Leonie van Nierop
€600,00 incl. btw
(1879-1960) Historicus en eerste vrouwelijke doctor in de staatswetenschappen
Inzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik.
Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.
Beschrijving
Leonie van Nierop groeide op in Amsterdam in een welvarend Joods gezin. Vader Frederik van Nierop was president-directeur van de Amsterdamsche Bank, voorloper van ABN Amro. Daarnaast was hij lid van de gemeenteraad, Provinciale Staten en vanaf 1899 van de Eerste Kamer. Leonie van Nierop haalde haar diploma aan de Hogere Burgerschool voor Meisjes en wilde graag verder studeren. In navolging van haar vader ging ze rechten studeren, maar specialiseerde zich na haar doctoraal in de staatswetenschappen. In 1905 promoveerde ze op De bevolkingsbeweging der Nederlandsche stad, een sociaal-economische geschiedenis van Hollandse steden. Met het proefschrift was ze een van de eerste Nederlandse vrouwen die op een historisch onderzoek promoveerde. Haar wetenschappelijke carrière zou Van Nierop vervolgen in de economische geschiedenis, omdat een aparte studie geschiedenis toen nog niet bestond. In 1910 kreeg ze de opdracht het derde deel van een bronnenreeks over de Levantse handel te verzorgen in de reeks Rijks Geschiedkundige Publicatiën (RGP). Drie jaar later werd ze lid van de gemeentelijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, het Historisch Genootschap en zette ze zich in voor de oprichting van een Openbare Leeszaal. Van Nierop schreef tientallen artikelen voor het Genootschap Amstelodamum en het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief, evenals voor het Tijdschrift voor Geschiedenis. Vanwege de dood van haar moeder in 1925 verhuisde Van Nierop naar Hotel des Pays Bas in de Doelenstraat. Ze bleef actief in allerlei besturen, zoals van de Vereniging voor Verbetering van Vrouwenkleding, het Leesmuseum voor Vrouwen en het Sanatorium Hoog Laren. In 1938 volgde een verhuizing naar Washington D.C. in de Verenigde Staten vanwege de dreiging uit Duitsland. Na de oorlog kwam ze elk voorjaar terug naar Nederland. Ondanks haar leven in de VS bleef Van Nierop artikelen schrijven voor Genootschap Amstelodamum. Haar zus schonk na haar overlijden een aanzienlijk bedrag aan het genootschap, waarmee verschillende publicaties konden worden betaald. Aan de bibliotheek van het Congres in Washington legateerde Van Nierop haar verzameling zeldzame boeken over de historie van Amsterdam. Materiaal: foto, collage Fotograaf: onbekende fotograaf
Quick Comparison
Settings | Leonie van Nierop remove | Louisa Constantia Julia Eduarda Went remove | Neeltje Lokerse remove | Meta Kehrer remove | Albertina Philippina Catharina van Tussenbroek remove | Ellen Burka remove |
---|---|---|---|---|---|---|
Name | Leonie van Nierop remove | Louisa Constantia Julia Eduarda Went remove | Neeltje Lokerse remove | Meta Kehrer remove | Albertina Philippina Catharina van Tussenbroek remove | Ellen Burka remove |
Image | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
SKU | ||||||
Rating | ||||||
Price | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw | €600,00 incl. btw |
Stock | Uitverkocht | Uitverkocht | ||||
Availability | Uitverkocht | Uitverkocht | ||||
Add to cart | ||||||
Description | (1879-1960) Historicus en eerste vrouwelijke doctor in de staatswetenschappenInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingLeonie van Nierop groeide op in Amsterdam in een welvarend Joods gezin. Vader Frederik van Nierop was president-directeur van de Amsterdamsche Bank, voorloper van ABN Amro. Daarnaast was hij lid van de gemeenteraad, Provinciale Staten en vanaf 1899 van de Eerste Kamer. Leonie van Nierop haalde haar diploma aan de Hogere Burgerschool voor Meisjes en wilde graag verder studeren. In navolging van haar vader ging ze rechten studeren, maar specialiseerde zich na haar doctoraal in de staatswetenschappen. In 1905 promoveerde ze op De bevolkingsbeweging der Nederlandsche stad, een sociaal-economische geschiedenis van Hollandse steden. Met het proefschrift was ze een van de eerste Nederlandse vrouwen die op een historisch onderzoek promoveerde. