Wilhelm Furtwängler kregen de zussen Culp al voor de bevrijding toestemming om terug te keren naar hun appartement. Na de oorlog leiden ze een teruggetrokken bestaan. Culp stierf in 1970, relatief onbekend omdat haar carrière en roem in de loop der tijd in vergetelheid waren geraakt. Materiaal: foto, gemarmerd papier,schilderijlijstje Fotograaf: onbekende fotograaf
Quick Comparison
Settings | Julia Bertha Culp remove | Neeltje Lokerse remove | Elisabeth Sara Clasina de Swart remove | Charlotte Jacobs remove | Kartini remove | Henriette Ronner-Knip remove |
---|---|---|---|---|---|---|
Name | Julia Bertha Culp remove | Neeltje Lokerse remove | Elisabeth Sara Clasina de Swart remove | Charlotte Jacobs remove | Kartini remove | Henriette Ronner-Knip remove |
Image | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
SKU | ||||||
Rating | ||||||
Price | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw |
Stock | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | |||
Availability | Uitverkocht | Uitverkocht | Uitverkocht | |||
Add to cart | ||||||
Description | (1880-1970) ZangerInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingJulia Culp werd geboren in Groningen in een familie van Joodse komedianten en muzikanten waardoor ze door sommigen met de nek werd aangekeken. Julia werd op school gepest en genegeerd. Toch kreeg Culp een goede opleiding en leerde ze viool en piano spelen. Ook volgde ze zanglessen. Met een stipendium van koningin Emma kon Culp op haar vijftiende naar het Conservatorium van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst in Amsterdam. Na het behalen van haar diploma in 1900 trad Culp op in Nederland om al snel naar Berlijn te vertrekken. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] De roem en reputatie van Culp stegen vanaf 1903 snel. De verzoeken en boekingen komen uit heel Europa waarbij Culp zich beperkte tot het zingen van liederen van Duitstalige romantische componisten. Ze trad diverse malen op voor de Duitse keizerlijke familie en andere vorstenhuizen. In 1913 debuteerde ze in New York. Ze toerde door Noord- en Zuid-Amerika, zong met Enrico Caruso en deed een tournee met cellist Pablo Casals. Ook andere vooraanstaande musici, zoals Heinrich Potpeschnigg, Edward Grieg, Willem Mengelberg, Max Reger, Camille Saint-Saëns en Richard Strauss zouden Culp incidenteel begeleiden. Na haar tweede huwelijk in 1919 met de schatrijke baron Willy Ginzkey beëindigde Culp haar zangcarrière en vestigde zich in Bohemen. Nog enkele keren trad Culp op, vooral bij liefdadigheidsbijeenkomsten. Vanaf 1937 gaf ze les aan de Weense Staatsakademie maar met de aansluiting van Oostenrijk bij Nazi- Duitsland vertrok ze naar Tsjecho-Slowakije. Vanwege de annexatie van Sudetenland moest ze ook daar snel weer vertrekken. Ze trok in bij haar zus in Amsterdam en samen doken ze onder. Culp schuilde het grootste deel van de oorlog bij beeldhouwer Bertus Sondaar in Loenen aan de Vecht. Door bemiddeling van de Duitse dirigent Wilhelm Furtwängler kregen de zussen Culp al voor de bevrijding toestemming om terug te keren naar hun appartement. Na de oorlog leiden ze een teruggetrokken bestaan. Culp stierf in 1970, relatief onbekend omdat haar carrière en roem in de loop der tijd in vergetelheid waren geraakt. Materiaal: foto, gemarmerd papier,schilderijlijstje Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (1868-1954) DienstbodeInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingDe Zeeuwse Neeltje Lokerse werd geboren in Yerseke in een arm gezin. Rond haar twaalfde begon ze als dienstbode bij diverse rijke families, eerst in Zeeland, later in Holland. In 1900 kwam Lokerse in de problemen. Ze was zwanger geraakt van een van haar werkgevers waarmee ze een verhouding had. Deze Sebastiaan Burghout weigerde Lokerse te trouwen of financiële ondersteuning te bieden. Lokerse woonde daarom enige tijd bij haar moeder in Yerseke. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Ze keerde in 1902 terug naar Den Haag waar ze ook werk vond. Een Haagse huisschilder wilde haar kind, tegen betaling, als pleegkind opnemen in zijn gezin. Op 12 september van dat jaar trok Lokerse naar het kantongerecht van Den Haag, waar Sebastiaan Burghout werkte. Ze droeg een geladen revolver bij zich en loste een schot maar raakte Burghout niet. Lokerse werd gearresteerd en naar de gevangenis gebracht. Hoewel ze de vader van haar kind waarschijnlijk al vaker met een revolver had bedreigd om alimentatie af te dwingen, werd ze onder druk van de publieke opinie vrijgesproken. De landelijke pers maakte Lokerse in één klap beroemd. Ze kon zo haar punt maken over het ontbreken van een wet op het onderzoek naar vaderschap. Lokerse bleef in Den Haag wonen en besloot over de aanleiding van haar misdaad te praten. In 1905 hield ze haar eerste lezing over hoe ze tot de actie gekomen was. Ze zou dit tot 1925 blijven doen. Ook publiceerde Lokerse een roman waarin een dienstmeisje in de steek wordt gelaten door een ‘heer’. Met haar optredens wist ze invloedrijke mensen te bewegen tot het doneren van geld om haar verdere publicaties en lezingen te bekostigen. Ze nam het op voor ongehuwde moeders en pleitte voor een betere behandeling van dienstbodes. Ze sloot zich echter nooit aan bij een belangenvereniging. De oplossing voor de problemen van ngehuwde moeders zag Lokerse in een huwelijk met de verwekker of gevangenisstraf wanneer deze al getrouwd was. De alimentatieregeling die in 1909 per wet werd geregeld vond zij niks. In 1916 trouwde Lokerse met de Zeeuwse boer Willem van Strien. Ze overleed in 1954 en werd in stilte begraven. In de Leidse wijk Stevenshof is een pad te vinden dat naar Lokerse vernoemd is. Clare Helene Wesselius schreef een historische roman over Lokerse getiteld Wat vindt u daarvan Majesteit? Het leven en de strijd van de Zeeuwse dienstbode Neeltje Lokerse. Materiaal: foto, landkaart, schelp, drukknoopjes, draad Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (1861-1951) Beeldhouwer en mecenasInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.Beschrijvinglisabeth Sara Clasina de Swart was de dochter van kunstschilder Corstianus de Swart en Elisabeth IJntema. Ze groeide op in Arnhem in een doopsgezinde familie. Ze kreeg thuis les, van haar moeder in taal en literatuur en van haar vader in diverse kunstvakken. Met hulp van haar vader en het erfdeel van haar moeder kon zij zich in 1887 vestigen in Amsterdam. Daar begon ze aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid maar vertrok al snel om les te nemen bij beeldhouwer Lambertus Zijl. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] In Amsterdam werd De Swart deel van het culturele leven. Ze kocht het werk van de Tachtigers en ondersteunde sommigen zelfs. George Breitner en Jan Veth beeldden haar af en schrijver Willem Paap vormde de vrouwelijke hoofdpersoon van zijn roman Vincent Haman vermoedelijk naar De Swart. Met haar vriendin Baukje van Mesdag – Elisabeth de Swart was min of meer openlijk lesbisch – verhuisde ze in 1889 naar Parijs. Hier leerde ze kunstenaars als Vincent van Gogh, Odillon Redon en Auguste Rodin kennen. Door haar toedoen kreeg Redon in 1894 een tentoonstelling bij de Haagsche Kunstkring. Elisabeth woonde met haar vriendin Anna Vis tussen 1892 en 1894 in Rotterdam. Daarna betrokken ze een etage aan het Oosterpark in het zogenaamde Willem Witsenhuis in Amsterdam. Verschillende Tachtigers kwamen daar samen. Met Isaac Israëls, die beneden woonde, en feministe Annette Versluys-Poelman verzorgden zij Willem Kloos, die aan depressies leed en alcoholist was. Met haar laatste partner, Emilie van Kerckhoff, woonde De Swart tussen 1898 en 1914 in Laren (NH). Ze maakte een aantal ontwerpen voor ’t Binnenhuis en werd lid van de Hilversumsche Kunstkring. Ze exposeerde bovendien op de tentoonstelling De vrouw 1813-1913. In Laren ontvingen De Swart en Van Kerckhoff kunstenaars en componisten als Gustav Mahler, Emile Bernard en Lodewijk van Deyssel. Het stel vertrok in 1914 vanwege financiële problemen definitief naar Italië. Van Kerckhoff en De Swart groeiden enigszins uit elkaar maar verbraken het contact nooit. Elisabeth de Swart leidde een teruggetrokken leven, boetseerde en verkocht af en toe wat. Uiteindelijk zou ze in 1951 op Capri overlijden waar zij en Van Kerckhoff sinds 1920 woonden. Materiaal: foto, collage, vilt Fotograaf: George Hendrik Breitner [/expander_maker] | (1847-1916) Eerste vrouwelijke apotheker en feministInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingCharlotte Jacobs werd geboren in een Joods gezin. Na de lagere school ging ze naar de Nuts Naai- en Breischool. Daarna deed ze het huishouden van haar broer Sam, die een apotheek had geopend in Arnhem. Toen Sam trouwde, keerde Charlotte terug naar het ouderlijk huis en begon ze een studie om leerling-apotheker te worden. Na haar examen begon ze als hulp in de apotheek van haar broer. Haar zus Aletta Henriette Jacobs was vermoedelijk een voorbeeld geweest. Zij had medicijnen gestudeerd in Groningen en had zich los weten te maken van de strenge regels en gewoontes voor meisjes in de negentiende eeuw. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] In 1877 begon Charlotte Jacobs in Groningen aan een studie tot apotheker. Na haar zus Aletta was ze de tweede vrouwelijke student in Nederland. In 1881 slaagde ze voor het theoretisch en praktisch apothekersexamen. Een jaar later werd ze tweede apotheker in het Algemeen Ziekenhuis in Utrecht. Toch vertrok ze in 1884 naar Batavia. Daar opende ze in 1887 een eigen apotheek in Menteng, een nieuwe wijk van Batavia. Tot 1907 was ze de enige vrouwelijke apotheker in Nederlands-Indië waarbij zij altijd voor vrouwelijke assistenten zou kiezen. Jacobs speelde ook in de vrouwenbeweging een rol. Met E.J. Heuvelink-Rotgans en Marie C. Kooij-van Zeggelen richtte ze in 1908 een afdeling op van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Een jaar later had de groep 122 leden, waaronder enkele mannen. Een ander onderwerp waar Jacobs zich op richtte was het onderwijs. In 1912 stichtte Jacobs Vereeniging Steun Onderwijs Vrouwelijke Inlandsche Artsen (SOVIA). Met de vereniging zette ze zich in voor de oprichting van de verpleegstersopleiding Boedi Kemoelian in Batavia. Vanaf 1851 konden door toedoen van de vereniging ook meisjes de colleges bijwonen van de School tot Opleiding van Indische Artsen. Het lukte Jacobs niet om een geschikte vrouwelijke opvolger te vinden voor haar apotheek. Ze zei de apotheek daarom vaarwel en vertrok naar Den Haag. Ze werd actief in de Nederlandse vrouwenbeweging, in de vrouwenvredesbeweging en als bestuurslid van de Haagse afdeling van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Ze overleed in 1916 in Den Haag. Uit haar testament werd duidelijk dat een groot deel van haar erfenis bestemd was voor het op te richten Charlotte Jacobs Studiefonds, dat ook nu nog bestaat en bijdraagt aan de studiekosten van jonge vrouwen die zelf niet in staat zijn die kosten te dragen. Materiaal: foto, collage Fotograaf: atelier Jacob Merkelbach [/expander_maker] | (Raden Adjeng Kartini) (1879-1904) Pionier voor de rechten van Javaanse vrouwenInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingKartini was de oudste dochter van Ngasirah, de bijvrouw van de regent van Djepara, Raden Mas Sosroningrat. Van haar vader kreeg Kartini haar adellijke titel. De mannelijke leden van Kartini’s familie behoorden tot de Javaanse aristocratie die carrière maakte in het inheemse koloniale bestuur. Ze zagen zich als partners van de Nederlanders en zodoende vonden ze dat ze bepaalde Europese normen over moesten nemen. Kartini kreeg dan ook les van een Nederlandse gouvernante om haar klaar te stomen voor de School voor Europeanen in Djepara. In 1885 ging ze inderdaad naar deze lagere school waar nog nauwelijks Javaanse meisjes op zaten. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Op school boden boeken haar de mogelijkheid om bepaalde situaties met elkaar te vergelijken. Bovendien zag ze ook bij haar klasgenoten dat dingen anders konden gaan. Meisjes uit de Javaanse elite waren voorbestemd voor de rol van eerste echtgenote, Europese meisjes maakten kans op een carrière en een monogaam huwelijk. Na de lagere school werd Kartini thuisgehouden, in afwachting van een gearrangeerd huwelijk, terwijl haar broers door leerden. Met de komst van de nieuwe Nederlandse ambtenaar Ovink veranderde de situatie van Kartini. Dagelijks werden Kartini en haar zussen in een geblindeerd rijtuig naar Ovink gereden om daar conversatieles te volgen bij Marie Ovink-Soer. De lessen liepen uit op discussies over rechten van vrouwen, carrières en hun visie op de maatschappij. In 1899, na het vertrek van de Ovink, zocht Kartini via een advertentie een Nederlandse penvriendin. De jonge, ongetrouwde en zelfstandige Stella Zeehandelaar reageerde. Vanwege