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Haar wetenschappelijke carrière zou Van Nierop vervolgen in de economische geschiedenis, omdat een aparte studie geschiedenis toen nog niet bestond. In 1910 kreeg ze de opdracht het derde deel van een bronnenreeks over de Levantse handel te verzorgen in de reeks Rijks Geschiedkundige Publicatiën (RGP). Drie jaar later werd ze lid van de gemeentelijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, het Historisch Genootschap en zette ze zich in voor de oprichting van een Openbare Leeszaal. Van Nierop schreef tientallen artikelen voor het Genootschap Amstelodamum en het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief, evenals voor het Tijdschrift voor Geschiedenis. Vanwege de dood van haar moeder in 1925 verhuisde Van Nierop naar Hotel des Pays Bas in de Doelenstraat. Ze bleef actief in allerlei besturen, zoals van de Vereniging voor Verbetering van Vrouwenkleding, het Leesmuseum voor Vrouwen en het Sanatorium Hoog Laren. In 1938 volgde een verhuizing naar Washington D.C. in de Verenigde Staten vanwege de dreiging uit Duitsland. Na de oorlog kwam ze elk voorjaar terug naar Nederland. Ondanks haar leven in de VS bleef Van Nierop artikelen schrijven voor Genootschap Amstelodamum. Haar zus schonk na haar overlijden een aanzienlijk bedrag aan het genootschap, waarmee verschillende publicaties konden worden betaald. Aan de bibliotheek van het Congres in Washington legateerde Van Nierop haar verzameling zeldzame boeken over de historie van Amsterdam. Materiaal: foto, collage Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Louise) (1865-1951) Woningopzichter en directeur N.V. Bouwonderneming JordaanInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingLouisa Went groeide op in een Waals-hervormd gezin dat woonde aan de Amsterdamse Herengracht. Ze trad in eerste instantie toe tot de kerk, maar voelde zich later meer aangetrokken tot het socialisme. Sociaalliberaal feministe Hélene Mercier, grondlegger van het maatschappelijk werk, was een inspiratiebron. Vooral haar stukken over het woningvraagstuk spraken Went aan. Went leerde haar persoonlijk kennen en via Mercier nam ze zitting in verschillende commissies die zich bezighielden met uiteenlopende woningvraagstukken. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Went werd in 1896 lid van een commissie die onderzocht of het bouwen van arbeiderswoningen zonder overheidssteun mogelijk was. Het betrof een gebied in de Amsterdamse Jordaan waar huizen moesten komen. In Engeland ontmoette ze Octavia Hill, ’s werelds eerste woningopzichter. Hill knapte bij voorkeur krotten op terwijl Went zicht richtte op nieuwbouw. In Amsterdam vroeg Went architect Jan van der Pek woningen te ontwerpen voor een braakliggend terrein aan de Lindengracht. Ze werd directeur van N.V. Bouwonderneming Jordaan en bleef op die manier betrokken bij de bouw van nieuwe woningen. Ook werd ze woningopzichter. Ze haalde de huur op en hield toezicht op de huurders en het huurdersreglement. Met sociaal werker Maria Muller-Lulofs richtte Went in 1899 de School voor Maatschappelijk werk op, de eerste in zijn soort. Tot 1945 zou Went als president van de school betrokken zijn. Ze trouwde in 1902 met architect Jan van der Pek. Samen waren ze betrokken bij de oprichting van de Vereniging Amsterdams Bouwfonds en het Amsterdams Tehuis voor Arbeiders. Van der Pek bouwde beide complexen, Went beheerde ze. Went kreeg in 1934 de zilveren medaille van de stad Amsterdam. Gedurende de oorlog financierde ze voedselpakketten voor gedetineerden in concentratiekampen. Ze overleed in 1951. Ter nagedachtenis werd in 1964 het Louise Wenthuis gebouwd in Amsterdam; een flatgebouw bedoeld voor alleenstaande vrouwen. In Leiden en Amsterdam herinneren straten aan de vrouw die zich als een van de eersten bezighield met sociale woningbouw. Materiaal: foto, collage met kaart van eigen werk Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (1868-1954) DienstbodeInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingDe Zeeuwse Neeltje Lokerse werd geboren in Yerseke in een arm gezin. Rond haar twaalfde begon ze als dienstbode bij diverse rijke families, eerst in Zeeland, later in Holland. In 1900 kwam Lokerse in de problemen. Ze was zwanger geraakt van een van haar werkgevers waarmee ze een verhouding had. Deze Sebastiaan Burghout weigerde Lokerse te trouwen of financiële ondersteuning te bieden. Lokerse woonde daarom enige tijd bij haar moeder in Yerseke. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Ze keerde in 1902 terug naar Den Haag waar ze ook werk vond. Een Haagse huisschilder wilde haar kind, tegen betaling, als pleegkind opnemen in zijn gezin. Op 12 september van dat jaar trok Lokerse naar het kantongerecht van Den Haag, waar Sebastiaan Burghout werkte. Ze droeg een geladen revolver bij zich en loste een schot maar raakte Burghout niet. Lokerse werd gearresteerd en naar de gevangenis gebracht. Hoewel ze de vader van haar kind waarschijnlijk al vaker met een revolver had bedreigd om alimentatie af te dwingen, werd ze onder druk van de publieke opinie vrijgesproken. De landelijke pers maakte Lokerse in één klap beroemd. Ze kon zo haar punt maken over het ontbreken van een wet op het onderzoek naar vaderschap. Lokerse bleef in Den Haag wonen en besloot over de aanleiding van haar misdaad te praten. In 1905 hield ze haar eerste lezing over hoe ze tot de actie gekomen was. Ze zou dit tot 1925 blijven doen. Ook publiceerde Lokerse een roman waarin een dienstmeisje in de steek wordt gelaten door een ‘heer’. Met haar optredens wist ze invloedrijke mensen te bewegen tot het doneren van geld om haar verdere publicaties en lezingen te bekostigen. Ze nam het op voor ongehuwde moeders en pleitte voor een betere behandeling van dienstbodes. Ze sloot zich echter nooit aan bij een belangenvereniging. De oplossing voor de problemen van ngehuwde moeders zag Lokerse in een huwelijk met de verwekker of gevangenisstraf wanneer deze al getrouwd was. De alimentatieregeling die in 1909 per wet werd geregeld vond zij niks. In 1916 trouwde Lokerse met de Zeeuwse boer Willem van Strien. Ze overleed in 1954 en werd in stilte begraven. In de Leidse wijk Stevenshof is een pad te vinden dat naar Lokerse vernoemd is. Clare Helene Wesselius schreef een historische roman over Lokerse getiteld Wat vindt u daarvan Majesteit? Het leven en de strijd van de Zeeuwse dienstbode Neeltje Lokerse. Materiaal: foto, landkaart, schelp, drukknoopjes, draad Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (1890-1965) Eerste vrouwelijke hoofdinspecteur zedenzakennInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingMeta Kehrer groeide op in een welvarende Amsterdamse remonstrantenfamilie. Een goede opleiding werd belangrijk geacht en zodoende ging Kehrer naar het Openbaar Gymnasium. Na haar middelbare school werkte ze als verpleegster in het Wilhelmina Gasthuis, maar richtte zich in toenemende mate op het medisch maatschappelijk werk. Ze begon in 1923 bij de kinderpolitie in Amsterdam. Drie jaar later was Kehrer de eerste Nederlandse vrouwelijke politie-inspecteur. Ze werd overgeplaatst naar een nieuwe afdeling binnen de politie, de zedenpolitie. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Omdat Kehrer nooit zou trouwen, kon ze opklimmen binnen de politiegelederen. Als gehuwde vrouwelijke ambtenaar werd je in die tijd tenslotte nog ontslagen. Kehrer werd in 1946 benoemd tot hoofdinspecteur. Zij en haar collega’s probeerden prostituees ervan te overtuigen het vak achter zich te laten. Slechts een klein aantal zou dat ook daadwerkelijk doen. Grote aandacht had Kehrer voor kinderen die misbruikt waren. Ze was ervan overtuigd dat kinderen bruikbare verklaringen konden geven wanneer zij goed verhoord werden. Op het politie bureau liet ze een speciale wachtkamer voor kinderen inrichten. Kehrer zag dat het kinderen opluchtte om over hun ervaringen te vertellen. Dat vertellen bracht de verwerking bovendien beter op gang. Ze was een van de eersten die de schadelijke gevolgen van seksueel misbruik erkende. Kehrer ging in 1951 met vervroegd pensioen. Vanaf dat moment kon ze reizen, haar favoriete hobby. Ze overleed in 1965. Alhoewel ze zichzelf nooit zo presenteerde, had ze baanbrekend werk verricht als eerste vrouwelijke hoofdinspecteur. Materiaal: foto, sleutels, zwarte boontjes Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (1852-1925) ArtsInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingDe Utrechtse Catharine van Tussenbroek groeide op in een middenstandsgezin. In 1880 ging ze als een van de eerste Nederlandse vrouwen geneeskunde studeren. Na haar promotie in 1887 vestigde ze zich als arts voor vrouwen en meisjes in Amsterdam. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] Van Tussenbroek hield zich actief bezig met de positie van de vrouw en pleitte onder andere voor een vakopleiding voor meisjes zodat zij economisch onafhankelijk konden worden. Ook het belang van medisch-hygiënische onderwerpen vond Van Tussenbroek belangrijk. Ze bepleitte bijvoorbeeld wettelijke bescherming van vrouwen en strenge straffen voor criminele aborteurs. Catharine van Tussenbroek was vanaf 1891 secretaris van de Nederlandsche Vereeniging voor Gynaecologie. Daarnaast was ze redacteur van het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde, hoofdbestuurslid van de Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst en vice-president (later president) van het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid. Als lid van de Algemeene Nederlandsche Vrouwen Organisatie probeerde ze in 1919 tevergeefs een Kamerzetel te bemachtigen. De naar Van Tussenbroek vernoemde stichting beheert een fonds dat beurzen uitkeert aan afgestudeerde vrouwelijke onderzoekers. Zo worden Van Tussenbroeks activiteiten voor vrouwen en meisjes én haar academische werk nog altijd gememoreerd. Materiaal: foto, houten ring, eierschalen Fotograaf: onbekende fotograaf [/expander_maker] | (Ellen Ruth Danby) (1921-2016) KunstschaatserInzoomen? Beweeg cursor over foto of klik vergrootglas en dubbelklik. Terug naar onze winkel of naar complete catalogus. U kunt ook op afspraak onze portretten bezichtigen.BeschrijvingEllen Ruth Danby werd geboren in Amsterdam als dochter van een Duits-Joodse vader en moeder. Ellen hield van dansen en muziek en in 1933 werd ze verliefd op het ijsdansen. Omdat ze talent had, mocht ze van haar ouders op les. ’s Winters gaf ze met haar danspartner en een bevriend duo demonstraties op het ondergelopen land van boerderijen rondom Amsterdam. Toen de oorlog uitbrak kwam er een einde aan deze optredens. [expander_maker id="4" more="Lees meer" less="Lees minder"] In september 1941 werden alle publieke plekken, zoals schaatsbanen, verboden verklaard voor Joden. Ellen mocht ook niet meer naar de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Zus Margaret schatte de situatie ernstiger in dan de rest van de familie en dook onder. Vader, moeder en Ellen werden in 1943 op transport gezet naar Westerbork. Vader en moeder werden op transport gesteld naar Sobibor en werden daar vermoord. Ellen had in Westerbork opgegeven dat ze nationaal kampioene kunstrijden was. Een leugen die er voor zorgde dat ze voorlopig niet op transport hoefde. Kampcommandant Gemmeker wilde haar namelijk zien optreden en daarom werd Ellen te werk gesteld bij een boer. Hier kon ze op de bevroren vijver trainen. Door het uitblijven van vorst kwam het nooit tot een optreden. Na haar verblijf op de boerderij werkte ze als dienstmeisje bij de kamparchitect, maar als straf voor het feit dat ze dronken was gevoerd door een Duitse officier werd ze op transport gesteld naar Theresienstadt. Hier leerde ze Jan Burka, een Tsjechische medegevangene, kennen. Ellen en Jan overleefden het kamp. Ze liftten naar Amsterdam en trouwden in oktober 1945. Ze kregen twee dochters: Petra (1946) en Astra (1948). Ellen Burka won in 1946 en 1947 de voorloper van de Nederlandse kampioenschappen kunstrijden. Ze ging schaatsles geven en verzorgde de choreografie van de Eerste Nederlandse IJsrevue. Jan Burka werkte als beeldend kunstenaar maar leed erg onder de dreiging van de Koude Oorlog. In 1951 vertrok het gezin daarom naar Canada. In Canada hield Ellen Burka haar verleden verborgen. Ze bouwde een nieuw leven op en bleef schaatsles geven. Het huwelijk met Jan Burka hield echter geen stand. Om haar gezin te kunnen onderhouden ging Ellen nog meer lesgeven. Dochter Petra bleek ook talent te hebben. Zij voerde als eerste vrouw de triple Salchov uit, een drievoudige sprong op het ijs. Drie jaar later werd ze wereldkampioene. Ellen Burka zou daarna coach zijn tijdens zeven winter- spelen en vijfentwintig wereldkampioenschappen. Ze bracht diverse schaatsers naar de wereldtop en won zelf een goed aantal sportprijzen. Ellen Burka overleed in Toronto op 95-jarige leeftijd. Materiaal: Foto, collage, katjes Fotograaf: Astra Burka [/expander_maker] |
Content | ||||||
Weight | ||||||
Dimensions | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B | N/B |
Additional information |