haar artikelen in Nederlandstalige tijdschriften die ze schreef onder het pseudoniem ‘Het klaverblad’ werd Kartini bekend. Ook droeg ze bij aan de Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid in 1898. De nieuwe directeur van het Departement van Onderwijs, J.H. Abendanon, reisde door Java om de situatie van het onderwijs te bespreken. Kartini wilde hij persoonlijk ontmoeten om hierover te praten. Ze zouden blijven corresponderen. Uit de brieven, ook naar Rosa Abendanon-Mandri, blijkt dat er bij de familie en Nederlandse ambtenaren weerstand is tegen haar plannen voor verder onderwijs en een eigen carrière. Kartini had voor ogen dat meisjes vrij moesten zijn in hun keuze voor een echtgenoot of om alleen te blijven. Ze stelde studiekringen samen voor jongeren om van gedachte te kunnen wisselen. Voor dorpsmeisjes wilde ze een beroepsopleiding en les in de basisbeginselen van de gezondheidszorg. De trots op de eigen cultuur moest worden gestimuleerd. Zelf wilde Kartini naar Nederland en dankzij haar contacten kreeg ze een beurs. Maar de macht van haar familie was te groot. Kartini begon daarop een schooltje aan huis. Niet lang daarna volgde het huwelijk met het hoofd van het district Rembang. Kartini zou als eerste echtgenoot moeder worden van zeven van zijn kinderen en samenwonen met drie bijvrouwen. De briefwisseling tussen Kartini en het echtpaar Abendanon en andere brieven werden gepubliceerd door Abendanon. De brieven zijn een belangrijk verslag van de sociale en politieke gebeurtenissen en de rol van de Javaanse elite. Vandaag de dag wordt Kartini in Indonesië geëerd als onderwijspionier. Over haar strijd tegen zaken als polygamie en kindhuwelijken wordt gezwegen. Materiaal: foto, collage, draad, houten hertje en kralen Fotograaf: Tidak Diketahui [/expander_maker] | (1821-1909) KunstenaarInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingHenriette Knip werd geboren in Amsterdam. Met haar broer behoorde ze tot de derde generatie kunstenaars in de familie. Grootvader Nicholaas Frederik was behangselschilder, vader Josephus Augustus was kunstschilder. Ook oom Mattheus Derk en tante Henrietta Geertrui werkten als kunstenaar. Het gezin Knip verhuisde veel en ze woonden in Parijs, Vught, Den Haag, Beek en Den Bosch. Vanaf 1840 was Berlicum de woonplaats van de familie Knip. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Henriette begon op haar vierde met schilderen. Omdat haar vader vanwege een oogziekte moest stoppen met schilderen, droeg Henriette al jong bij aan het inkomen van het gezin. Vanaf 1938 verkocht ze haar werk op de jaarlijkse tentoonstelling van Levende Meesters. De familie Knip verhuisde terug naar Amsterdam, waar Henriette als eerste vrouw toetrad tot kunstenaarsgenootschap Arti et Amicitiae. Knip specialiseerde zich in het schilderen van dieren. Met haar echtgenoot Feico Ronner vertrok ze op enig moment naar België. Hier sloot zij zich aan bij diverse kunstenaarsgenootschappen. Ze raakte gefascineerd door trekhonden en verwerkte die in haar werk. De hondenschilderijen brachten Knip veel roem, maar met de poezenwerken vestigde ze vanaf 1870 definitief haar naam. Ze bleken ook commercieel een succes en concurrentie was er nauwelijks. Door de katten tussen fraaie meubels en kostbare objecten te plaatsen waren de afbeeldingen herkenbaar voor het welgestelde publiek. Vanwege haar succes en het feit dan Feico niet in staat was te werken was Knip ook kostwinner van het gezin. Feico hielp haar wel met de zakelijke kant van het kunstenaarschap. Knip exposeerde veel, ook in het buitenland. Gedurende haar carrière stegen de prijzen van haar werk ook aanzienlijk. Zo kostte een van haar werken in 1880 tweeduizend gulden ; een bedrag dat alleen de bekendste kunstenaars voor hun werk ontvingen. Knip overleed in 1909 en werd bijgezet in het familiegraf. Hoewel kunsthistorici het werk van Knip vanwege de dierenthematiek lange tijd niet serieus namen, worden de schilderijen nog altijd gezocht door verzamelaars en voor flinke prijzen verkocht. Materiaal: foto, pauwen veer Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] |
Content | ||||||
Weight | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Dimensions | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Additional information |